Week 10 - Les 3

Prends tes livres!
Quel temps fait-il aujourd'hui?
Quelle est la date d'aujourd'hui?
Qu'est-ce que tu portes aujourd'hui?
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Prends tes livres!
Quel temps fait-il aujourd'hui?
Quelle est la date d'aujourd'hui?
Qu'est-ce que tu portes aujourd'hui?

Slide 1 - Tekstslide

Le planning
  • Corriger les devoirs
  • Répéter le glossaire
  • Les pronoms COD 
  • Faire des exercices

Slide 2 - Tekstslide

Le but d'aujourd'hui
  • Ik begrijp wat het pronom COD is en kan dit toepassen in opdrachten. 

Slide 3 - Tekstslide

Corriger les devoirs
  • Prends un stylo rouge/autre couleur
  • Corriger ex. 1 et 3 (CD'E, p. 26+27) 

Slide 4 - Tekstslide

Glossaire unité 2, leçon 1
Hoe zeg je in het Frans dat...

1. je met je hond in de stad woont?
  • J'habite en ville avec mon chien.
timer
3:00

Slide 5 - Tekstslide

 Lees goed en schrijf op: wat valt je op?
  • J'aime mon frère. Je l'aime.
  • Je veux manger un sandwich. Je vais le manger pendant le déjeuner.
timer
1:00

Slide 6 - Tekstslide

Le pronom COD - LD'E, p. 34
  1. Jullie werken in tweetallen
  2. Bekijk allebei eerst zelfstandig bron 2 op pagina 34 (LD'E).
  3. Zorg ervoor dat je de bron goed doorleest en probeert te begrijpen waar het over gaat. Je maakt ook aantekeningen in je schrift.
  4. Na 5 minuten wisselen jullie jullie kennis uit over dit onderwerp.

Let op: er worden aan het eind (random) controle vragen over dit onderwerp gesteld.




timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

Questions de contrôle
  • Wat is een pronom COD precies?
  • Dat is wanneer je le,la of les als lijdend voorwerp gebruikt. 

  • Wat vervangt het pronom COD?
  • Het vervangt personen (Julie, Anna) of zaken (le bus).

  • Wanneer weet je of het le, la of les is?
  • Je moet dan kijken naar het woord dat vervangen wordt. Als het mannelijk is gebruik je 'le', vrouwlijk 'la' en meervoud 'les'

  • Wanneer worden le en la een " l' "?
  • Wanneer het woord eracht begint met een klinker of een stomme h 

  • Waar staat het pronom COD in een zin?
  • Voor de persoonsvorm (of voor een heel werkwoord in de zin).

Slide 8 - Tekstslide

Le pronom COD - exercice
  • On va faire ex. 6 ensemble - CD'E, p. 28

Slide 9 - Tekstslide

La réflexion
"Ik begrijp wat het pronom COD is en kan dit toepassen in opdrachten."

- Wat is het?
- Wat doet het?
- Welke vormen zijn er?
- Wat zijn de uitzonderingen?

Slide 10 - Tekstslide

Prends ton agenda et notes les devoirs
  • Faire ex. 6, 10 - CD'E, p. 28 +30
  • Doornemen Glossaire unité 2, leçon 1 (LD’E, p. 105, 106)

Slide 11 - Tekstslide