In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Moleculaire stoffen
Hoofdstuk 4
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen: je kunt na deze paragraaf
Uitleggen wat de VanderWaalsbinding is.
Het verband aangeven tussen de massa van de moleculen, de sterkte van de VanderWaalsbindingen en de hoogte van het kookpunt.
Aangeven wanneer de VanderWaalsbinding wordt verbroken.
Slide 3 - Tekstslide
Stil lezen
10 Min Stil lezen H4.1 en/of opdrachten maken
Maken Les 1 (H4.1): 2, 3, 6, 7 of 8, 10
Maken Les 2: Afronden Exp. Zoutkristal + *
Maken Les 3: 11, 12 of 14, 18, 19, 20 of 21, 23
* Beg.lesboekje opdr. 5 t/m 8
timer
10:00
Slide 4 - Tekstslide
Instructie
Les 1 (H4.1):
VanderWaalskracht - VanderWaalsbinding
VanderWaalsbinding - Massa molecuul - Kookpunt
Oplossen moleculaire stoffen
Les 2: Afronden Exp. Zoutkristal + Begeleidingsles
Les 3 H4.2: Waterstofbruggen
Slide 5 - Tekstslide
Kookpunt
De kookpunten van moleculaire stoffen verschillen nogal van elkaar. Bij kamertemperatuur zijn de volgende stoffen:
Suiker = vast
Olijfolie = vloeibaar
Koolstofdioxide = gas
Hoe komt dit?
Slide 6 - Tekstslide
van der Waals
Docent Natuurkunde
Onderzoek naar Gassen en vloeistoffen.
Won Nobelprijs (1910)
Vergelijking VanderWaals
1837 - 1923:
Johannes Diderik van der Waals
Slide 7 - Tekstslide
Fase-overgang
Bij een fase-overgang blijven de moleculen hetzelfde (atoombinding blijft intact).
De afstand tussen deeltjes veranderd -> Vanderwaalsbinding(molecuulbinding).
Hoe dichter op elkaar, hoe sterker de V/d Waalsbinding.
In de vaste- en vloeibare fase zitten de moleculen dicht bij elkaar en voelen ze zich tot elkaar aangetrokken => Aantrekkingskracht = VanderWaalskracht
Hierdoor ontstaat er een soort binding = VanderWaalsbinding
Verhogen van de Temperatuur => moleculen gaan sneller bewegen => stoffen verdampen (moleculen los van elkaar) = verbreken van de VanderWaalsbinding.
N.B. De atoombinding is er nog steeds, het zijn nog steeds dezelfde moleculen.
Slide 8 - Tekstslide
Vanderwaalsbinding
Aantrekkingskracht tussen moleculaire stoffen (dus niet aanwezig bij metalen of zouten!)
Aanwezig door kleine ladingsverschillen in de moleculen (elektronen staan niet op vaste plaats, bewegen door schillen heen).
Relatief zwakke binding.
Hoe groter de massa van het molecuul, des te sterker de VanderWaalsbinding.
Bij sommige stoffen, zoals methaan, zijn de VanderWaalsbindingen zo zwak dat het kookpunt lager ligt dan kamertemperatuur.
Micro - Macro
Het smeltpunt en het kookpunt van een stof zijn eigenschappen op macroniveau.
De hoogte van het smelt- en kookpunt hangt samen met de sterkte van de VanderWaalsbinding op het microniveau.
Slide 9 - Tekstslide
Oplossen moleculaire stoffen
Slide 10 - Tekstslide
Werken aan:
Leren:H4.1
Maken Les 1 (H4.1): 2, 3, 6, 7 of 8, 10
Maken Les 2: Logboek bijwerken + Beg.les opdr. 5 t/m 8
Maken Les 3 (H4.2): 11, 12 of 14, 18, 19, 20 of 21, 23
Slide 11 - Tekstslide
Lesdoelen: je kunt na deze paragraaf
Uitleggen wat de VanderWaalsbinding is.
Het verband aangeven tussen de massa van de moleculen, de sterkte van de VanderWaalsbindingen en de hoogte van het kookpunt.
Aangeven wanneer de VanderWaalsbinding wordt verbroken.
Slide 12 - Tekstslide
Waar is de sterkte van een VanderWaalsbinding van afhankelijk?
A
kookpunt van de stof
B
massa van het molecuul
C
fase van het molecuul
D
massa van de atomen
Slide 13 - Quizvraag
Wat is een Vanderwaalsbinding?
A
Binding in een molecuul
B
Binding tussen moleculen
Slide 14 - Quizvraag
Wanneer wordt een vanderwaalsbinding verbroken?
A
Bij verdampen
B
Bij verdampen, sublimeren en oplossen
C
Bij een chemische reactie
D
Nooit; het is een stofeigenschap
Slide 15 - Quizvraag
De Vanderwaalsbinding is een soort van atoombinding
A
ja
B
nee
Slide 16 - Quizvraag
Welke van de volgende stoffen heeft in vloeibare toestand zowel atoombindingen als vanderwaalsbindingen?
A
kwik (Hg)
B
broom (Br2)
C
kwikbromide (HgBr)
D
argon (Ar)
Slide 17 - Quizvraag
Wat gebeurt er met de Vanderwaalsbinding als suiker wordt opgelost in thee.
A
verbreekt
B
wordt zwakker
C
wordt sterker
D
niets
Slide 18 - Quizvraag
Je kan de Vanderwaalsbinding opheffen door een stof te verhitten
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quizvraag
Welke stof zal de zwakste Vanderwaalsbindingen bevatten?
A
CO2
B
CH4
C
C6H12O6
D
C4H10
Slide 20 - Quizvraag
Welke stof is een moleculaire stof?
A
Mg
B
PbNO3
C
NaCl
D
C4H10
Slide 21 - Quizvraag
Wat voor soort rooster is hiernaast afgebeeld?
A
ion rooster
B
metaalrooster
C
molecuulrooster
Slide 22 - Quizvraag
Wat is de covalentie van koolstof (C)?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 23 - Quizvraag
Wat gebeurt er met de vanderwaals binding als je het oplost in water?
Slide 24 - Open vraag
https:
Slide 25 - Link
Video opdracht
Welke onderzoeksvraag hadden de onderzoekers?
De onderzoeker gaf aan dat hij het glas kon optillen door alleen de gekko vast te houden. Hoeveel kon hij daarmee minstens tillen?
Met welk doel wordt onderzoek gedaan naar het lopen van mieren en gekko's?
Er worden verschillende hypotheses (over het 'kleven' van de gekko) genoemd in het filmpje. Welke zijn dat en waarom werden de verschillende hypotheses verworpen?
Met welk mechanisme zijn mieren in staat om over glas te lopen?
De onderzoekers hebben uiteindelijk een theorie over het lopen van de gekko. Welke conclusie trokken zij en door welke waarneming(en) werd deze bevestigd?
Slide 26 - Tekstslide
0
Slide 27 - Video
Video opdracht
Welke onderzoeksvraag hadden de onderzoekers?
De onderzoeker gaf aan dat hij het glas kon optillen door alleen de gekko vast te houden. Hoeveel kon hij daarmee minstens tillen?
Met welk doel wordt onderzoek gedaan naar het lopen van mieren en gekko's?
Er worden verschillende hypotheses (over het 'kleven' van de gekko) genoemd in het filmpje. Welke zijn dat en waarom werden de verschillende hypotheses verworpen?
Met welk mechanisme zijn mieren in staat om over glas te lopen?
De onderzoekers hebben uiteindelijk een theorie over het lopen van de gekko. Welke conclusie trokken zij en door welke waarneming(en) werd deze bevestigd?