1.2 UAVG, 1.3 Burgerlijk Wetboek, 1.4 Wetboek van Strafrecht

1.2 UAVG en 1.3 Burgerlijk Wetboek
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeveiligingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

1.2 UAVG en 1.3 Burgerlijk Wetboek

Slide 1 - Tekstslide

Opbouw
Terugblik
Vooruitblik 
Theorie
Opdracht
Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

UAVG?

Slide 3 - Woordweb

Vooruitblik

Slide 4 - Tekstslide

Bewaartermijn
De AVG schrijft geen concrete bewaartermijnen voor. Uitgangspunt is niet langer dan noodzakelijk. 
Personeelsgegevens sommige 5 jaar of 2 jaar. Camerabeelden mogen maximaal 4 weken bewaard worden. De termijnen waarvoor de persoonsgegevens nodig zijn, gekoppeld aan het doel waarvoor ze verwerkt zijn. Dus afhankelijk van bedrijfsbeleid.

Slide 5 - Tekstslide

Meldplicht 
In beginsel moet ieder datalek aan de AP worden gemeld. Een datalek kan namelijk voor de betrokkenen grote gevolgen hebben, waaronder verlies van controle over hun persoonsgegevens, beperking van hun rechten, discriminatie, identiteitsdiefstal of financiële verliezen. De verwerkingsverantwoordelijke dient de Autoriteit Persoonsgegevens binnen 72 uur na ontdekking in kennis te stellen van een datalek.

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht
Welke rechten hebben de betrokkenen? 

De beveiliger en (U)AVG? 
timer
15:00

Slide 7 - Tekstslide

Persoonsgegevens
De AVG maakt onderscheid tussen gewone en bijzondere persoonsgegevens. Bijzondere zijn gegevens die gezien hun aard extra gevoelig zijn. Bijvoorbeeld ras, etnische afkomst, politieke opvattingen etc. 
Het verwerken van bijzondere persoonsgegevens is verboden tenzij er een specifieke uitzondering is. 

Slide 8 - Tekstslide

Strafrechtelijke gegevens
Alleen de overheid mag een omvattende registratie van strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten of daarmee verband houdende veiligheidsmaatregelen bijhouden. Onder omstandigheden mogen ook andere partijen deze gegevens verwerken, maar wel onder strenge regels waaronder een vergunningsplicht.

Slide 9 - Tekstslide

timer
10:00
Pauze

Slide 10 - Tekstslide

Burgerlijk Wetboek
Het Burgerlijk Wetboek valt onder het materieel privaatrecht omdat het de spelregels, dus de rechten en plichten, tussen personen en bedrijven onderling aangeeft, maar ook tussen de personen en bedrijven zelf.

Slide 11 - Tekstslide

Burgerlijk Wetboek
In je rol als beveiliger kun je te maken krijgen met gevonden voorwerpen. Hier zitten regels aan verbonden hoe te handelen. Zoek deze regels op en bespreek deze met je buurman/vrouw.

Slide 12 - Tekstslide

Aansprakelijkheid
We behandelen drie bronnen voor aansprakelijkheid:
1. op grond van contract voor aansprakelijkheid
2. op grond van de wet
3. uit rechtmatige daad

Slide 13 - Tekstslide

Aansprakelijkheid
Wettelijke aansprakelijkheid: alle aansprakelijkheid die niet voortvloeit uit een overeenkomst, maar uit de wet. We gaan onderscheid maken tussen aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad en aansprakelijkheid uit rechtmatige daad.

Slide 14 - Tekstslide

Aansprakelijkheid
Om te kunnen spreken van een onrechtmatige daad moet er sprake zijn van:
een inbreuk op een recht van een ander (bv. vernielen van een auto)
een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht. Hier zal het meestal gaan om het plegen van strafbare feiten.
een doen of nalaten in strijd met wat volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt.
Maatschappelijk verkeer: omgangsregels in de maatschappij. Fatsoensnormen. 

Slide 15 - Tekstslide

Aansprakelijkheid
Maatschappelijke betamelijkheid houdt een veelheid aan uiteenlopende, ongeschreven privaatrechtelijke verplichtingen in. BV: je woont al jaren in dezelfde woning en al die tijd stond er een heg op de erf lijn. Jouw nieuwe buurman begint zomaar in het wilde weg te snoeien. Dit los je eerst op door met elkaar te spreken. 

Slide 16 - Tekstslide

Aansprakelijkheid
Ouders: ouders zijn aansprakelijk voor de onrechtmatige dagen van hun kinderen tot 14 jaar. 14 en 15 jaar geldt voor de ouders schuld met omgekeerde bewijslast. Vanaf 16 ben jezelf aansprakelijk voor de onrechtmatige daden.
Werkgevers: werkgevers zijn in beginsel mede aansprakelijk voor de onrechtmatige daden van de werknemers.
Groep: men kan aansprakelijk gesteld worden voor de onrechtmatige daden van een groep waarin men zich bevindt op het moment dat de daad gepleegd wordt.
Dier: De bezitter van hert dier is aansprakelijk voor de schade die het dier aanricht. Met één uitzondering: als de hond een persoon bijt die zijn baas wilt aanvallen.

Slide 17 - Tekstslide

Aansprakelijkheid
Schuld: het onrechtmatige gedrag niet vermijdbaar of verwijtbaar zijn. Er moet sprake zijn van een zekere mate van schuld.
Schade: plicht tot vergoeding is er alleen als er ook werkelijk schade is geleden.
Causaal (oorzakelijk) verband: Er moet een direct verband bestaan tussen de onrechtmatige daad en de schade. Uit de onrechtmatige daad ontstaat een schadeplicht wanneer er schuld is bij de dader, een andere heeft schade geleden en er is een oorzakelijk verband tussen de daad en de geleden schade.
Dier: De bezitter van hert dier is aansprakelijk voor de schade die het dier aanricht. Met één uitzondering: als de hond een persoon bijt die zijn baas wilt aanvallen.

Slide 18 - Tekstslide

Aansprakelijkheid
De aansprakelijkheid uit rechtmatige daad vloeit voort uit daden die volgens de wet een verplichting tot schadevergoeding kunnen ontstaan maar niet gerekend kunnen worden tot de onrechtmatige daad. Hieronder vallen de rechtmatige verbintenissen uit de wet.
Dier: De bezitter van hert dier is aansprakelijk voor de schade die het dier aanricht. Met één uitzondering: als de hond een persoon bijt die zijn baas wilt aanvallen.

Slide 19 - Tekstslide

Aansprakelijkheid
Risicoaansprakelijkheid: bij risicoaansprakelijkheid speelt schuld geen rol. Als een bepaald risico zich verwezenlijkt dan is daarmee de aansprakelijkheid gegeven. Als het huis van je buurman instort door een constructiefout en je schuur heeft daardoor schade is je buurman aansprakelijk.
Als jij een boom in je tuin hebt die omwaait in het huis van je buren, ben jij aansprakelijk. Er is geen sprake van opzet maar het is wel jouw boom.

Slide 20 - Tekstslide

Aansprakelijkheid
Contractuele aansprakelijkheid: men is contractueel aansprakelijk als men een verplichting uit een contract niet volledig nakomt. bv: wanneer goederen niet of in slechte staat worden geleverd.
Wettelijke aansprakelijkheid: men is wettelijk aansprakelijk wanneer iemand schade veroorzaakt door het verrichten van een handeling. Bijvoorbeeld wanneer je onverwachts afslaat met je auto en een botsing veroorzaakt (verhalen op je auto verzekering)

Slide 21 - Tekstslide

Aansprakelijkheid
Schuldaansprakelijkheid: men is schuldaansprakelijk als men schade veroorzaakt en er is sprake van schuld of verwijtbaar gedrag van zijn kant. Bv: de boom valt in het huis van je buren en je wist dat de boom verrot was en er niks aan hebt gedaan. Je huis stort in elkaar en er is schade aan de buurman zijn schuur en je wist dat er een constructiefout in zat. Je slaat linksaf met je auto zonder richting aan te geven.
Aansprakelijkheid beperken: je kan de aansprakelijkheid beperken door een verzekering af te sluiten of bijvoorbeeld afspraken te maken in contracten. Let er wel op dat aansprakelijkheid in de wet niet altijd opzij te schuiven is in een contract.

Slide 22 - Tekstslide

Afsluiting
Volgende keer: Wetboek van Strafrecht

Huiswerk: lees 1.4 blz. 42-63

Feedback?

Slide 23 - Tekstslide