Deze toets maak je in LessonUp. Zorg ervoor dat je de toets inlevert wanneer je klaar bent.
Succes!
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1
In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
PW H2 basis 1 t/m 6 (T)
Deze toets maak je in LessonUp. Zorg ervoor dat je de toets inlevert wanneer je klaar bent.
Succes!
Slide 1 - Tekstslide
De Grieken zorgden goed voor hun goden. Noem 2 dingen die ze voor de goden deden.
Slide 2 - Open vraag
Maak de goede combinaties
vrije mannen met burgerrecht
vrije mannen (vreemdelingen)
Vrouwen
Slaven
toezicht huishouden en slaven
werken voor hun brood.
stad besturen
Werken voor een meester.
Slide 3 - Sleepvraag
Zet de woorden bij het juiste vak.
Goed
Fout
De Griekse tempels zijn een goed voorbeeld van de Griekse cultuur.
Vrouwen mochten vroeger meedoen aan de Olympische Spelen.
De winnaars van de vroegere Olympische Spelen kregen een olijftak.
Op de oude Olympische Spelen werden minder sporten beoefend dan tegenwoordig.
Slide 4 - Sleepvraag
Lees de bron. Het is een fragment uit het boek Politica van de Griekse filosoof Aristoteles. Keurde hij slavernij goed of af? Leg je antwoord uit.
Slide 5 - Open vraag
Kies de letter van het juiste antwoord. 1. De stad Rome is rond 750 voor Christus ontstaan. 2. Onder keizer Trajanus mochten christenen kerken bouwen.
A
Beide zijn goed.
B
1. is goed, 2 is fout.
C
1. is fout, 2. is goed.
D
Beide zijn fout.
Slide 6 - Quizvraag
Lees de twee stellingen over brood en spelen in Rome. Met welke stelling ben
Jij het eens? Leg je mening uit
stelling 1: Door de armen brood en spelen te geven, bewezen de Romeinse bestuurders dat ze goed voor het volk wilden zorgen.
Stelling 2: Door de armen brood en spelen te geven, zorgden de Romeinse bestuurders ervoor dat ze aan de macht bleven.
Slide 7 - Open vraag
Lees de bron. Welke twee zinnen passen bij Caesar?
A
- Julius Caesar was een Romeinse generaal.
- Doordat Caesar mee ging vechten, sloegen de Galliërs op de vlucht.
B
- Doordat Caesar mee ging vechten, sloegen de Galliërs op de vlucht.
- Caesars troepen vochten met staken en zeisen.
C
-Julius Caesar was een Romeinse generaal.
-Julius Caesar was de eerste Romeinse keizer.
D
- Caesars troepen vochten met staken en zeisen.
- Julius Caesar was de eerste Romeinse keizer.
Slide 8 - Quizvraag
Waarom waren de Romeinse keizers tegen het christendom?
Er zijn meerdere antwoorden goed!
Goed
Fout
De christenen te weinig geld hadden voor belastingen.
De christenen niet wilde werken.
De christenen wilden niet voor de Romeinse keizer wilden bidden.
De christenen wilden bidden voor Roma.
Slide 9 - Sleepvraag
Lees bron 2. Past de bron bij de Romeinen of de Germanen? Leg je antwoord uit.
Slide 10 - Open vraag
Plaats de zinnen op de goede plek op de tijdlijn
750 v.CHr.
400 - 300 v. Chr.
146 v.Chr.
44 v.Chr.
27 v.Chr.
Julius Caesar werd vermoord.
Herdersdorpje aan de Tiber.
Na het verslaan van Carthago wordt Rome de grootste macht in de Middellandse Zee.
Romeinen gaan andere gebieden veroveren
Keizer Augustus is de 1e keizer van het Romeinse rijk.
Slide 11 - Sleepvraag
Goed of fout? 1. De Romeinen gaven Griekse goden Romeinse namen. 2. De Romeinen verspreidden hun cultuur door het hele Romeinse rijk.
A
Beide zijn goed.
B
1. is goed e n 2. is fout.
C
1. is fout en 2. is goed.
D
beide zijn fout.
Slide 12 - Quizvraag
Hier verbouwden boeren hun gewassen.
Hier woonden de mensen van Athene
Agora
Akropolis
Hier kwam de handelswaar binnen
Slide 13 - Sleepvraag
Welke beweringen over het ontstaan van het christendom zijn goed en welke zijn fout?
Goed
Fout
Joden en Romeinen zagen Jezus als onruststoker en gevaar.
Vooral rijke Romeinen waren in het geheim aanhangers van het christendom.
Het christendom is een monotheïstische godsdienst.
Jezus vertelde dat iedereen in de ogen van zijn god gelijk waren.
Slide 14 - Sleepvraag
Plaats de zinnen in de goede volgorde.
Van vroeg naar laat.
63 v. Chr.
33
54 - 68
312
313
Keizer Nero begint de christenen te vervolgen.
De Romeinen veroveren Judea
Pontius Pilatus laat Jezus van Nazareth kruisigen.
Keizer Constantijn krijgt een droom van God
Keizer Constantijn maakt het christendom tot de belangrijkste godsdienst.
Slide 15 - Sleepvraag
Welke spelen hielden de Romeinen in het Circus Maximus?
A
Gladiatoren spelen
B
Olympische spelen
C
Paardenrennen
D
Hardlopen
Slide 16 - Quizvraag
Welke spelen hielden de Romeinen in het Colosseum?
A
Gladiatoren spelen
B
Olympische spelen
C
Paardenrennen
D
Gevecht spelen
Slide 17 - Quizvraag
in 146 v.C. hadden de Romeinen heel Griekenland veroverd. Wat werd er door de Romeinen (van de Grieken) overgenomen? Noem 3dingen.
Slide 18 - Open vraag
Diana
Apollo
Jupiter
Roma
Zeus
Heeft bij de Grieken dezelfde naam.
Deze god kenden de Grieken niet.
God van de zon, muziek, dichtkunst en geneeskunst.
Godin van de jacht.
Maak de goede combinaties
Artemis
Oppergod.
Beschermgodin van het Romeinse rijk.
Slide 19 - Sleepvraag
Waar of niet waar? De Germanen woonden in kleine dorpjes.
A
waar
B
niet waar
Slide 20 - Quizvraag
Maak de goede combinaties
Romeinse cultuur
Germaanse cultuur.
Centrum van het Romeinse rijk.
Romeinse goden.
Aanbaden heilige bomen.
Rome
Een toga dragen, Latijn spreken en rekenen met Romeinse cijfers.
Polytheïsme
Slide 21 - Sleepvraag
De Grieken hielden de goden tevreden door offers en sportwedstrijden te organiseren.
A
waar
B
niet waar
Slide 22 - Quizvraag
De god Poseidon was de heerser van zeeën
A
waar
B
niet waar
Slide 23 - Quizvraag
Welk volk geloofde als eerste in één god?
A
Joden
B
Christenen
C
Moslims
D
Boedhisten
Slide 24 - Quizvraag
Leg uit waarom het dapper was om voor de 4e eeuw christenen te worden.
Slide 25 - Open vraag
Sleep de woorden naar de juiste plaats in de tekst.
Jezus kreeg de naam ………1………. Veel mensen geloofden dat hij de ……2…….. van god was. De volgelingen van Jezus noemen we …..3… In het begin werden de christenen…4…. Keizer …5…. Maakte daar een einde aan. Hij liet …..6… bouwen. De verhalen over Jezus staan in de ………7………
Christus
zoon
christenen
Vermoord
Constantijn
kerken
Bijbel
Slide 26 - Sleepvraag
Lees de twee onderstaande bronnen over christenvervolging.
Wat was volgens beide bronnen de oorzaak van de christenvervolging tijdens keizer Nero?
A
De christenen werden ervan verdacht, in opstand te willen komen tegen de keizer.
B
Veel christenen werden gedood omdat ze niet voor de keizer wilden offeren
C
Veel Romeinen waren bang dat de christenen allerlei rampen over het rijk brachten.
D
Volgens de keizer waren christenen onbetrouwbare brandstichters en relschoppers.