In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
Godsbeelden
Les 3: Karl Marx
Periode 4
vwo-5
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel en lesopbouw
Kennen: de religie- en maatschappijkritiek van Karl Marx
Kunnen: opdracht maken
Woordweb: Karl Marx
Video + kijkvragen
Uitleg: Karl Marx
Zelfstandig video bekijken
Reflectie: wat weten we nu?
Slide 2 - Tekstslide
Karl Marx
Slide 3 - Woordweb
Karl Marx (1818 - 1883)
Kijkvragen voor de video:
Wat bedoelt Marx precies met 'meerwaarde'?
Hoe vervreemdt de mens zich van zichzelf onder het kapitalisme volgens Marx?
Wat wordt er bedoeld met dat de economie de basis is die rest bepaalt?
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
03:22
Wat wordt er bedoeld met dat de economie de basis is die rest bepaalt?
Slide 6 - Open vraag
03:22
Hoe vervreemdt de mens zich van zichzelf onder het kapitalisme volgens Marx?
Slide 7 - Open vraag
03:22
Wat bedoelt Marx precies met 'meerwaarde'?
Slide 8 - Open vraag
Karl Marx (1818 - 1883)
Feuerbach dacht dat een mens een onveranderlijke natuur had die de oorzaak was van zijn religieuze denkbeelden.
Menselijke behoeften vormden het godsbeeld (projectie).
Marx had kritiek op dit mensbeeld van Feuerbach, met name wat betreft de vermeende onveranderlijkheid. De menselijke natuur was volgens Marx stukken meer afhankelijk van de maatschappelijke relaties en omstandigheden (veranderlijk).
Slide 9 - Tekstslide
Karl Marx (1818 - 1883)
Marx zag religie als een bedriegende pijnstiller:
“Religie is de zucht van het onderdrukte schepsel, het hart van een harteloze wereld, net zoals het de geest is van een geestloze toestand. Het is het opium van het volk.”
De behoefte aan die pijnstiller lag Marx aan vervreemding door het kapitalisme: de mens in dit systeem letterlijk een ander mens. Hij is niet meer wie hij oorspronkelijk was.
Slide 10 - Tekstslide
Karl Marx (1818 - 1883)
Volgens Hegel en Marx verliep de geschiedenis volgens een interne logica (met tegenstellingen) gestaag richting een bepaald einddoel. Dat einddoel was de menselijke vrijheid.
Volgens Hegel stonden ideeën aan de basis van de gestage ontwikkeling (idealisme).
Volgens Marx stonden de materiële omstandigheden, de economie, aan de basis van de ontwikkeling (materialisme).
Slide 11 - Tekstslide
Karl Marx (1818 - 1883)
De menselijke vrijheid bestond volgens Marx in de controle over het eigen bestaan - om je lot zelf te bepalen als mens.
Onder het kapitalisme, een noodzakelijke stap richting communisme, is die controle enkel beschikbaar voor de bezittende klasse (kapitalisten). De bezitloze klasse (proletariaat) moet zich schikken naar diens wil.
Vrijheid is enkel mogelijk in een klasseloze samenleving.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Zelfstandige opdracht
Bekijk zelfstandig de video in de volgende slide.
Beantwoord de volgende vraag: hoe dacht Karl Marx precies dat de mens zichzelf 'vervreemdde' onder het kapitalisme?
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
01:57
Hoe dacht Karl Marx precies dat de mens zichzelf 'vervreemdde' onder het kapitalisme?
Slide 16 - Open vraag
Reflectie: wat weten we nu?
We weten nu dat..
Karl Marx kritiek had op het mensbeeld van Feuerbach: de mens was veranderlijk (naar omstandigheden) en niet onveranderlijk.
Marx' zijn religiekritiek verweven was met zijn maatschappijkritiek: de zucht naar religie komt voort uit het kapitalistische systeem. Dat systeem moet weg.