Schrijven 3F: betoog + zakelijk schrijven

Schrijven
Schrijven van een betoog
Herhaling zakelijk schrijven
Sollicitatiebrief
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1-3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Schrijven
Schrijven van een betoog
Herhaling zakelijk schrijven
Sollicitatiebrief

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
1. Weet je hoe je stap-voor-stap een betoog moet schrijven.
2. Ken je de conventies die horen bij een betoog.
3. Kun je je eigen mening omtrent een actueel onderwerp op papier formuleren.
4. Herhalen we de zakelijke brief en maken daar een betogende brief van.



Slide 2 - Tekstslide

Betoog
  • Schrijf je om de lezer te overtuigen van jouw mening
  • Schrijfdoel: overtuigen
  • Bestaat uit: inleiding, kern en slot

Slide 3 - Tekstslide

Betoog
  • Titel
  • Inleiding:  je introduceert het onderwerp en geeft je mening
  • Stelling
  • Kern: je onderbouwt je mening met 2 argumenten
    Je geeft ook 1 tegenargument en je weerlegt een tegenargument
  • Slot: conclusie en/of samenvatting

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld betoog
Stelling: Nederlands in het mbo is noodzakelijk!
Kern:
alinea 1, argument 1: je taalvaardigheden zet je in om goed te worden in je (veranderende) vak.
alinea 2, argument 2: de maatschappij is talig ingericht, om met officiële instanties te kunnen communiceren heb je niveau 2F nodig.
alinea 3, tegenargument (ik kan me prima redden) weerleggen: ook al is je boodschap duidelijk, met veel spelfouten wordt deze niet serieus genomen.

Slide 5 - Tekstslide

Betogende brief is een zakelijke brief

Het doel is: overtuigen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Dus in een betoog probeert de schrijver je te .........
A
aan het denken te zetten
B
overtuigen

Slide 8 - Quizvraag

De schrijver probeert bij een betoog ook de tegenpartij af te zwakken en geeft daarom
A
argumenten
B
meningen

Slide 9 - Quizvraag

Een goede schrijver bedenkt in zijn betoog al tegenargumenten. Waarom zou hij dit doen?
A
Het haalt zijn eigen stuk onderuit.
B
Hij kan direct aangeven waarom dit niet zo is.
C
Hij kan zijn argumenten daardoor zwaarder laten wegen.
D
Hij houdt wel van een beetje tegengas.

Slide 10 - Quizvraag

Het slot van een betoog is vaak een .....
A
tegenargument
B
conclusie
C
opsomming
D
mening

Slide 11 - Quizvraag

Oefenen met schrijven
Kies een van onderstaande stellingen en schrijf een alinea van ongeveer 100 woorden waarin je een argument onderbouwd.

De militaire dienstplicht moet weer worden ingevoerd.

Rood staan mag alleen als je een baan hebt.

Slide 12 - Tekstslide

Herhalen zakelijk schrijven 3F
- Correspondentie
- Formulieren invullen, berichten, advertenties
- Verslagen, artikelen


Slide 13 - Tekstslide

Zakelijke brief
Zakelijke correspondentie op examens gaat vaak over een 
-Klacht (je bent het ergens niet mee eens en wil daar aandacht voor en een oplossing)
-Het bepleiten van een zaak (je moet met je brief de ontvanger, de lezer overtuigen door goede argumenten aan te voeren)
 


Slide 14 - Tekstslide

Opbouw van een zakelijke brief
Briefconventies zijn de algemene regels die gelden voor het opstellen en schrijven van een officiële brief.


Slide 15 - Tekstslide

Welk antwoord is goed?
A
Apeldoorn, 13-01-2019
B
Apeldoorn 13 januari 2019
C
Apeldoorn, 13 jan. 2019
D
Apeldoorn, 13 januari 2019

Slide 16 - Quizvraag

Welk antwoord is goed?
A
Betreft: uitnodiging presentatie
B
Betreft: Uitnodiging presentatie
C
Betreft: uitnodiging presentatie.
D
Betreft: Uitnodiging presentatie.

Slide 17 - Quizvraag

Welk antwoord is goed?
A
t.a.v. mevrouw De Waal
B
T.a.v. Mevrouw de Waal
C
T.a.v. mevrouw De Waal
D
T.a.v. Mevrouw De Waal

Slide 18 - Quizvraag

Welke afsluiting bij een zakelijke brief is goed?
A
Met vriendelijke groet, Naam + Achternaam
B
met vriendelijke groet, Naam + Achternaam
C
Mvg, Naam + Achternaam
D
Naam + Achternaam

Slide 19 - Quizvraag

Welk antwoord geeft de juiste volgorde van de conventies (opbouw) van een zakelijke brief aan:
1. plaats, datum
2. jouw adres
3. adres bedrijf
4. betreft
5. aanhef
A
23145
B
21345
C
31245
D
31254

Slide 20 - Quizvraag

De inleiding van een zakelijke brief mag met 'ik' beginnen.
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quizvraag

De sollicitatiebrief
Een sollicitatiebrief heeft een vaste opbouw. Vaak kan je drie onderdelen onderscheiden.

De opening
Het middenstuk
De afsluiting

Slide 22 - Tekstslide

Inleiding:

Slide 23 - Tekstslide

Openingszinnen

Slide 24 - Tekstslide

Midden stuk van je brief
In dit stuk vertel jij waarom jij de geschikte kandidaat bent voor de baan

Maar welke informatie geef je in het middenstuk

Slide 25 - Tekstslide

We volgen de volgende stappen
Motivatie.

Waarom ben jij de geschikte kandidaat.

STAR methode.




Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

sollicitatiebrief
Bij de bestanden staan enkele vacatures, je mag ook zelf een vacature opzoeken.

Slide 30 - Tekstslide

Nog 1 keertje.........
Jij schrijft het betoog met de stelling:

Leraren hebben een taak in de opvoeding.


Slide 31 - Tekstslide

Opdracht betoog
  • Maak de opdracht alleen.
  • 2 argumenten voor 
  • 1 argument tegen + weerlegging
  • Jouw lezerspubliek bestaat uit klasgenoten van jouw eigen leeftijd, opleiding en niveau.
  • Je betoog heeft minimaal 350 woorden.
  • Inleveren in Padlet (link via klassentegel in teams)


Slide 32 - Tekstslide

Maak gebruik van signaalwoorden:

- Reden of argument: namelijk, immers, want, omdat

- Oorzaak-gevolg: doordat, daardoor, zodat, als gevolg van

- Tegenstelling: maar, toch, echter, enerzijds, daarentegen

- Samenvatting: kortom, al met al, met andere woorden

- Conclusie: dus, concluderend, samengevat

Slide 33 - Tekstslide