In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 49 min
Onderdelen in deze les
1M1 - §3.3 "Machtige heren, halfvrije boeren"
Slide 1 - Tekstslide
Drie standen:
1. Geestelijken
2. Adel
3. De rest
De eerste stand:
De geestelijken. Zij zorgden voor alles wat met geloof te maken had.
De tweede stand:
De adel. Zij bestuurden het land, verzorgden de rechtspraak en verdedigden
het land als er oorlog was.
De derde stand:
De rest van de bevolking. Zij zorgden voor het voedsel.
In de Middeleeuwse standenmaatschappij hadden de eerste en de tweede stand alle rechten, en de derde stand vrijwel alle plichten (zoals het betalen van belasting).
Aan deze verdeling werd niet getwijfeld: God heeft het zo gewild.
Klik op de afbeelding
!
Slide 2 - Tekstslide
In de middeleeuwen was er een standenmaatschappij. Wie hoort bij welke stand?
Eerste stand
Tweede stand
Derde Stand
Geestelijken
Adel
Boeren
Slide 3 - Sleepvraag
Sleep de teksten naar de juiste plek in de afbeelding
Ik ben van adel
Ik ben een geestelijke
Ik betaal pacht
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand
Slide 4 - Sleepvraag
1M1 - §3.3 "Machtige heren, halfvrije boeren"
Slide 5 - Tekstslide
1M1 - Maandag 4 januari
Herhalingsvragen
Slide 6 - Tekstslide
Wat is een goed voorbeeld van een leenstelsel?
A
De koning bestuurt zijn land helemaal in zijn eentje.
B
De koning heeft ministers die hem advies geven over het bestuur van zijn land.
C
De koning heeft niets te zeggen over het bestuur van zijn land.
D
De koning heeft zijn land in twintig stukken verdeeld. Ieder stuk wordt bestuurd door een vriend van hem.
Slide 7 - Quizvraag
Welke plicht heeft een leenman?
A
Hij moet in zijn gebied doen waar hij zin in heeft.
B
Hij moet elke ochtend bijtijds opstaan.
C
Hij moet trouw beloven aan zijn leenheer.
D
Hij moet delen van zijn gebied doorlenen aan onderleenmannen.
Slide 8 - Quizvraag
Leenheer
Leenman
Onderleenman
Horigen
Slide 9 - Sleepvraag
Wat is er WAAR over horigen?
A
Horigen hoorden bij het land van de kasteelheer.
B
Horigen huurden een stuk land van de kasteelheer.
C
Horigen beschermden de kasteelheer en zijn land.
D
Horigen zijn eigen baas.
Slide 10 - Quizvraag
aanTEKENING
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Wie zijn deze mensen?
Slide 13 - Open vraag
aanTEKENING
In je schrift maak je een tekening van het DOMEIN.
Slide 14 - Tekstslide
Horigen
Onvrije boeren, omdat...
Ze het domein van de heer niet mochten verlaten
Waarom?
Slide 15 - Tekstslide
1M1 - Maandag 4 januari
Herhalingsvragen
Slide 16 - Tekstslide
Wat was het hofstelsel?
Slide 17 - Open vraag
Wat is een domein?
A
Een onvrije boer
B
Het land van de heer
C
Werk dat boeren onbetaald moesten doen
D
Een speciaal voorrecht
Slide 18 - Quizvraag
Waarom zouden boeren ervoor kiezen om een horige te worden?
Slide 19 - Open vraag
Krijgen bescherming van de heer
Het systeem van heren en horigen op een domein
vaak gemaakt van steen
de eigenaar van een domein
de grond en boerderijen van de heer
het domein
het hofstelsel
Het huis van de heer
de heer
horigen
Maak de goede combinaties
Slide 20 - Sleepvraag
Vaak worden de begrippen hofstelsel en leenstelsel door elkaar heen gebruikt. Toch zijn ze niet hetzelfde. Leg uit!
Slide 21 - Open vraag
Wat was het hofstelsel?
Slide 22 - Open vraag
Wat is een domein?
A
Een onvrije boer
B
Het land van de heer
C
Werk dat boeren onbetaald moesten doen
D
Een speciaal voorrecht
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Wie zijn deze mensen?
Slide 25 - Open vraag
HOFSTELSEL
Slide 26 - Woordweb
aanTEKENING
In je schrift maak je een tekening van het DOMEIN.
Slide 27 - Tekstslide
Horigen
Onvrije boeren, omdat...
Ze het domein van de heer niet mochten verlaten
Waarom?
Slide 28 - Tekstslide
Waarom zouden boeren ervoor kiezen om een horige te worden?
Slide 29 - Open vraag
Krijgen bescherming van de heer
Het systeem van heren en horigen op een domein
vaak gemaakt van steen
de eigenaar van een domein
de grond en boerderijen van de heer
het domein
het hofstelsel
Het huis van de heer
de heer
horigen
Maak de goede combinaties
Slide 30 - Sleepvraag
Vaak worden de begrippen hofstelsel en leenstelsel door elkaar heen gebruikt. Toch zijn ze niet hetzelfde. Leg uit!
Slide 31 - Open vraag
In de middeleeuwen was er een standenmaatschappij. Wie hoort bij welke stand?
Eerste stand
Tweede stand
Derde Stand
Geestelijken
Adel
Boeren
Slide 32 - Sleepvraag
Op de afbeelding zie je de 3 sociale groepen uit de Middeleeuwen. Sleep de juiste groep naar de juiste plek op de afbeelding
De geestelijken
De edelen
De boeren
Slide 33 - Sleepvraag
Drie standen
De eerste stand:
De geestelijken. Zij zorgden voor alles wat met geloof te maken had.
De tweede stand:
De adel. Zij bestuurden het land, verzorgden de rechtspraak en verdedigden
het land als er oorlog was.
De derde stand:
De rest van de bevolking. Zij zorgden voor het voedsel.
In de Middeleeuwse standenmaatschappij hadden de eerste en de tweede stand alle rechten, en de derde stand vrijwel alle plichten (zoals het betalen van belasting).
Aan deze verdeling werd niet getwijfeld: God heeft het zo gewild.
Klik op de afbeelding
!
Slide 34 - Tekstslide
Sleep de teksten naar de juiste plek in de afbeelding