H3.3 Binding tussen moleculen

H3.3 Bindingen tussen moleculen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H3.3 Bindingen tussen moleculen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Na afloop van de les kan je:
  • het verband uitleggen tussen de molecuulmassa en de sterkte van de vanderwaalsbinding;
  • het verband uitleggen tussen smelt- en kookpunt en de sterkte van de vanderwaalsbinding;
  • het verschil uitleggen tussen ontleden en verdampen;
  • verklaren waarom kookpunten van bepaalde moleculaire stoffen sterk afwijken;
  • uitleggen wat een dipool‑dipoolbinding inhoudt;
  • uitleggen wat waterstofbruggen zijn;
  • aan de structuurformule van een stof herkennen of deze stof waterstofbruggen kan vormen.

Slide 2 - Tekstslide

Vanderwaals binding
Moleculen in vaste stoffen en vloeistoffen trekken elkaar aan. Deze aantrekkingskracht wordt vanderwaalskracht genoemd. De “binding” die dan ontstaat wordt vanderwaalsbinding genoemd. Een vanderwaalsbinding is niet een fysieke binding zoals een atoombinding.
Vanderwaalsbindingen komen voor tussen moleculen.

Slide 3 - Tekstslide

Vanderwaals binding
De sterkte van de vanderwaalsbinding hangt af van de massa van een molecuul.
Hoe groter de massa van een molecuul hoe sterker de vanderwaalsbindingen,
Hoe sterker de vanderwaalsbindingen hoe hoger het smeltpunt/kookpunt van een stof.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Electronegativiteit
Sommige elementen “trekken harder” aan het elektronen paar.


Hierdoor komt er meer van de beide elektronen aan de kant van dat element
De kracht waarmee een element trekt heet de electronegativiteit


Slide 10 - Tekstslide

Polaire binding

Slide 11 - Tekstslide

Dipool-dipool
  • Een dipool is een molecuul waarvan de lading asymmetrisch is verdeeld. De ene kant is + en de andere kant is -.
  • Dipool-dipoolbinding vindt plaats tussen + deel van dipoolmolecuul 1 en - deel van dipoolmolecuul 2.
Niet symmetrische moleculen

Slide 12 - Tekstslide

Waterstofbruggen

Slide 13 - Tekstslide

Waterstofbruggen

Slide 14 - Tekstslide

Waterstofbruggen

Slide 15 - Tekstslide

Waterstofbruggen

Slide 16 - Tekstslide

Waterstofbruggen

Slide 17 - Tekstslide

De waterstofbruggen
De waterstofbrug wordt ook H-brug genoemd
Het is een speciale, sterkere vorm van de dipool-dipool binding
We tekenen een waterstofbrug met een stippellijn
Ze komen voor bij:
-OH
-NH

Slide 18 - Tekstslide

Waterstofbruggen

Slide 19 - Tekstslide

Micro / Meso / Macro

Slide 20 - Tekstslide

Micro-niveau
Micro-niveau = deeltjes niveau. Dus op het niveau van atomen en moleculen.


Bij een vraag over het micro-niveau moet je altijd atomen, atoomgroepen of moleculen in je antwoord benoemen.

Slide 21 - Tekstslide

Meso-niveau
Meso-niveau = het niveau tussen het micro-niveau en het macroniveau in. Dit is wat je bijvoorbeeld onder een microscoop kunt zien.

Je ziet wel de vorm van een molecuul maar niet de afzonderlijke atomen.

Slide 22 - Tekstslide

Macro-niveau
Macro-niveau = het niveau dat je met het blote oog kunt zien, dus kunt waarnemen met je zintuigen.
Tijd voor een liedje:

Slide 23 - Tekstslide

Waterstofbruggen
Waterstofbruggen geven ijs een
kenmerkende structuur met veel 
lege ruimte, 
vandaar de lage dichtheid!
= meso-niveau
waterstofbrug (H - O)

Slide 24 - Tekstslide

Apolaire moleculen
Soms kunnen polaire bindingen in een molecuul elkaar precies tegenwerken (symmetrisch molecuul)
Er is dan netto geen dipool en het molecuul is apolair
Voorbeeld: CO2 
δ
δ
2δ+
0

Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk
Maak de volgende opdrachten:
Leer HS3.3 (blz. 78-82)
Maak de vragen 18 t/m 32 (blz. 83-85)
Kijk de opdrachten goed na, wanneer je ze gemaakt hebt.
Maak een notitie van de vragen die je niet snapte of waarvan je meer uitleg wil hebben.
Stel deze vragen de volgende les.

Slide 26 - Tekstslide