IMYC Aanpassingsvermogen les 3

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Ik zit klaar voor de les:

  • Mijn spullen liggen op tafel (boek, pen, laptop en schrift).
  • Mijn telefoon zit in de telefoontas
  • Mijn oortjes zitten in mijn tas.
  • Mijn jas hangt aan de kapstok.
  • Mijn pet of capuchon is af.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

IMYC AANPASSINGSVERMOGEN
Vluchtelingen
Les 3

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Deze les:
  • Terugblik
  • Instructie
  • opdrachten maken
  • Woordmap woorden bedenken
  • Evalueren hoe de les ging

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Terugblik


Aanpassingsvermogen
Migratie en
migratiemotieven




Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbind de woorden met de juiste omschrijving
Iemand die naar Nederland komt, omdat zijn familie daar woont. 
Iemand die naar Nederland komt om te studeren. 
Iemand die naar Nederland vlucht omdat hij/ zij in zijn eigen land niet veilig is. 
Iemand die naar Nederland komt om te werken. 
Vluchteling
Arbeidsmigrant
Gezinsmigrant
Studiemigrant

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een ander woord voor een vluchteling is een .....migrant

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Lesdoel:


– Je weet het verschil tussen een migrant, een asielzoeker en een vluchteling.
- Je weet het verschil tussen migratiemotieven en vluchtmotieven.
- Je kent de verschillende vluchtmotieven. 


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: 
Maak de eerste opdracht op je werkblad 
Opdracht 1: Wat was wat ook alweer? Weet jij het nog? Vul de juiste antwoorden in. 
timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreken 
We bespreken de juiste antwoorden

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag
Wat is het verschil tussen een vluchteling en andere soorten migranten? 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vier redenen om te vluchten
  1. Politieke motieven: oorlog, geen vrijheid van meningsuiting.
  2. Sociale motieven: straf door geloof, geaardheid en/of ras.
  3. Economische motieven: werkloosheid, armoede.
  4. – Ecologische motieven: droogte, hongersnood, aardbeving, en overstroming.

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeelden laten noemen/ laten beschrijven wat hiermee wordt bedoeld. 
Opdracht:
Maak opdracht 2 van je werkblad. 
Geef aan welke redenen (motieven) er op het werkblad worden bedoeld. 
timer
3:00

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goede antwoorden
Bespreken van de goede antwoorden

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke nieuwe woorden hebben we vandaag geleerd (voor de woordmap)?

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies


Evaluatie:
  1. Wat was het lesdoel?
  2. Wat weet je nu dat je nog niet wist?
  3. Hoe ging het vandaag?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht in tweetallen
Schrijf op je blad op de ene kant in het midden het begrip:
Migranten
Schrijf op je blad op de andere kant in het midden het begrip:
Vluchtelingen

Schrijf bij beide begrippen zoveel mogelijk woorden/ informatie die je de afgelopen twee lessen hebt geleerd. 
timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

Sommige mensen denken dat er de laatste jaren meer migratie naar Europa is, maar dat beeld klopt niet. Migratie is al eeuwenoud. Door de eeuwen heen
zijn mensen zich steeds meer gaan verplaatsen, waardoor mensen nu over de hele aarde verspreid zijn. Mensen voelden zich bijvoorbeeld aangetrokken tot een bepaalde plek of zijn verdreven van de plek waar ze woonden. Het aantal mensen op aarde neemt in de toekomst verder toe, dus de verwachting is dat er ook migratie zal blijven plaatsvinden.

Al eeuwenlang verplaatsen mensen zich over de hele wereld. Het verplaatsen van personen over een grens om daar te gaan wonen, noemen we migratie. Vluchten is dus een vorm van migratie.