Achtergrondinformatie
In de Gallo-Romeinse tijd werd een verscheidenheid aan bestek gebruikt tijdens de maaltijden. Het bestek van de Gallo-Romeinen bestond voornamelijk uit lepels, messen en soms vorken, hoewel de laatste minder gebruikelijk waren.
Lepels werden veel gebruikt en waren vaak gemaakt van metaal zoals brons of zilver, maar ook van been of hout. Ze hadden een diepe kom en een lange steel, ideaal voor het eten van vloeibare of halfvloeibare gerechten.
Messen waren eveneens essentieel en hadden een verscheidenheid aan vormen en maten. Ze werden gebruikt voor het snijden van vlees en andere voedingsmiddelen. De handvatten van deze messen waren vaak versierd en gemaakt van materialen zoals hout, been of metaal.
Vorken waren minder gebruikelijk in deze periode. Wanneer ze wel voorkwamen, hadden ze meestal twee tanden en werden ze voornamelijk gebruikt bij het snijden en serveren van vlees.
Scharen werden gebruikt in zowel huishoudelijke als ambachtelijke contexten. In de textielbewerking waren scharen onmisbaar voor het knippen van stoffen en garens, wat cruciaal was bij het weven en naaien van kleding en andere textielproducten. Daarnaast speelden scharen een belangrijke rol in de persoonlijke verzorging, met name voor het knippen van haar.