De eerste 3 stappen hebben vooral te maken met rijondersteuning. Pas vanaf stap 4 en 5 valt echt van zelfrijdende auto’s te spreken.
Niveau 1: wanneer je een lijn overschrijdt of te hard rijdt, krijg je een geluidssignaal te horen.
Niveau 2: de auto kan zelf bepaalde specifieke manoeuvres uitvoeren. Parkeren bijvoorbeeld.
Niveau 3: je kunt de auto zichzelf laten besturen, maar in noodsituaties moet je zelf de controle overnemen.
Niveau 4: de auto kan zelf reageren en kan bepaalde manoeuvres zelfs uitvoeren zonder bestuurder aan boord. Deze auto is dus bijna helemaal zelfstandig: dit is een hoog geautomatiseerde vorm van besturing.
Niveau 5: zeg het stuur, de pedalen en de versnellingspook maar gedag: deze auto kan volledig zelf rijden, een routeplanner volgen, zonder menselijk ingrijpen.