psychofarmica

Medicatie in de GGZ
Psychofarmaca


Door: Kim Mesland
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Medicatie in de GGZ
Psychofarmaca


Door: Kim Mesland

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
- Voorkennis ophalen
- Verschillende groepen
- Bijwerkingen
- Zo nodig medicatie
- Medicatie onder dwang

Slide 2 - Tekstslide

Psychofarmaca

Slide 3 - Woordweb

De verschillende groepen

- Stemmingsstabilisatoren
- Benzodiazepinen
- Antidepressiva
- Antipsychotica
- Psycho-stimulantia

Slide 4 - Tekstslide

Stemming stabilisatoren
Bij een bipolaire stoornis


Valproaat
Carbamazapine
Lithium (Risico Lithiumintoxicatie)

Slide 5 - Tekstslide

Stemmingsstabilisatoren
Worden ook wel lithium-middelen genoemd. Deze middelen gaan stemmingswisselingen tegen bij manie of manisch-depressieve stoornis.

Valproaat
Is een middel dat met name werkzaam is bij manieën.
Voordeel van valproaat is dat het sneller opgebouwd kan worden dan lithium en carbamazepine. Blijkt vooral geschikt bij gemengde episoden en minder bij de manie. Lijkt slechts beperkt werkzaam in de behandeling van depressieve episodes.

Carbamazepine
Naar carbamazepine is nog relatief weinig onderzoek gedaan. Carbamazepine lijkt echter even effectief als valproaat in het voorkomen en onderdrukken van een manie en mogelijk even werkzaam als lithium. Carbamazepine blijkt ook effectief in het behandelen van de schizoaffectieve stoornis. Carbamazepine lijkt weinig effectief te zijn in het behandelen van de depressieve episoden.

Bijwerkingen
Circa 20-50% van de patiënten die begint met stemmingsstabilisatoren staakt het gebruik op een gegeven moment tegen het advies van de arts in. Patiënten vinden het vaak vervelend dat hun stemming grotendeels bepaald wordt door een pilletje. Daarnaast heeft de medicatie diverse vervelende bijwerkingen: dorst, gewichtstoename (met name bij vrouwen), misselijkheid, spierzwakte, vermoeidheid, concentratieproblemen en emotionele vervlakking

Andere toepassingen
Stemmingsstabilisatoren worden soms ook toegepast bij de bordeline persoonlijkheidsstoornis, agressie, verslavingen en eetstoornissen.

Slide 6 - Tekstslide

Lithium
Dit medicijn wordt voorgeschreven aan cliënten met een manisch-depressieve stoornis. Cliënten krijgen bij gebruik van Lithiumcarbonaat vaak last van dorst. De concentratie Lithiumcarbonaat in het bloed moet precies goed zijn voor een optimale werking.
Daarom wordt de concentratie regelmatig gecontroleerd door middel van bloedonderzoek. Lithium werkt met name in op symptomen als een uitgelaten stemming en grootheidswaanzin.
Ongeveer 80% van de mensen in een depressieve episode reageert (deels) op dit medicijn. Lithium is alleen effectief wanneer het bepaalde waarden in het bloed bereikt heeft. Dit kan enkele dagen duren.

Bijwerkingen
Circa 20-50% van de patiënten die begint met stemmingsstabilisatoren staakt het gebruik op een gegeven moment tegen het advies van de arts in. Patiënten vinden het vaak vervelend dat hun stemming grotendeels bepaald wordt door een pilletje. Daarnaast heeft de medicatie diverse vervelende bijwerkingen: dorst, gewichtstoename (met name bij vrouwen), misselijkheid, spierzwakte, vermoeidheid, concentratieproblemen en emotionele vervlakking

Slide 7 - Tekstslide

Benzodiazepinen
Verminderen angst en spanning


Bekendste benzo’s:
Lorazepam, diazepam, temazepam en oxazepam.

Slide 8 - Tekstslide

Benzodiazepinen
Benzodiazepinen (Benzo’s) Worden ook wel minor tranquillizers genoemd.
Dit zijn middelen die de angst en spanning verminderen. Indicaties zijn met name angststoornissen en slapeloosheid.
Bekendste benzo’s: lorazepam (temesta), diazepam (valium), temazepam en oxazepam.

Wat minder bekende benzo’s: Chloordiazepoxide (Librium), Alprazolam, Bromazepam, Brotizolam, Calmday, Clobazam, Clorazepaat, Dalmadorm, Diazemuls, Dormicum, Dormonoct, Flunitrazepam, Flurazepam, Frisium, Halcion, Lendormin, Loprazolam, Lormetazepam, Medazepam, Midazolam, Mogadon, Nitrazepam, Noctamid, Nordazepam, Normison, Prazepam, Reapam, Seresta, Sonata, Stesolid, Tranxène, Triazolam, Xanax, Zaleplon.

Slide 9 - Tekstslide

Werkingsmechanisme benzo’s
Alle benzodiazepinen hebben, in meer of mindere mate, een kalmerende, versuffende, spierverslappende en anti-epileptische werking. Ze verschillen in snelheid van intreden en duur van effect. Afhankelijk van de klachten wordt een middel voorgeschreven dat snel werkt en na 8 uur is uitgewerkt (slaapmiddel) of een langzamer inwerkend middel dat langer werkzaam is (angstdempend middel).


Slide 10 - Tekstslide

Angststoornissen
De angstverminderende middelen of kalmeringsmiddelen worden toegepast bij aanhoudende en/of hevige angstgevoelens indien het dagelijkse functioneren hierdoor gestoord wordt. Deze medicijnen nemen niet de oorzaak van de angst weg, maar vlakken de symptomen wat af. Toepasbaar bij:

Obsessieve compulsieve stoornissen (OCS)
Gegeneraliseerde angst-stoornissen (GAS)
Paniekstoornissen
Sociale fobieën
Post-traumatische stress-stoornis (PTSS)

Slide 11 - Tekstslide

Slaapmiddelen
Het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) geeft als richtlijn: “Een kortdurende behandeling (2 weken) van ernstige slaapstoornissen en pathologische angst en spanning, die het normale functioneren verstoort of waaronder ernstig wordt geleden”.

Het wordt voorgeschreven ter overbrugging van een zware periode, een soort time-out voor enkele weken.
Je kunt hierbij denken aan een periode van enorme stress of spanning met angsten en/of slapeloosheid waardoor je niet meer goed kan functioneren in werk, gezin en op andere terreinen van het leven.
 Ook wordt het voorgeschreven om angst en onrust te bestrijden die als nevenverschijnsel bij een psychose of depressie optreden. Benzodiazepinen zijn dan geïndiceerd zolang de andere medicijnen nog niet werken en dat kan bij antidepressiva een aantal weken duren.

Slide 12 - Tekstslide

Afhankelijkheid en verslaving
Langer gebruik van benzodiazepinen leidt tot afhankelijkheid. Al na enkele weken treedt er tolerantie op: de gebruiker heeft steeds meer nodig van het middel om hetzelfde effect te bereiken, ofschoon bij lage doseringen geen tolerantie optreedt. Het risico van geestelijke afhankelijkheid is groot. De gebruiker verlangt steeds meer naar het middel en naar zijn idee kan hij niet meer goed zonder benzo’s functioneren. Ongeveer 40% van de gebruikers is verslaafd.
Rebound
Waar altijd rekening mee moet worden gehouden is dat de klachten na het staken van de medicatie in heviger mate terugkomen. 

Slide 13 - Tekstslide

Bijwerkingen

Naast de verslavende werking treden bijwerkingen op als sufheid, vermoeidheid, onverschilligheid, somberheid, verminderd reactie- en concentratie-vermogen (ten koste van de rijvaardigheid), verminderde inschatting eigen capaciteiten, toename van de eetlust, verminderde spierbeheersing (grotere kans op vallen), tijdelijk geheugenverlies (anterograde amnesie), verminderde zin in seks (libido-afname)

Soms is er sprake van emotionele afvlakking (= verminderde geestelijke subtiliteit) of ontremming en agressie waardoor relationele en sociale problemen kunnen ontstaan

De medische werking van benzo’s vermindert bij langdurig gebruik. Het zou nog wel eens zo kunnen zijn, dat bij langdurig, ononderbroken gebruik, er nauwelijks tot geen aantoonbare voordelen meer zijn en wel veel nadelen. 

Slide 14 - Tekstslide

Antidepressiva
- Kan tot 6 weken duren voordat het werkt

- Bijwerkingen treden gelijk op

Slide 15 - Tekstslide

Antidepressiva
Deze veelgebruikte psychofarmaca bestrijden depressies en angsten.
Het belangrijkste effect van deze medicatie is dat het de somberheid van de cliënt wegneemt. Het duurt meestal langer dan een week voordat deze werking voor de cliënt merkbaar is. Soms is de gewenste werking pas na 4 maanden merkbaar. De bijwerkingen zijn wel al vanaf de eerste dag merkbaar. Veel voorkomende bijwerkingen van antidepressiva zijn: een droge mond, sufheid en verminderde concentratie. Het gebeurt nogal eens dat de cliënt enkele dagen nadat hij gestart is met antidepressiva stopt met inname. Dat komt omdat hij alleen de vervelende bijwerkingen ervaart en niet de gewenste werking. Het is erg belangrijk dat hulpverleners goede voorlichting geven over deze medicatie en de cliënt stimuleren om door te gaan met de medicatie-inname.
bijwerkingen zijn vooral afgevlakt gevoels leven, het gevoel hebben niet meer betrokken te zijn, eetlust, slapen, gebrak aan ambitie

Slide 16 - Tekstslide

Antipsychotica
- Klassieke en atypische antipsychotica

- Extrapiramidale bijwerkingen

Voorbeelden: Haldol, Clozapine, Cisordinol, Olanzapine

Slide 17 - Tekstslide

Antipsychotica
Deze middelen bestrijden hallucinaties en wanen en worden daarom ook voorgeschre-
ven aan patiënten die last hebben van psychosen.
Bekende voorbeelden van antipsychotica zijn Haldol en Zyprexa. De middelen zijn in verschillende toedieningsvormen verkrijgbaar. Meestal worden ze in tabletvorm toegediend, maar ze kunnen ook toegediend worden in de vorm van injectievloeistof of druppelvorm. Bij cliënten die langdurig last hebben van wanen en hallucinaties worden de antipsychotica ook wel in ‘depotvorm’ geïnjecteerd. Antipsychotica in depotvorm zijn enkele weken werkzaam. Het werkzame bestanddeel van het medicijn wordt namelijk langzaam losgelaten en opgenomen door het lichaam.
Veel voorkomende bijwerkingen van antipsychotica zijn stoornissen aan het bewegingsapparaat (traagheid en verkramping van spieren). Ook kan er speekselvloed optreden. Tegen de bijwerkingen van antipsychotica in het bewegingsapparaat en de speekselvloed zijn medicijnen ontwikkeld. 

Slide 18 - Tekstslide

Bijwerkingen

Slide 19 - Tekstslide

Medicatie onder dwang
- Waarom?
- Hoe?
- Wetgeving

Slide 20 - Tekstslide

Vragen?
VRAGEN?

Slide 21 - Tekstslide