H3 H3 Woordenschat metonymie NN 6e ed

Te doen:
herhaling uitleg beeldspraak
quizje
maken van opdrachten
evt. nog werken aan pitch of uitschrijven/typen van vragen en antwoorden interview
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Te doen:
herhaling uitleg beeldspraak
quizje
maken van opdrachten
evt. nog werken aan pitch of uitschrijven/typen van vragen en antwoorden interview

Slide 1 - Tekstslide

Beeldspraak
  • Je kent de volgende vormen van beeldspraak: vergelijking, personificatie, metafoor en metonymie.
  • Je kunt beeldspraak benoemen in geschreven, gezongen en gesproken taal en kunt ook uitleggen waarom het een bepaalde beeldspraak is.

Slide 2 - Tekstslide

Vergelijking
Je vergelijkt een beeld (b) met iets uit de werkelijkheid (object, o).

Je (o) bent zo sterk als een beer (b).
Hij (o) is zo gek als een deur (b).

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat is metonymie?

Slide 6 - Woordweb

Voorbeelden van metonymie:

Slide 7 - Woordweb

metonymie
Je gebruikt een woord dat te maken heeft met wat je eigenlijk wilt zeggen:







Slide 8 - Tekstslide

deel van geheel: bijv. Even de neuzen tellen.

Slide 9 - Tekstslide

geheel van deel: Nederland heeft gewonnen.

Slide 10 - Tekstslide

eigenschap i.p.v. persoon: Heb je alweer zo'n babyface aan de haak geslagen!

Slide 11 - Tekstslide

materiaal i.p.v. voorwerp: Marianne Timmer heeft goud gewonnen.

Slide 12 - Tekstslide

voorwerp i.p.v. inhoud: Doe maar nog een kopje!

Slide 13 - Tekstslide

aardrijkskundige naam i.p.v. het product: Een heerlijke Bordeaux.

Slide 14 - Tekstslide

producent/maker i.p.v. product: Er hangt een Van Gogh bij hem thuis.

Slide 15 - Tekstslide

Met dat diploma gaan alle deuren voor je open.
A
Personificatie
B
Metafoor
C
Vergelijking
D
Metonymie

Slide 16 - Quizvraag

De auto's in de file bij Hedel kropen met nog maar een paar kilometer per uur voort.
A
Personificatie
B
Metafoor
C
Vergelijking
D
Metonymie

Slide 17 - Quizvraag

Na afloop van de voordracht klapte de zaal geruime tijd.
A
Personificatie
B
Metafoor
C
Vergelijking
D
Metonymie

Slide 18 - Quizvraag

In het zonlicht dansten talloze stofjes.
A
Personificatie
B
Metafoor
C
Vergelijking
D
Metonymie

Slide 19 - Quizvraag

Zo'n etterbak moet streng gestraft worden.
A
Personificatie
B
Metafoor
C
Vergelijking
D
Metonymie

Slide 20 - Quizvraag

Hij voelt zich zo vrij als een vogel.
A
Personificatie
B
Metafoor
C
Vergelijking
D
Metonymie

Slide 21 - Quizvraag

Met rubber is het veilig vrijen.
A
Personificatie
B
Metafoor
C
Vergelijking
D
Metonymie

Slide 22 - Quizvraag

De muren van het fort keken dreigend op ons neer.
A
Personificatie
B
Metafoor
C
Vergelijking
D
Metonymie

Slide 23 - Quizvraag

De docenten staken de koppen bij elkaar en besloten tot een revolutionaire oplossing voor het spijbelen.
A
personificatie
B
metafoor
C
vergelijking
D
metonymie

Slide 24 - Quizvraag

In de verte hoorden we een beekje murmelen.
A
personificatie
B
metafoor
C
vergelijking
D
metonymie

Slide 25 - Quizvraag

In de Gouden Eeuw bloeide de handel als nooit tevoren.
A
personificatie
B
metafoor
C
vergelijking
D
metonymie

Slide 26 - Quizvraag

Hij heeft zijn ijzers al ondergebonden en is klaar voor de schaatstocht.
A
personificatie
B
metafoor
C
vergelijking
D
metonymie

Slide 27 - Quizvraag

te doen:
leren: theorie woordenschat H3 en aantek. beeldspraak
afmaken: woordenschat H3
maken: werkblad 'extra oefening beeldspraak' (Teams - bestanden - lesmateriaal - woordenschat)
timer
5:00

Slide 28 - Tekstslide

huiswerk:
dinsdag 29 mrt  
leren: woordenschat H3 (verschillenede vormen beeldspraak
maken: opdr. 1 t/m 4 (startopdr. NIET) online of in je schrift
Klaar? verder met:

leren: theorie spelling getallen H3 (blz. 98/99) en bekijk het filmpje bij de theorie.

maken: opdr. 2, 3, 4 spelling getallen H3 (blz. 98/100)




Slide 29 - Tekstslide

om over na te denken:
Waar staat 'witlof' voor? Speel met het woord.
Welke boodschap wil Fresku overbrengen met dit nummer?

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video