SPA A44 2021-10-12 DI

OBJETIVOS
Después de esta clase...

  1. ...sé cuándo es la prueba 
  2. ...sé qué tengo que estudiar para la prueba
  3. ...sé dónde encuentro material extra para practicar para la prueba
  4. ...domino (mejor) la gramática y el vocabulario de U3 
  5. ...he terminado la unidad 3
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

OBJETIVOS
Después de esta clase...

  1. ...sé cuándo es la prueba 
  2. ...sé qué tengo que estudiar para la prueba
  3. ...sé dónde encuentro material extra para practicar para la prueba
  4. ...domino (mejor) la gramática y el vocabulario de U3 
  5. ...he terminado la unidad 3

Slide 1 - Tekstslide

PRUEBA U3 y U4
En la semana después de las vacaciones, hacemos la prueba de escucha. 
Estudiar: vocabulario U3 y U4 (de grammatica moet je kunnen herkennen).

En la semana de pruebas, tenéis la prueba principal.
- ¿Cuándo? El 4 de noviembre
- ¿Dónde? Ved Magister
- ¿Qué tengo que estudiar? Gramática y vocabulario U3 y U4
- ¿Dónde encuentro material para practicar? LE (D-toets) + Studiewijzer
De luistertoets wordt apart afgenomen, maar is onderdeel van het PW over H3 en H4, en telt dus ook mee in cijfer.

Slide 2 - Tekstslide

Repaso Herhaling
Unidad 3 (la gramática)

Slide 3 - Tekstslide

Sonreír 

- Betekenis?
- Vervoeging?
- Gerundio?
- Gebiedende wijs enkelvoud?

Slide 4 - Tekstslide

Sonreír 

- Betekenis? Glimlachen
- Vervoeging? sonrío, sonríes, sonríe, sonreímos, sonreís, sonríen
- Gerundio? sonriendo (regelmatig, stam+iendo)
- Gebiedende wijs enkelvoud? ¡Sonríe! (Lach!/Glimlach!)

Slide 5 - Tekstslide

Cecilio es un hombre simpático. Siempre ___.

Slide 6 - Open vraag

La alumna está ___.

Slide 7 - Open vraag

Pretérito perfecto

- Welk hulpwerkwoord?
- Hoe maak je een participio?
- Onregelmatige participios?

Slide 8 - Tekstslide

Pretérito perfecto

- Welk hulpwerkwoord? Haber (he, has, ha, hemos, habéis, han)
- Hoe maak je een participio? Stam+ado/ido.
- Onregelmatige participios? Ido, abierto, 
dicho, descubierto, escrito, hecho, puesto, 
visto, vuelto (er zijn meer, zie plaatje)

Slide 9 - Tekstslide

Yo ___ la compra.
Ik heb boodschappen gedaan.

Slide 10 - Open vraag

Los alumnos ___ un poema.
De leerlingen hebben een gedicht geschreven.

Slide 11 - Open vraag

Sara, ¿a qué hora (volver) ___ a casa?

Slide 12 - Open vraag

Ontkenning

- Hoe maak je een ontkenning in het Spaans?
- Niemand?
- Niets?
- Nooit?
- Plaats in de zin?

Slide 13 - Tekstslide

Ontkenning

- Hoe maak je een ontkenning in het Spaans? 'No' vóór het vervoegde ww.
- Niemand? No ... (a) nadie.
- Niets? No ... nada.
- Nooit? No ... nunca.
- Plaats in de zin? 'No' staat altijd vóór het vervoegde werkwoord, en nadie/nada/nunca staat achter de persoonsvorm/het gezegde (=alle ww)

Slide 14 - Tekstslide

Ik zie niets.

Slide 15 - Open vraag

Ik heb niemand gezien.

Slide 16 - Open vraag

Ik ben nooit in Argentinië geweest.

Slide 17 - Open vraag

Ik vind Geschiedenis helemaal niet leuk.

Slide 18 - Open vraag

De indirecte rede

- Wat is de indirecte rede?
- Hoe maak je een indirecte bevestigende zin?
- Hoe maak je een indirecte vraagzin? 

Slide 19 - Tekstslide

De indirecte rede

- Wat is de indirecte rede? 
Met de indirecte rede kun je iets dat eerder 
is gezegd/gevraagd navertellen.
- Hoe maak je een indirecte bevestigende zin? 
Met het woordje 'que'.
- Hoe maak je een indirecte vraagzin? 
Met 'si' of een vraagwoord.

Slide 20 - Tekstslide

Sara zegt dat ze een taart heeft gemaakt.

Slide 21 - Open vraag

Elena vraagt waar het lokaal (el aula) is.

Slide 22 - Open vraag

Rafa vraagt of je het huiswerk hebt gemaakt.

Slide 23 - Open vraag

Mientras vs Cuando
- Betekenis?
- Wanneer gebruik je mientras?
- Waneer gebruik je cuando?

Slide 24 - Tekstslide

Mientras vs Cuando
- Betekenis? Als
- Wanneer gebruik je mientras? Terwijl/als (je kunt vervangen door terwijl)
- Waneer gebruik je cuando? Wanneer/als (je kunt vervangen door wanneer)

Slide 25 - Tekstslide

¿___ es tu cumpleaños?

Slide 26 - Open vraag

___ la profesora explica la gramática, los alumnos trabajan.

Slide 27 - Open vraag

Manos a la obra: Terminad la U3
¿Listo/a? > Estudia/Practica para la prueba.

Slide 28 - Tekstslide