KiVa Jaar 3> Thema 4

Jaar 3: Thema 4: Plagen, ruzie of pesten?
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
sociaal emotioneelBasisschoolGroep 6-8

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Jaar 3: Thema 4: Plagen, ruzie of pesten?

Slide 1 - Tekstslide

Plagen, ruzie of pesten
Je leert: 
  1. Hoe los je een ruzie op? 
  2. Wat is een vriendschap waard?
  3. Verschillende vormen van gedrag

Slide 2 - Tekstslide

Eerst een stukje herhaling.
Eerst een stukje herhaling.
Eerst een stukje herhaling.
Eerst een stukje herhaling.
Nou ja, je begrijpt het wel...

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat is Plagen, pesten, ruzie?
  • Pesten = bewust negatief gedrag dat steeds herhaalt.
  • Pesten = machtsverschil
  • Pesten = slachtoffer kan zich moeilijk verdedigen
  • Pesten = niet een keer, maar vaker

Slide 5 - Tekstslide

Pesten met je MOND...
Je kunt schelden, maar wat nog meer?

Slide 6 - Woordweb

0

Slide 7 - Video

Een pester
  • Wil een plek in de groep
  • Wil (meer) macht
  • Wil bewonderd worden
  • Doet dit voor de lol
  • Wil indruk maken
  • Denken niet na over de gevolgen (of het kan ze niks schelen)

Slide 8 - Tekstslide

0

Slide 9 - Video

Een slachtoffer
  • moeite om te verdedigen
  • stellen zich volgzaam op
  • stellen zich onderworpen op (ze halen zichzelf omlaag)
  • zijn vaak angstig/onzeker
  • twijfelen aan zichzelf
  • Hebben soms moeite met bewegen, sporten, schrijven
  • zijn soms wat meer op zichzelf (van nature)

Slide 10 - Tekstslide

Ik herken mijzelf in de woorden van de vorige dia
A
Ja!
B
Een beetje
C
Nee
D
Ik ben de pestkop

Slide 11 - Quizvraag

Ik heb een pester in mijn klas
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Ik heb een ervaring als...
A
Meeloper
B
Pester
C
Slachtoffer
D
Plager

Slide 13 - Quizvraag

Is dit handig?
Maar zo voelt het wel als je problemen hebt. 
Je komt dan maar moeilijk vooruit omdat je hoofd vol zit. 
Neem iemand in vertrouwen: praat, schrijf of app. 
Je ouders, je opa of oma, een buurmens, een leerkracht. 
Of bel de kindertelefoon.

JIJ doet ertoe! 

Slide 14 - Tekstslide

Sleep 4 kaartjes naar de plek waar jij denkt dat het hoort
Pesten
Met opzet
Om te spelen/lachen
Er is iets gebeurd
(aanleiding)
Niet met opzet
Meerderen tegen één
In twee richtingen
Eén of twee richtingen
Gepeste voelt zich slecht
Af en toe
Steeds opnieuw
Vaak eenmalig
Vaak eenmalig
Je kunt er samen om lachen
Je bent allebei boos
Je bent allebei boos

Slide 15 - Sleepvraag

Heb jij een voorbeeld van pesten?

Slide 16 - Open vraag

Sleep 4 kaartjes naar de plek waar jij denkt dat het hoort
Plagen
Met opzet
Om te spelen/lachen
Er is iets gebeurd
(aanleiding)
Niet met opzet
Meerderen tegen één
In twee richtingen
Eén of twee richtingen
Gepeste voelt zich slecht
Af en toe
Steeds opnieuw
Vaak eenmalig
Vaak eenmalig
Je kunt er samen om lachen
Je bent allebei boos
Je bent allebei boos

Slide 17 - Sleepvraag

Plagen of pesten? Klik hier

Slide 18 - Tekstslide

timer
15:00000
De app staat (misschien nog) op je iPad, anders speelkaarten ophalen bij stamgroep Bouvigne. 
Spelregels Pesten!

Schud alle kaarten.
Iedere speler 7 kaarten. 
Omkeerde stapel overgebleven kaarten is de pakstapel. 
Maak ook een aflegstapel. 

Eerste speelronde:
Alle spelers mogen om de beurt een handkaart op de aflegstapel leggen. De jongste speler begint. De kaart die je aflegt moet qua waarde gelijk zijn aan de bovenste kaart van de aflegstpapel. Bij. 3 op 3 of ruiten ♦ op ruiten ♦. Als je geen juiste kaart kunt afleggen, moet je een kaart van de pakstapel pakken. Wanneer je de getrokken kaart wel kunt spelen, mag je de kaart meteen afleggen. Als de pakstapel leeg is, schud je de aflegstapel (op de bovenste kaart na). Dit is de nieuwe pakstapel. 

Winnen Pesten!
De speler die het eerst al zijn handkaarten kwijt is, wint.


Speciale kaarten 2 7 8 B A J

2: ♠ ♣ ♥ ♦ De volgende speler pakt 2 kaarten van de pakstapel.
7: ♠ ♣ ♥ ♦ Zeven blijft kleven. De speler moet nóg een kaart afleggen. Heeft de speler geen goede kaart, dan moet hij een kaart van de pakstapel pakken en deze eventueel afleggen.
8: ♠ ♣ ♥ ♦ Acht wacht. De volgende speler slaat een beurt over.
BOER: ♠ ♣ ♥ ♦ Boer aan het roer. De speler bepaalt het nieuwe symbool.
AAS: ♠ ♣ ♥ ♦ Aas draait de pot. De speelvolgorde keert om.
JOKER: J de volgende speler moet 5 kaarten pakken van de pakstapel. De speler die de kaarten moet pakken, bepaalt het nieuwe symbool. De joker mag je op elke kaart spelen.

Slide 19 - Tekstslide

KiVa Vragenlijst
Je gaat zo vragen beantwoorden over hoe jij je voelt in de klas, op school en of je je prettig voelt. 
Je hebt/krijgt een blaadje met wachtwoord en gebruikersnaam. 

Slide 20 - Tekstslide

Bedankt voor je inzet. 
Schuif je stoel aan, vergeet niets, verlaat het lokaal rustig. 

Slide 21 - Tekstslide