H3 Water

1 / 17
volgende
Slide 1: Video
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Slide 2 - Video

 3 fasen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Neerslag
  • Er valt geen neerslag als de lucht omhoog stroomt, de lichte druppels en ijskristallen worden weer omhoog gestuwd.
  • Als de druppels of ijskristallen te zwaar zijn om omhooggestuwd te worden valt er wel neerslag.

  • Is de temperatuur onder de wolk hoger dan 0 graden Celcius dan valt er regen
  • Vallen de druppels door een luchtlaag die onder het vriespunt ligt, dan raken de druppels onderkoeld. Er valt dan hagel of sneeuw
  • Komen de onderkoelde druppels op een bevroren opeervlakte dan ontstaat ijzel

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer valt er sneeuw?
  • Bij een temperatuur van -12 graden Celsius in de wolk rijpt de waterdamp tot kristallen.
  • Hierbij zijn ook kristallisatiekernen (bv stofdeeltjes) nodig.
  • de ijskristallen groeien uit tot sneeuwvlokken.
  • Als ze zwaar genoeg zij vallen ze naar beneden.
  • Alleen bij een lage temperatuur blijven de kristallen bestaan, anders smelten ze en valt er regen.

Slide 6 - Tekstslide

Condensatie
  • Waterdamp gaat in de lucht condenseren bij een bepaalde temperatuur,  het dauwpunt.
  • Door condensatie ontstaan kleine waterdruppeltjes, deze blijven in de lucht zweven.
  • Veel kleine druppeltjes samen vormen een wolk.
  • Bij condensatie vlak boven de grond spreken we van mist.

Slide 7 - Tekstslide

Kristallen

Slide 8 - Tekstslide

adhesie en cohesie
Adhesie = aantrekkingskracht tot een Andere molecuul

Cohesie = aantrekkingskracht tot een dezelfde molecuul



Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Huiswerk

maak de opgaven 1 t/m 11 van paragraaf 1
Maak opgaven 1 t/m 13 van paragraaf 3

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Celcius thermometer
Uitgangspunt van Celcius is het smeltpunt en kookpunt van                                                                                                   water.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Kookpunt en smeltpunt
De temperatuur waarbij de stof overgaat van vast naar vloeibaar is het smeltpunt van die stof.
De temperatuur waarbij de stof overgaat van vloeibaar naar gas is het kookpunt van die stof

Kookpunt en smeltpunt zijn stofeigenschappen.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk

maak de opgaven 1 t/m 7 van paragraaf 2
Maak opgaven 1 t/m 12 van paragraaf 4

Slide 17 - Tekstslide