Biologie Carrousel H5 online les 1

Carrousel stevigheid en beweging les 1
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Carrousel stevigheid en beweging les 1

Slide 1 - Tekstslide

Hoe
Tijdens het carrousel gaan jullie je kennis over het skelet en beweging in een nieuwe situatie gebruiken. Je zult herhaling krijgen van dingen die je al weet. Nieuwe plaatje te zien krijgen, kennis krijgen om te gebruiken in combinatie met wat je al weet en vragen om te beantwoorden. Dit alles om het toepassen en integreren van je kennis te oefenen. 
Je doorloopt  in je eigen tempo tijdens de les de LessonUp. En beantwoordt de vragen die je onderweg tegen komt.

Slide 2 - Tekstslide

Schedels

Slide 3 - Tekstslide

Roofdier
Heeft zijn ogen aan de voorkant van de schedel. Zo kan hij goed met twee ogen focussen op zijn prooi.

Slide 4 - Tekstslide

Prooidier
Heeft zijn ogen aan de zijkant van de schedel. Zo kan hij goed opzij kijken of roofdieren aan te zien komen.

Slide 5 - Tekstslide

Links roofdier.  Rechts prooidier   

Slide 6 - Tekstslide

Muizen (schedels hiernaast). Roofdier of prooidier?
A
Roofdier
B
Prooidier

Slide 7 - Quizvraag

Schedel hiernaast.
Roofdier of prooidier?
A
Roofdier
B
Prooidier

Slide 8 - Quizvraag

Schedel hiernaast, roofdier of prooidier?
A
Roofdier
B
Prooidier

Slide 9 - Quizvraag

Achterhoofdsgat
Op de plek waar het ruggenmerg de schedel verlaat zit een gat in de schedel, het achterhoofdsgat.(zie plaatje hiernaast). De plek van het achterhoofdsgat is ook het begin van de ruggengraat. Aan de hand van het achterhoofdsgat kan je zien hoe de ruggengraat loopt.

Slide 10 - Tekstslide

Hoe verwacht je dat de ruggengraat van het dier hiernaast loopt?
A
Horizontaal
B
Diagonaal (schuin)
C
Verticaal

Slide 11 - Quizvraag

Achterhoofdsgat zit achterop de schedel. Daarvandaan loopt de ruggengraat  (min of meer) horizontaal. Het dier loopt dan op 4 poten.

Slide 12 - Tekstslide

Tanden en kiezen 

Slide 13 - Tekstslide

Tanden en kiezen
Op de vorige slide zag je de kiezen van een olifant.
Tanden en kiezen zeggen veel over het dieet van een dier. Zowel het soort tanden en kiezen als de plaatsing ervan zegt veel over wat en hoe een dier eet.
De verschillende soorten gaan we nu bekijken

Slide 14 - Tekstslide

Soorten kiezen
Planten zijn moeilijk te verteren. De kiezen van planteneters hebben een groot oppervlak om te zorgen dat de planten zo goed mogelijk fijn gekauwd worden.

Vlees is moeilijk los te krijgen en wordt met snij (of knip)-kiezen in grote stukken los gescheurd. 

Slide 15 - Tekstslide

Planteneter, alleseter of vleeseter?
A
Planteneter
B
Alleseter
C
Vleeseter

Slide 16 - Quizvraag

Waarvoor verwacht je dat de grote hoektanden van het dier hiernaast zijn?

Slide 17 - Open vraag

Vergelijk.
Het gebit op het plaatje bij de vorige vraag is van een leeuw. Hiernaast zie je het gebit van een paard. Je ziet dat de grote hoektanden die zo duidelijk aanwezig zijn bij de leeuw bij het paard afwezig zijn. Een paard heeft geen hoektanden nodig om zijn prooi te doden.

Slide 18 - Tekstslide

Bot dichtheid

Slide 19 - Tekstslide

Bot dichtheid
In de afbeelding hiernaast zie je de botten van een vogel en die van een mens. De dichtheid van een bot wordt bepaald door hoe dicht de botcellen op elkaar zitten en hoeveel botcellen er zijn.

Slide 20 - Tekstslide

Welk bot verwacht je dat er zwaarder is. Dat van een vogel of van een mens?
A
Vogel
B
Mens

Slide 21 - Quizvraag

Bot dichtheid
Het bot van een mens is zwaarder dan die van een vogel, dit omdat het bot  dichter is. 

Slide 22 - Tekstslide

Waarom zijn de botten van een vogel minder zwaar dan die van een mens?

Slide 23 - Open vraag

Wat verwacht je van de dichtheid van de botten van een olifant. Zijn die dichter dan die van de mens? Leg je antwoord uit.

Slide 24 - Open vraag

Hoe ging het maken van de opdrachten?
A
Heel goed, ik had genoeg tijd
B
Ik weet het niet goed, de vragen waren moeilijk
C
Prima, ik begrijp de stof van het thema goed
D
Ik heb het niet serieus gemaakt

Slide 25 - Quizvraag