Basiszorg theorie slaap-waak

Basiszorg theorie 
week 2
Slaap-waak

Paige Ouwens
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Basiszorg theorie 
week 2
Slaap-waak

Paige Ouwens

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
De student kan:
- De zorgvrager op basis van het verpleegplan ondersteunen bij slapen en waken. 
- De functie en de kenmerken van slaap benoemen. 
- Factoren benoemen die het slaap-waakritme beïnvloeden.
 - Het slaap-waakritme van de zorgvrager observeren en beredeneren welke stappen genomen moeten worden naar aanleiding van de observaties.
 - Acties benoemen om het slaap–waakritme van een zorgvrager te bevorderen. 
- De werking van slaapmiddelen toelichten. 
- Hulp bieden bij slaapproblemen. 

Slide 2 - Tekstslide

ExpertCollege
Boek persoonlijke verzorging:

Module slapen
Module bedden

Slide 3 - Tekstslide

Waar hangt het uren slapen onder andere vanaf?
A
Tijd tussen slapen en avondeten
B
Tijd tussen ontwaken en ontbijt
C
Tijdstip van naar bed gaan
D
Het tijdstip waarop de zon ondergaat

Slide 4 - Quizvraag

Gemiddeld geldt dat de slaapbehoefte ..... naar mate de leeftijd stijgt.
A
Afneemt
B
Stijgt
C
Gelijk blijft

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel uur?
Hangt af van verschillende factoren:
  • je leeftijd;
  • je biologische klok;
  • hoe laat je naar bed gaat.

Slide 6 - Tekstslide

Slaap is belangrijk om te herstellen. Tijdens de slaap wordt het brein ‘schoongemaakt’. Slaap is ook goed voor het geheugen. Bepaalde lichaamsprocessen veranderen tijdens de slaap.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is hier een voorbeeld van?
A
Ademhaling wordt sneller
B
Hartslag wordt sneller
C
Lichaamstemp. daalt
D
Stofwisseling versnelt

Slide 8 - Quizvraag

Functie van slapen

  1. je ademhaling en hartslag vertragen;
  2. je hersenactiviteit wordt minder;
  3. je lichaamstemperatuur wordt iets lager;
  4. je spieren ontspannen zich en herstellen zich hierdoor;
  5. je stofwisseling wordt trager;
  6. je weefsels vernieuwen zich;
  7. je lichaam groeit.


Slide 9 - Tekstslide

Wanneer is er sprake van slaaptekort?
A
Minder dan 8 uur slaap
B
Minder dan 6 uur slaap
C
Wanneer iemand zich overdag niet uitgerust voelt
D
Wanneer de biologische klok achterloopt op de slaap

Slide 10 - Quizvraag

Gevolgen slaap tekort 
 Problemen met het geheugen en de concentratie
Slecht humeur
Stress
Lichamelijke klachten --> snellere ademhaling, hogere hartslag, hogere spierspanning en verhoogde lichaamstemperatuur
Psychische klachten --> depressie / angst 
Meer gebruik medicatie
Vaker ziekmelden 

Slide 11 - Tekstslide

Welk van onderstaande is geen slechte slaapgewoonte?
A
Melatonine gebruiken
B
Overdag sporten
C
Onregelmatige slaaptijden
D
Douchen vlak voor het slapen

Slide 12 - Quizvraag

Tekenen van slecht slapen
te lang erover doen om in te slapen;
te vaak ’s nachts wakker worden, en vervolgens moeite hebben om weer in slaap te vallen;
onrustige dromen;
niet uitgerust wakker worden;
te vroeg wakker worden.

Slide 13 - Tekstslide

Welk van onderstaande bevordert de slaap?
A
Overdag voldoende daglicht
B
30 min voor het slapen sporten
C
Grote maaltijd voor het slapen nuttigen
D
Alcohol drinken voor het slapen

Slide 14 - Quizvraag

Bevorderen van slaap
Dagindeling
Beweging
Voeding
Zorgen en stress
Gebruik elektronica / licht
Omgeving

Slide 15 - Tekstslide

Wat houdt parasomnie in?
A
Omgekeerd dag-nacht ritme
B
Versnelde biologische klok
C
Opmerkelijk gedrag tijdens slapen
D
Afwezigheid herstel na slaap

Slide 16 - Quizvraag

Oorzaken slaap problemen
  1. emotionele/psychische klachten;
  2. slechte gewoonten;
  3. lichamelijke klachten.

Slide 17 - Tekstslide

Stoornissen slaap-waak patroon
Slaapapneu: AH stopt tijdens slapen --> geen diepe slaap
Narcolepsie:  slaap-waakstoornis waarbij hij of zij ’s nachts regelmatig wakker wordt en overdag ‘slaapaanvallen’ kan krijgen.
 Het rustelozebenensyndroom: een vervelend gevoel in de benen, maar meestal niet als pijn. Bij het bewegen van de benen verdwijnt dit vervelende gevoel, waardoor de zorgvrager moeilijk kan ontspannen.

Slide 18 - Tekstslide

Insomnia = slapeloosheid
Twee voorwaarden:
  1. Minimaal 3x per week slecht slaapt
  2. Slecht functioneren overdag 

Slide 19 - Tekstslide

Hypersomnie is de onweerstaanbare neiging om overdag in slaap te vallen. Dit moet minimaal drie maanden bestaan om hypersomnie genoemd te worden.

Slide 20 - Tekstslide

Wat is een kenmerk van hypersomnie?
A
De totale slaaptijd is verlengd
B
De slaapkwaliteit is verminderd
C
De zorgvrager kan doorgaan met huidige bezigheid
D
De zorgvrager heeft last van psych. aandoening

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Video

Slaap apneu
OSAS: obstructieve-slaapapneu-syndroom
Behandeling: C-PAP 

Werking: luchtpomp die via een mondmasker extra lucht in de neus blaast. Hierdoor vallen de bovenste luchtwegen niet meer dicht.

Slide 23 - Tekstslide

Slaapwandelen
Vorm van parasomnie
Twee vormen slaapwandelen:
- Abortieve: trapende bewegingen in bed
- Overte: ''echte'' slaapwandelen

Slide 24 - Tekstslide

Zijn er nog vragen?
Volgende week: 
Bedden

Slide 25 - Tekstslide

Slaap lekker !!

Slide 26 - Tekstslide