3.1 Kennismaking met India en Groot-Brittannië

3.1 Kennismaking met India en Groot-Brittannië 
CE
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.1 Kennismaking met India en Groot-Brittannië 
CE

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit weet ik al over India en GB

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de foto en lees de tekst op p57.

Bedenk voor jezelf:
- Waarom verdwijnen dhobi's?

- Welke aanwijzing geeft het verdwijnen van deze wasplaatsen voor de ontwikkeling van India? 

Slide 3 - Tekstslide

India wordt steeds rijker (oorzaak), waardoor steeds meer mensen zich een wasmachine kunnen veroorloven (gevolg).

India bevindt zich in een overgangssituatie die gepaard gaat met toenemende industrialisatie en modernisering.
Inleiding H3 India en Groot-Brittannië

  • Door globalisering meer kansen voor economisch snelgroeiende landen zoals BRIC

  • Maar niet alleen voordelen...
    De kloof tussen arm en rijk wordt groter

  • India is goed voorbeeld: snel groeiende regio maar grote sociale ongelijkheid!

Slide 4 - Tekstslide

https://www.kentuckytoday.com/stories/migrants-vow-to-re-form-caravan-continue-north-toward-us,15787

Grens tussen Guatemala en Mexico, illegal migrant crossing on their way to USA
Wat weet jij van India en GB?
Neem de letters 1 t/m 7 over in je schrift en schrijf erachter India of GB
  1.  Ongeveer 90% van de bevolking woont in steden
  2. De meeste mensen werken in de dienstensector
  3. De helft van alle uitbestede technologiediensten in de wereld komt hier vandaan
  4. Het bbp per hoofd is bijna zeven keer zo hoog als het bbp van het andere land.
  5. Een kwart van de bevolking is jonger dan 25 jaar
  6. Dit land staat in de top 10 van landen waar de meeste miljonairs wonen
  7. Een erfenis uit het koloniale verleden is het links rijden in het verkeer

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij van India en GB?
Neem de letters 1 t/m 9 over in je schrift en schrijf erachter India of GB
  1.  Ongeveer 90% van de bevolking woont in steden
  2. De meeste mensen werken in de dienstensector
  3. De helft van alle uitbestede technologiediensten in de wereld komt hier vandaan
  4. Het bbp per hoofd is bijna zeven keer zo hoog als het bbp van het andere land.
  5. Een kwart van de bevolking is jonger dan 25 jaar
  6. Dit land staat in de top 10 van landen waar de meeste miljonairs wonen
  7. Een erfenis uit het koloniale verleden is het links rijden in het verkeer
GB
GB
I

GB

I
I + GB
I

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel(en) §3.1
Aan het einde van de les kan jij:
  1. Uitleggen hoe GB en India elkaar in de koloniale tijd aanvulden
  2. Omschrijven hoe het koloniale verleden de ontwikkeling van india beïnvloedt
  3. Uitleggen waarom de sociale en economische verschillen in beide landen nog steeds toe neemt

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benodigde voorkennis 
Je weet waar India en GB liggen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koloniale verleden
GB rond 1900:
  • wereldrijk
  • industrialisatie
  • bevolkingsgroei
  • verstedelijkt 

Op zoek naar meer gronstoffen en plekken om hun industrieproducten te verkopen. 
Maak aantekeningen!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koloniale verleden
Exploitatie kolonie versus vestigingskolonie
India was een exploitatiekolonie.
Het leverde grondstoffen, zoals katoen, zijde en thee. 
Australië was een vestigingskolonie.
Dat is een overzees gebiedsdeel waar kolonisten zich blijvend vestigen. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koloniale verleden
Moederland:
bestuurscentrum, economisch/ politiek/ cultureel dominant 

Kolonie:
leverancier van grondstoffen, arbeid en afzetmarkt 


Kan je dit linken aan het centrum-periferie model?
In koloniale tijd:
GB = centrum
Brits-Indië = periferie 


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak in max. 5 zinnen duidelijk dat er een centrum-periferie relatie bestaat tussen koloniën en hun moederland.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verstedelijking
Belangrijke regel om te onthouden:

Hoe beter een land is ontwikkeld, des te hoger is de verstelijkingsgraad en des te lager is het verstedelijkingstempo.

Arme landen hebben hoger verstedelijkingstempo 
Urbanisatietempo en graad?
Urbanisatiegraad = hoeveel mensen wonen er in de steden
Urbanisatietempo = snelheid waaromee urbanisatiegraad toeneemt

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk figuur 3.1 in je boek. Geef aan de hand van figuur 3.1 minimaal 1 aanwijzing waaruit blijkt dat India een exploitatiekolonie was.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dekolonisatie
Na WOII
-> Gandhi

Brits-Indië wordt verdeeld in India, Pakistan, Bangladesh en Sri Lanka (Birma/Myanmar).

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aanwijzingen kolonisatie

Migranten: 2 miljoen Indiërs in GB

Overgenomen cultuurelementen:
  • Welke Britse cultuurelementen zijn in India te vinden?
  • En welke Indiase in Groot-Brittannië?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verstedelijking
GB: hoge urbanisatiegraad (90%), laag urbanisatietempo
-> gestart tijdens industrialisatie

India: lage urbanisatiegraad (33%), hoog urbanisatietempo
-> pas recentelijk. 
-> slums vanwege hoge tempo
Urbanisatietempo en graad?
Urbanisatiegraad = hoeveel mensen wonen er in de steden
Urbanisatietempo = snelheid waaromee urbanisatiegraad toeneemt

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Economische ontwikkeling GB
Na WOII de-industrialisatie (lage lonen landen), ontstaan diensteneconomie

Londen groeit uit tot centrum van de zakelijke en financiële dienstverlening.

MNO's vestigen zich in Londen



Hierdoor veel regionale ongelijkheid in GB

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een vestigingskolonie is...
A
Een kolonie waarbij mensen echt in dat land gingen wonen
B
Een kolonie waarbij er alleen producten uit het land gehaald werden
C
Alle koloniën waren vestigingskoloniën
D
Een kolonie waar slaven vandaan gehaald werden

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nigeria was een kolonie van Groot-Brittannië. Wat is een kolonie?
A
Een cultuurgebied
B
Een gebied met gemeenschappelijke cultuur
C
Een gebied waar een ander land de baas is
D
Een gebied waar twee culturen zich mengen

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dankzij het feit dat India een kolonie was van Groot-Brittannië, heeft het
A
Goede connecties met Engelse bedrijven
B
een bevolking die Engels spreekt.
C
Een afzetmarkt voor Indiase producten in GB
D
veel migrantengelden vanuit GB naar India

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een exploitatiekolonie =.....
A
Koloniën die veel grondstoffen leveren aan Europa
B
Koloniën waar Europeanen zich gingen vestigen
C
Koloniën waar veel producen naar ge-exporteert worden.
D
Koloniën waar veel fabrieken kwamen.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een kolonie?
A
Een cultuurgebied
B
Een gebied met gemeenschappelijke cultuur
C
Een gebied waar een ander land de baas is
D
Een gebied waar twee culturen zich mengen

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dekolonisatie is het
A
soeverein worden van een vroege kolonie
B
het bezetten van een overzees gebied
C
zelfstandig worden van een deelstaat
D
overdragen van de macht een lid van de triade

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een welvarend land heeft een                  urbanisatiegraad

en een                             urbanisatietempo
Hoge
Laag

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste antwoorden in.
Het percentage stedelingen vertelt vaak veel over de ontwikkeling van een land. In de..........    ontwikkelde landen woont gemiddeld meer dan 80% van de mensen in de stad. In de      ..........ontwikkelde gebieden is dat ongeveer 40% en in de........   ..ontwikkelde landen ongeveer 25%. China hoort op dit moment
dus nog bij de        ..........ontwikkelde landen. Het percentage stedelingen in een land noem je      .........     In arme landen is dit percentage    .........., maar de steden groeien er veel sneller dan in de rijke landen. Dat komt door veel                  ..........De snelheid waarmee         .........toeneemt, noem je..........


de urbanisatiegraad
ruraal-urbane migratie
de urbanisatiegraad
minder
het urbanisatie tempo
meest
minst
minder
laag

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het percentage stedelingen
Hoeveel mensen er naar de stad verhuizen 
Urbanisatietempo
Urbanisatiegraad 

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Urbanisatiegraad
Urbanisatietempo
Aandeel van de stedelijke bevolking in de totale bevolking. 
Snelheid waarmee de verstedelijkingsgraad (per jaar) verandert (in procenten). 

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent MNO?
A
Money National Organization
B
Multinationale onderneming
C
Migratie Noord naar Oost
D
Minder normale otters

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen MNO?
A
Starbucks
B
Shell
C
Unilever
D
Bakkerij Achterberg

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een MNO?
A
Een multinationale plek
B
Een bedrijf met vestigingen in meerdere landen
C
Een gebied waar buitenlandse bedrijven mogen vestigen
D
Een bepaalde handelsverdeling

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies