Ademhaling en verbranding

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Ademhaling

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Je moet de onderdelen van het ademhalingsstelsel goed weten? 
Ken jij ze allemaal?

Slide 4 - Tekstslide

Sleep de nummers naar de juiste namen
keelholte
Long
luchtpijp
Neusholte
strotte
hoofd
2
1
4
3
5

Slide 5 - Sleepvraag

Waarom is inademen in je neus gezonder?
*  Je maakt de lucht vochtig
*  Je maakt de lucht schoon
*  Je vangt ziekteverwekkers op
*  Je ruikt gevaarlijke stoffen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Kijk goed naar de plaatjes. Zie je het verschil tussen ademhalen, slikken en verslikken??

Slide 8 - Tekstslide

Bij ademhalen is...
A
Zowel de huig als het strotklepje is dicht
B
De huig is open het strotklepje is dicht
C
zowel de huig als het strotklepje is open
D
De huig is dicht, het strotklepje is open

Slide 9 - Quizvraag

wat is de huig?
A
1
B
2

Slide 10 - Quizvraag

Hoe staan de huig en het strotklepje bij het uitademen?
A
De huig hangt naar beneden, het strotklepje omhoog
B
De huig staat omhoog, het strotklepje omhoog
C
De huig hangt naar beneden, het strotklepje ook naar beneden
D
De huig hangt naar beneden, het strotklepje naar beneden

Slide 11 - Quizvraag

Wat gebeurt er als iemand zich verslikt?
A
Er komt eten in de slokdarm, omdat de strotklep niet dicht was
B
Er komt eten in de slokdarm, omdat de huig niet dicht was
C
Er komt eten in de luchtpijp, omdat de huig niet dicht was
D
Er komt eten in de luchtpijp, omdat de strotklep niet dicht was

Slide 12 - Quizvraag

Ben je niet goed in plaatjes?
Oefen dan het plaatje van de mond en keelholte via link in PPT

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Slide 15 - Link

Hoe bereikt zuurstof je long?
*  Door je mondholte of neusholte
*  Door de keelholte
*  Door je luchtpijp  => ligt aan de buitenkant
*  Door de bronchiën
*  Door de bronchiolen
*  In de long
*  In het longblaasje

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Zuurstof opnemen
Als de lucht in de bronchiolen zit komt het in de LONGBLAASJES. Daar vindt gaswisseling plaats!
In de longblaasjes:

Zuurstof                => uit lucht   =>  naar bloed
Koolstofdioxide => uit bloed  => naar lucht
Hoe ontstaat CO2 in het lichaam?

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Bekijk de werking van het longblaasje op de volgende site

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Trilhaarweefsel
In de neusholte, luchtpijp, bronchiën en bronchiolen zit trilhaarweefsel.
Dit trilhaarweefsel beschermt de longen:
het vangt bacteriën en stof op!!

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

In en uit ademen
  • Een long is GEEN spier, dus kan zelf niet bewegen!
  • om te kunnen bewegen zijn er spieren nodig .
  • Inademen: de longen moeten groter worden
  • Uitademen: de longen moeten kleiner worden

Slide 30 - Tekstslide

In en uit ademen
Borstademhaling:
tussenribspieren trekken de borstkas omhoog      =>              je ademt in
Tussenribspieren ontspannen en zakken naar beneden =>     je ademt uit

Slide 31 - Tekstslide

In en uit ademen
Buikademhaling:
middenrifspieren trekken samen en gaat naar beneden      => je ademt in
middenrifspieren ontspannen en gaan omhoog => je ademt uit

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Je gaat nu oefenen met de soorten ademhaling

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Link

denk je dat je het beheerst? Maak dan de volgende test maar!

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Link

Waardoor gaat de gaswisseling in de longen snel?
A
Groot oppervlak van de longblaasjes
B
Dunne wand van de longblaasjes
C
Groot oppervlak van de longblaasjes en een dunne wand longblaasjes
D
Dunne wand longblaasjes en snel in en uit ademen

Slide 40 - Quizvraag

Waar vindt de gasuitwisseling plaats?
A
in de longblaasjes
B
in de bronchiën
C
In de bronchiolen
D
in de neusholte

Slide 41 - Quizvraag

Waarin vertakt de luchtpijp zich bij de bifurcatie?
A
Bronchien
B
Longblaasjes
C
Keelholte
D
Strottenhoofd

Slide 42 - Quizvraag

Langs welke route bereikt zuurstof de longblaasjes?
A
neusholte - keelholte - luchtpijp - strottenhoofd - bronchiolen - bronchiën - longblaasjes
B
neusholte-keelholte-strottenhoofd - luchtpijp - bronchiolen - bronchiën - longblaasjes
C
neusholte - keelholte - strottenhoofd - bronchiolen - luchtpijp- bronchiën - longblaasjes
D
neusholte-keelholte-strottenhoofd - luchtpijp - bronchiën - bronchiolen - longblaasjes

Slide 43 - Quizvraag

Bloed dat naar de longblaasjes toestroomt is...
A
Zuurstofarm en koolstofdioxide rijk
B
Zuurstofrijk en koolstofdioxide arm
C
Zuurstofarm en koolstofdioxide arm
D
Zuurstofrijk en koolstofdioxide rijk

Slide 44 - Quizvraag

Wat wordt er uitgewisseld in de longblaasjes
A
Zuurstof in, Koolstofdioxide uit
B
Koolstofdioxide in, Zuurstof uit
C
Stikstof in, Koolstofdioxide uit
D
Zuurstof in , Stikstof uit

Slide 45 - Quizvraag

Einde

Slide 46 - Tekstslide