Bezittelijk voornaamwoord


Welkom!

Doe je telefoon weg,
doe je jas en oortjes uit,
pak je spullen op tafel....

Dan kunnen we beginnen.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


Welkom!

Doe je telefoon weg,
doe je jas en oortjes uit,
pak je spullen op tafel....

Dan kunnen we beginnen.

Slide 1 - Tekstslide

Toetsweek: spelling, grammatica (en woorden) H4+5
Spelling
Samenstellingen (tussen -n/-s), Engelse werkwoorden, 
voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt en apostrof

Grammatica
Persoonlijk voornaamwoord, splitsbaar werkwoord, voorzetsels en bezittelijk voornaamwoord

Woorden
Alle woorden van H4+5?

Slide 2 - Tekstslide

Toetsweek: spelling, grammatica (en woorden) H4+5
Spelling
Samenstellingen (tussen -n/-s), Engelse werkwoorden
voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt en apostrof

Grammatica
Persoonlijk voornaamwoord, splitsbaar werkwoord, voorzetsels en bezittelijk voornaamwoord

Woorden
Alle woorden van H4+5?

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen deze les?
Grammatica - Bezittelijk voornaamwoord

  • Uitleg (filmpje) + een opdracht samen
  • Zelfstandig aan de slag in het boek 

Aan het einde van de les
kun je bezittelijke voornaamwoorden aanwijzen in een zin.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Acht oefenzinnen
  1. Dat is zijn fiets.
  2.  Mijn moeder staat altijd voor mij klaar.
  3. Gaan we naar hun huis?
  4. Waar staan jullie tassen?
  5. De bibliotheek heeft haar deuren moeten sluiten.
  6. Bent u uw wachtwoord vergeten?
  7. Jouw zus is ziek naar huis gegaan.
  8. Wij zijn ons huiswerk vergeten.

Slide 6 - Tekstslide

Acht oefenzinnen
  1. Dat is zijn fiets.
  2.  Mijn moeder staat altijd voor mij klaar.
  3. Gaan we naar hun huis?
  4. Waar staan jullie tassen?
  5. De bibliotheek heeft haar deuren moeten sluiten.
  6. Bent u uw wachtwoord vergeten?
  7. Jouw zus is ziek naar huis gegaan.
  8. Wij zijn ons huiswerk vergeten.

Slide 7 - Tekstslide

Acht oefenzinnen
  1. Dat is zijn fiets.
  2.  Mijn moeder staat altijd voor mij klaar.
  3. Gaan we naar hun huis?
  4. Waar staan jullie tassen?
  5. De bibliotheek heeft haar deuren moeten sluiten.
  6. Bent u uw wachtwoord vergeten?
  7. Jouw zus is ziek naar huis gegaan.
  8. Wij zijn ons huiswerk vergeten.

Slide 8 - Tekstslide

Acht oefenzinnen
  1. Dat is zijn fiets.
  2.  Mijn moeder staat altijd voor mij klaar.
  3. Gaan we naar hun huis?
  4. Waar staan jullie tassen?
  5. De bibliotheek heeft haar deuren moeten sluiten.
  6. Bent u uw wachtwoord vergeten?
  7. Jouw zus is ziek naar huis gegaan.
  8. Wij zijn ons huiswerk vergeten.

Slide 9 - Tekstslide

Acht oefenzinnen
  1. Dat is zijn fiets.
  2.  Mijn moeder staat altijd voor mij klaar.
  3. Gaan we naar hun huis?
  4. Waar staan jullie tassen?
  5. De bibliotheek heeft haar deuren moeten sluiten.
  6. Bent u uw wachtwoord vergeten?
  7. Jouw zus is ziek naar huis gegaan.
  8. Wij zijn ons huiswerk vergeten.

Slide 10 - Tekstslide

Acht oefenzinnen
  1. Dat is zijn fiets.
  2.  Mijn moeder staat altijd voor mij klaar.
  3. Gaan we naar hun huis?
  4. Waar staan jullie tassen?
  5. De bibliotheek heeft haar deuren moeten sluiten.
  6. Bent u uw wachtwoord vergeten?
  7. Jouw zus is ziek naar huis gegaan.
  8. Wij zijn ons huiswerk vergeten.

Slide 11 - Tekstslide

Acht oefenzinnen
  1. Dat is zijn fiets.
  2.  Mijn moeder staat altijd voor mij klaar.
  3. Gaan we naar hun huis?
  4. Waar staan jullie tassen?
  5. De bibliotheek heeft haar deuren moeten sluiten.
  6. Bent u uw wachtwoord vergeten?
  7. Jouw zus is ziek naar huis gegaan.
  8. Wij zijn ons huiswerk vergeten.

Slide 12 - Tekstslide

Acht oefenzinnen
  1. Dat is zijn fiets.
  2.  Mijn moeder staat altijd voor mij klaar.
  3. Gaan we naar hun huis?
  4. Waar staan jullie tassen?
  5. De bibliotheek heeft haar deuren moeten sluiten.
  6. Bent u uw wachtwoord vergeten?
  7. Jouw zus is ziek naar huis gegaan.
  8. Wij zijn ons huiswerk vergeten.

Slide 13 - Tekstslide

Acht oefenzinnen
  1. Dat is zijn fiets.
  2.  Mijn moeder staat altijd voor mij klaar.
  3. Gaan we naar hun huis?
  4. Waar staan jullie tassen?
  5. De bibliotheek heeft haar deuren moeten sluiten.
  6. Bent u uw wachtwoord vergeten?
  7. Jouw zus is ziek naar huis gegaan.
  8. Wij zijn ons huiswerk vergeten.

Slide 14 - Tekstslide

Acht oefenzinnen
  1. Dat is zijn fiets.
  2.  Mijn moeder staat altijd voor mij klaar.
  3. Gaan we naar hun huis?
  4. Waar staan jullie tassen?
  5. De bibliotheek heeft haar deuren moeten sluiten.
  6. Bent u uw wachtwoord vergeten?
  7. Jouw zus is ziek naar huis gegaan.
  8. Wij zijn ons huiswerk vergeten.
Persoonlijke voornaamwoorden?

Slide 15 - Tekstslide

Acht oefenzinnen
  1. Dat is zijn fiets.
  2.  Mijn moeder staat altijd voor mij klaar.
  3. Gaan we naar hun huis?
  4. Waar staan jullie tassen?
  5. De bibliotheek heeft haar deuren moeten sluiten.
  6. Bent u uw wachtwoord vergeten?
  7. Jouw zus is ziek naar huis gegaan.
  8. Wij zijn ons huiswerk vergeten.
Persoonlijke voornaamwoorden?

Slide 16 - Tekstslide


Zelfstandig aan de slag

Grammatica - paragraaf 5.4
Blz. 195-197
Opdracht 8 t/m 13


Slide 17 - Tekstslide