1.5 woordenlijst
Achterhalen
A
veranderen
B
te weten komen
1 / 25
Onderdelen in deze les
Achterhalen
A
veranderen
B
te weten komen
Slide 1 - Quizvraag
Flexibel
A
heel erg groot
B
tijdelijk
C
met heel veel tegelijk
D
buigzaam, past zich makkelijk aan
Slide 2 - Quizvraag
Wijzigen
A
veranderen
B
te weten komen
Slide 3 - Quizvraag
voorlopig
A
heel erg groot
B
vastleggen, onthouden
C
tijdelijk
D
op elkaar kunnen reageren
Slide 4 - Quizvraag
Afgeleid
A
ontstaan uit een ander woord, de aandacht op iets anders gericht
B
begrijpen hoe iets in elkaar zit
Slide 5 - Quizvraag
Fotoshoppen/Photoshoppen
A
telefonische hulp bij technische problemen
B
bewerken van een digitale foto op de computer
C
beeldscherm
D
wat alleen digitaal bestaat
Slide 6 - Quizvraag
Virtueel
A
wat alleen digitaal bestaat
B
bewerken van een digitale foto op de computer
Slide 7 - Quizvraag
Veel tijd in beslag nemen
A
over de hele wereld hetzelfde
B
verzamelde informatie
C
veel tijd en aandacht opeisen
D
vastleggen, onthouden
Slide 8 - Quizvraag
het gadget
A
verzamelde informatie
B
hebbeding, grappig voorwerp zonder veel waarde
Slide 9 - Quizvraag
de gegevens
A
iemand met een eigen bedrijf
B
verbonden met internet
C
verzamelde informatie
D
te weten komen
Slide 10 - Quizvraag
Universele
A
wat alleen digitaal bestaat
B
over de hele wereld hetzelfde
Slide 11 - Quizvraag
de sociale media
A
tijdelijk
B
veranderen
C
verzamelde informatie
D
websites die mensen kunnen gebruiken om, informatie aan elkaar door te geven
Slide 12 - Quizvraag
de helpdesk
A
beeldscherm
B
telefonische hulp bij technische problemen
Slide 13 - Quizvraag
Interactief
A
wat alleen digitaal bestaat
B
op elkaar kunnen reageren
C
vergissing doordat je elkaar niet begrijpt
D
vastleggen, onthouden
Slide 14 - Quizvraag
de slaapstand
A
sluimerstand, de computer niet helemaal uitzetten
B
verbonden met internet
Slide 15 - Quizvraag
Registreren
A
vergissing doordat je elkaar niet begrijpt
B
vastleggen, onthouden
C
verzamelde informatie
D
te weten komen
Slide 16 - Quizvraag
Inzicht krijgen in
A
begrijpen hoe iets in elkaar zit
B
heel erg groot
Slide 17 - Quizvraag
Levensgroot
A
veranderen
B
tijdelijk
C
met heel veel tegelijk
D
heel erg groot
Slide 18 - Quizvraag
Opbiechten
A
begrijpen hoe iets in elkaar zit
B
vertellen dat je iets slechts hebt gedaan
Slide 19 - Quizvraag
Online
A
wat alleen digitaal bestaat
B
met heel veel tegelijk
C
verbonden met internet
D
sluimerstand, de computer niet helemaal uitzetten
Slide 20 - Quizvraag
Massaal
A
heel erg groot
B
met heel veel tegelijk
Slide 21 - Quizvraag
de media
A
middelen om informatie aan anderen door te geven, bijvoorbeeld radio, tv, kranten en internet
B
wat alleen digitaal bestaat
C
beeldscherm
D
te weten komen
Slide 22 - Quizvraag
de ondernemer
A
op elkaar kunnen reageren
B
iemand met een eigen bedrijf
Slide 23 - Quizvraag
de monitor
A
tijdelijk
B
hebbeding, grappig voorwerp zonder veel waarde
C
wat alleen digitaal bestaat
D
beeldscherm
Slide 24 - Quizvraag
het misverstand
A
vergissing doordat je elkaar niet begrijpt
B
op elkaar kunnen reageren
