m2AB ch2 CH 060220 GRL5

jeudi le 6 février
le programme (5)

  1. lire (10) et contrôle des devoirs (H30, 31 & I34)
  2. nous parlons français (5) 
  3. vocabulaire ABEFG (5)
  4. source C/H (10)
  5. la fin
boeken & laptop
startklaar
s.v.p.
lessonup.app: 
inloggen met je eigen naam !
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

jeudi le 6 février
le programme (5)

  1. lire (10) et contrôle des devoirs (H30, 31 & I34)
  2. nous parlons français (5) 
  3. vocabulaire ABEFG (5)
  4. source C/H (10)
  5. la fin
boeken & laptop
startklaar
s.v.p.
lessonup.app: 
inloggen met je eigen naam !

Slide 1 - Tekstslide

les objectifs/de leerdoelen:
  • Je bent klaar voor de toets
 

Slide 2 - Tekstslide

Proefwerk chapitre 2
11 februari
Vandaag is de laatste les voor het PW
10 februari is een lesvrije dag!
Stel vandaag dus je vragen!

Slide 3 - Tekstslide

lire (10)
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

nous parlons - beurtgooi 
ça va bien?
comment tu t'appelles?
tu es en forme?
tu es souvent malade?
tu as de la fièvre? 
tu as mal à la tête?
tu fais du sport?
Pardon?
Je ne connais pas le mot.
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

vocabulaire ABEFG
laptop open, ga naar lessonup.app

Slide 6 - Tekstslide

Tu as de la fièvre?
A
Heb je koorts?
B
Heb je een advies?
C
Heb je honger?
D
Heb je hoofdpijn?

Slide 7 - Quizvraag

Je n'arrive pas.
A
Ik kom niet
B
Ik kom nooit
C
Het lukt me niet.
D
Het lukt me nooit.

Slide 8 - Quizvraag

je m'entraîne pour
LE MATCH
A
de gezondheid
B
het ziekenhuis
C
de wedstrijd
D
de pijn

Slide 9 - Quizvraag

les légumes sont bon
POUR LA SANTÉ
A
voor de wedstrijd
B
voor de vorm
C
per week
D
voor de gezondheid

Slide 10 - Quizvraag

J'ai
MAL À LA TÊTE
A
buikpijn
B
ik voel me niet goed
C
hoofdpijn
D
pijn aan mijn enkel

Slide 11 - Quizvraag

aujourd'hui, c'est quelle
DATE?
A
afspraak
B
cursus
C
datum
D
dag

Slide 12 - Quizvraag

Wat wil jij deze les?
A
Ik snap alles, ik maak nu de diagnostische toets
B
Graag uitleg vraagwoorden
C
Graag uitleg ontkenning (ne... jamais etc.)
D
Ik wil een andere vraag stellen

Slide 13 - Quizvraag

ik snap alles al
Maak de diagnostische toets van hoofdstuk 2.




en silence! 

Slide 14 - Tekstslide

il y a des 
questions?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

ik ben Paul : je suis Paul
ik ben niet Paul :
A
ne je pas suis Paul
B
je ne suis pas Paul
C
je suis ne Paul pas
D
je ne suis Paul pas

Slide 17 - Quizvraag

ik heb een broer - j'ai un frère
ik heb geen broer:
A
ne je pas ai un frère
B
j'ai ne pas un frère
C
je n'ai pas un frère
D
j'ai un ne frère pas

Slide 18 - Quizvraag

Noteer !
niet meer = ne ..... plus
niets = ne ..... rien
nooit = ne ..... jamais
nog niet = ne ..... pas encore

Slide 19 - Tekstslide

ne ... jamais
ne ... plus
ne ... rien
ne ... pas encore
nooit
niet meer
niets
nog niet

Slide 20 - Sleepvraag

Ik loop alleen: je marche seul.
Ik loop nooit alleen:
A
Je ne marche plus seul
B
Je ne marche jamais seul
C
Je ne marche rien seul
D
Je marche ne seul jamais

Slide 21 - Quizvraag

Wij kijken naar de film:
Nous regardons le film.
Wij kijken nog niet naar de film:
A
Nous ne regardons pas encore le film
B
Nous n' regardons pas encore le film
C
Nous regardons ne pas encore le film
D
Nous ne regardons le film pas encore

Slide 22 - Quizvraag

Hij vindt voetballen leuk: il aime le foot.
Hij vindt voetballen niet meer leuk:
A
Il n'aime plus le foot
B
Il n'aime jamais le foot
C
Il n'aime rien le foot
D
Il n'aime pas le foot

Slide 23 - Quizvraag

Ik begin elke dag: je commence tous les jours
Ik begin niet meer elke dag:
A
Je ne commence plus tous les jours
B
Je ne commence jamais tous les jours
C
Je ne commence rien tous les jours
D
Je commence ne tous les jours jamais

Slide 24 - Quizvraag

Lucas vindt in zijn tas...
Lucas trouve dans son sac..
Lucas vindt niets in zijn tas:
A
Lucas ne trouve plus dans son sac.
B
Lucas ne trouve pas dans son sac.
C
Ne Lucas trouve rien dans son sac.
D
Lucas ne trouve rien dans son sac.

Slide 25 - Quizvraag

Source C poser une question
(page 26)

tu es en forme?
es-tu en forme?
est-ce que tu es en forme?

Pourquoi est-ce que tu es en forme?

timer
5:00

Slide 26 - Tekstslide

Source C
Qu'est-ce que tu manges?
Combien est-ce que tu manges?
est-ce que tu manges?
Comment est-ce que tu manges?

Waarom eet jij? 
Wanneer eet jij?

Slide 27 - Tekstslide

pourquoi
combien
quand
waarom
waar
hoeveel
wanneer

Slide 28 - Sleepvraag

Eet jij?

wat is FOUT?
A
Tu manges?
B
Manges-tu?
C
Est-ce que tu manges?
D
Manges tu?

Slide 29 - Quizvraag

Wat eet jij?
A
Pourquoi est-ce que tu manges?
B
Quand est-ce que tu manges?
C
Qu'est-ce que tu manges?
D
Où est-ce que tu manges?

Slide 30 - Quizvraag

Hoe loopt hij?
A
Comment est-ce qu'il marche?
B
Comment est-ce qu'il commence?
C
Combien est-ce que nous marchons?
D
Pourquoi est-ce qu'il marche?

Slide 31 - Quizvraag

Sleep de woorden naar de goede plek.
......... -tu?
......... manges?
 .......... tu manges?
....... est-ce que tu manges?
Manges
Pourquoi
Est-ce que
Tu

Slide 32 - Sleepvraag

1
2
3
4
Quand
est-ce que
tu
changes?

Slide 33 - Sleepvraag

Les devoirs
succes met het leren van je proefwerk van hoofdstuk 2!
hoofdstuk 
2

Slide 34 - Tekstslide

chapitre 2
je moet 
10 keuze-opdrachten doen

Slide 35 - Tekstslide

La fin du cours
les objectifs/de leerdoelen:
  • Je bent klaar voor de toets



Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Link