2.2 Bindingen tussen moleculen GRT

2.2 Bindingen tussen moleculen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

2.2 Bindingen tussen moleculen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen van deze les:
1) Je kunt een beschrijving geven van een Vanderwaalsbinding en een Waterstofbrug en uitleggen waar de sterkte van deze bindingen van afhangt.
2) Je kent de algemene eigenschappen van moleculaire stoffen en kunt deze in verband brengen met de microstructuur.
3) Je kunt de sterkte en het type van de bindingen tussen moleculen in verband brengen met het smelt- en kookpunt van de stof en de oplosbaarheid in water.

Slide 2 - Tekstslide

Eigenschappen van moleculaire stoffen
  1. Alle moleculaire stoffen geleiden geen elektriciteit.
  2. Oplosbaarheid is  afhankelijk van het molecuul.
  3. Smeltpunt en kookpunt, is afhankelijk van het molecuul.
  4. Waterstofbruggen, is afhankelijk van de bouw van het molecuul.

Slide 3 - Tekstslide

Vanderwaalsbinding 
De Vanderwaalsbinding houdt moleculen bij elkaar. Het is de binding tussen de moleculen.
Alle moleculen hebben Vanderwaalsbindingen

Zowel (grotere) molecuulmassa 
als (groter) molecuuloppervlak 
maken de binding sterker.

Slide 4 - Tekstslide

Binding tussen moleculen
Algemeen principe:
Hoe sterker de bindingen tussen moleculen zijn, des te hoger zijn het smeltpunt en het kookpunt

Slide 5 - Tekstslide

Wie ziet het verband? Vingers!

Slide 6 - Tekstslide

Hoe kan dit? Dit is toch de zelfde stof?

Slide 7 - Tekstslide

Polaire atoombinding

Slide 8 - Tekstslide

Waterstofbruggen
Bij polaire bindingen met een O-H atoom kunnen moleculen waterstofbruggen vormen
Voorbeeld: H2O

(En alle andere
N-H, C ꓿ O bindingen)
- - - - - -
- - - - - -

Slide 9 - Tekstslide

Waterstofbruggen
Waterstofbruggen geven ijs een kenmerkende structuur met veel lege ruimte, vandaar de lage dichtheid!

Slide 10 - Tekstslide

Een waterstofbrug is een voorbeeld van:
A
Atoom binding
B
Een ion interactie
C
Molecuul binding
D
Een metaal binding

Slide 11 - Quizvraag

Een waterstofbrug kan voorkomen tussen:
A
OH-groepen
B
NH-groepen
C
OH- en NH-groepen
D
Niet tussen OH- en NH-groepen

Slide 12 - Quizvraag

welke structuur kan een waterstofbrug aangaan?
A
B
C
D

Slide 13 - Quizvraag

De stippellijn in de tekeningen geeft de plaats aan van een waterstofbrug.
In welke van de onderstaande tekeningen is op de juiste wijze een waterstofbrug aangegeven voor de stof water?


A
B
C
D

Slide 14 - Quizvraag

Aan de slag!
Lees zelf het stukje over ''Hydrofiel en hydrofoob'' op blz. 80-81

Ga aan de slag met de volgende opdrachten:
- 2.2 opdr. 1 t/m 10 

Slide 15 - Tekstslide