Clase 10. Unidad 6 Gramática C2

¡Bienvenidos chicos y chicas!
Jueves, 14 noviembre de 2024
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

¡Bienvenidos chicos y chicas!
Jueves, 14 noviembre de 2024

Slide 1 - Tekstslide

¿Qué vamos a hacer hoy?
  1. Somtoday.
  2. Objetivos unidad 6.
  3.  Seguimos con la unidad 6. Gramática
  4. ¡A trabajar!
  5. Final de la clase. ¿Qué hemos aprendido hoy?

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van dit hoofdstuk:
Leerdoelen
- ik kan praten over vervoersmiddelen
- ik kan praten over het verkeer
- ik kan een stad beschrijven
- ik kan de weg vragen/de weg wijzen



Slide 3 - Tekstslide

Aan het einde van dit hoofdstuk:
Succescriteria's
- ik kan de gebiedende wijs vervoegen
- ik weet wanneer ik hay en estar moet gebruiken



Slide 4 - Tekstslide

Repasamos el vocabulario de la unidad 6

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Unidad 6 Gramática
1. Gebiedende wijs (Imperativo) (Zie ook stencil op Somtoday)
2. Hay/estar

Slide 7 - Tekstslide

Herhaling uitleg imperativo
Bevestigende vorm:
tú = ww - r (ir ww krijgt e als uitgang)
hablar - habla
comer - come
escribir - escribe

vosotros = ww -r/+d (r vervangen voor d)
hablar - hablad
comer - comed
escribir - escribid

Slide 8 - Tekstslide

Herhaling uitleg imperativo
alle ontkennende vormen) = klinkerwisseling in de uitgang
ar ww - e
er/ir ww - a
                        
hablar - no hables  / no habléis
comer - no comas / no comáis
escribir - no escribas / no escribáis

Let op: de onregelmatige ww uit je hoofd leren!

Slide 9 - Tekstslide

Vertaal:
Doe de deur (la puerta) dicht (tú)
Dicht doen=cerrar(ie)

Slide 10 - Open vraag

Nu de ontkenning:
Doe de deur niet dicht (tú)
Dicht doen= cerrar (ie)

Slide 11 - Open vraag

Vertaal:
Open het boek (vosotros)
openen = abrir

Slide 12 - Open vraag

Nu de ontkenning:
Open het boek niet (vosotros)

Slide 13 - Open vraag

Vertaal:
Maak het huiswerk (tú)

Slide 14 - Open vraag

Nu de ontkenning:
Maak niet het huiswerk (tú)
Huiswer maken: hacer los deberes

Slide 15 - Open vraag

Hay
Met hay geef je aan of iets wel of niet bestaat.
In combinatie met onbepaalde lidwoorden (un/uno-a-os-as) OF meervoud (zonder lidwoorden of bezittelijk voornaamwoorden!)
Voorbeelden:
¿Hay tiendas en tu barrio?
¿Hay un cine por aquí?

Slide 16 - Tekstslide

Estar
Estar gebruiken we bij plaatsbepalingen en wanneer dingen bepaald zijn. Je weet dat het er is alleen niet waar.
Estar altijd + bepaalde lidwoorden (el/la/los/las) of bezittelijke voornaamwoorden (mi/tu/nuestro, etc.)
Voorbeelden:
¿Dónde está mi coche?
¿Está el cine por aquí cerca?

Slide 17 - Tekstslide

Kies:
hay / está / están
... mucha gente.

A
hay
B
está
C
están

Slide 18 - Quizvraag

Kies:
hay / está / están
¿Dónde ... el museo de Picasso?
A
hay
B
está
C
están

Slide 19 - Quizvraag

Kies:
hay / está / están
Tus libros ... en la mesa.
A
hay
B
está
C
están

Slide 20 - Quizvraag

Kies:
hay / está / están
No ... sitios libres.
A
hay
B
está
C
están

Slide 21 - Quizvraag

Verplichte opdrachten:
C2 U6 TB (in de klas) Gramática
Opdracht. 1 t/m 4
C2 U6 WB (huiswerk) Gramática
Opdracht. 1 t/m 5


Si terminas/Als je klaar bent:
Woordjes leren unidad 6
Frases claves unidad 6
Stencil Imperativo (leren)








Slide 22 - Tekstslide


¿Cómo has trabajado hoy en clase?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll


Na deze les, 
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof
nog meer te weten komen over de leerstof
niet meer te weten komen over de leerstof

Slide 24 - Poll

0

Slide 25 - Video