In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Industrialisatie
Van handwerk naar machines
Nieuwe energie!
1800-1900
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Je weet wat industrialisatie betekent
Je weet wanneer de industriële revolutie plaatsvond en hoe dat kwam
Je weet een aantal gevolgen van de industrialisatie.
Je kan een definitie geven van de volgende begrippen: fabriek, huisnijverheid, industriële revolutie, industriële samenleving en massaproductie
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Opschrijven:
De Industriele Revolutie is een verandering in de manier van produceren waarbij machines het werk van mensen overnamen.
De Industriele Revolutie!
Slide 4 - Tekstslide
Voordat er fabrieken kwamen:
Huisnijverheid: werk dat mensen thuis voor een ondernemer doen om wat extra geld te verdienen
Vooral in de winter door wol tot stof te maken
Veranderde rond 1700 toen vraag naar katoen steeg
Spinners en wevers in de huisnijverheid konden de vraag naar katoenen stoffen niet bijhouden
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Industrialisatie
1760 eerste fabrieken in Engeland
Van huisnijverheid naar fabrieksarbeid
Mensen trekken van platteland naar stad (Urbanisatie)
Slide 7 - Tekstslide
Eerste fabrieken: bedrijf waar op grote schaal met machines producten worden gemaakt
Slide 8 - Tekstslide
Fabrieken
Grondstoffen
Arbeiders
Nieuwe vervoersmethoden
Slide 9 - Tekstslide
Industrialisatie = de opkomst van industrie in een gebied waar eerst vooral aan landbouw werd gedaan
Industrialisatie begon in Engeland
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Oorzaken industrialisatie
Rond 1700 stoommachine uitgevonden, werd later door James Watt verbeterd --> nu kon deze gebruikt worden voor spin- en weefmachines en voor stoomlocomotieven.
Industriële revolutie: grote verandering in West-Europa door de komst van fabrieken en nieuwe vervoermiddelen aan het eind van de 18e en in 19e eeuw
Slide 12 - Tekstslide
Gevolgen industrialisatie
Van landbouw-stedelijke samenleving naar industriële samenleving (in de periode 1750 - 1850)
Industriële samenleving = samenleving waar industrie het voornaamste middel van bestaan is
Huisnijverheid maakt plaats voor massaproductie
Massaproductie = Met machines grote hoeveelheden van dezelfde producten maken
Slide 13 - Tekstslide
Gevolgen industrialisatie
Landelijke gebieden worden industriële gebieden met grote, dichtbevolkte steden
Betere verbinding over water en land --> kanalen aangelegd, spoorwegen aangelegd
Slide 14 - Tekstslide
Industriële samenleving is...
A
Landbouw is voornaamste bestaansmiddel
B
Werken in fabrieken is voornaamste bestaansmiddel
C
Jagen en verzamelen is voornaamste bestaansmiddel
Slide 15 - Quizvraag
Welk begrip past bij de afbeelding
A
Industrialisatie
B
fabriek
C
huisnijverheid
Slide 16 - Quizvraag
Wanneer begon de industriële revolutie
A
1953
B
1800
C
1844
D
2017
Slide 17 - Quizvraag
Wat hoort niet bij industrialisatie
A
Industrie
B
Landbouw
C
Treinen
D
Stoommachine
Slide 18 - Quizvraag
Vul het juiste woord in: Verstedelijking is een ............... van de industrialisatie.
A
oorzaak
B
gevolg
Slide 19 - Quizvraag
welk land begon de industriele revolutie
A
Belgie
B
Nederland
C
Engeland
D
Amerika
Slide 20 - Quizvraag
Wat is een oorzaak voor de industrialisatie?
A
Nieuwe uitvindingen
B
Aanleg van infrastructuur
C
Engelse investeringen
Slide 21 - Quizvraag
Door de industrialisatie werd veel geld verdiend, de rijkdom werd eerlijk verdeeld.