Herhaling toetstermen

• Rechtsvakken
• MBO
• Studiejaar 1

Herhaling toetstermen

In welk artikel staat er iets over partnerschap?

1. art. 4: 28 BW
2. art. 4: 30 BW
3. art. 4:8 BW
4. art. 4:38 BW

Over welk soort recht gaat het in art. 3:7 BW?

Over welke organisaties gaat het in artikel 2:2 BW?

1. kerkgenootschappen
2. verenigingen
3. stichtingen
4. BV's

Wat wordt er in art. 15 Rv lid 1 gezegd over de rechtbank?

Wat staat er in art. 463 lid 1 Rv?

Over welke vorm van verkrijging gaat het in art. 5:13 BW?

1. Vinderschap
2. Natrekking
3. Schatvinding
4. Inbezitneming

Wie kan er volgens art. 1:292 lid 2 BW niet als voogd benoemd worden?

1. een familielid
2. Bureau Jeugdzorg
3. iemand buiten de familie
4. een rechtspersoon

Zoek op van wie de zeebodem is en noteer het wetsartikel.

Over welke gegevens gaat het in art. 10 AVG?

Wat staat er in art. 7:61 lid 6c BW?

Van wat voor soort recht is sprake in art. 6:94 BW?

1. dwingend recht
2. driekwartdwingend recht
3. aanvullend recht
4. semidwingend recht

Hoe schrijf je het volgende artikel verkort op:
artikel 98c lid 2a uit boek 2 Burgerlijk Wetboek.

1. art. 98c lid 2a:2 BW
2. art. 2:98c lid 2a BW
3. art. 2 lid 2a: 98c BW
4. art. 2: 98c BW lid 2a

Op welke wijze dient een eiser of verzoeker de procedure in bij de Hoge Raad? En in welk artikel staat dit?

Op welke manier
vindt de levering van roerende zaken plaats volgens art. 3:90 BW?

1. door een notariële akte
2. door inschrijving in het openbare register van het kadaster
3. door bezitsverschaffing
4. door toe-eigening