Een auto rijdt met een snelheid van 63 km/h. De automobilist geeft meer gas, waardoor zijn snelheid in 5,0s eenparig toeneemt tot 90 km/h.
a) Bereken de versnelling van de auto in m/s.
b) Bepaal de afstand die de auto tijdens de beweging aflegt. Schets daarvoor eerst het (v,t)-diagram.
c) Bereken de eindsnelheid als de versnelling niet 5,0s maar 6,0s duurt.