5 februari 2021

2 havo
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2 havo

Slide 1 - Tekstslide

Les devoirs
Huiswerk voor vandaag
Werkboek: Chapitre 3: ex. 13d + vertaling
Herhalen: chapitre 2: vocabulaire ABEFH - grammaire CGI - phrases-clés DJ
Leren: vocabulaire AB - grammaire C
Maken/leren voor de volgende les
In werkboek: chapitre 3: ex. 14 helemaal
Herhalen: chapitre 2: vocabulaire ABEFH - grammaire CGI - phrases-clés DJ
Leren: chapitre 3: vocabulaire AB - grammaire C
Programme d'aujourd'hui
Petite révision passé composé / imparfait
Ex. 13 & 14

Slide 2 - Tekstslide

La négation

ne ... pas encore =
A
nooit
B
niets
C
niet meer
D
nog niet

Slide 3 - Quizvraag

Jij kunt =
Tu ...
A
peux
B
voulu
C
voulez
D
pouvons

Slide 4 - Quizvraag

Welk werkwoord is niet onregelmatig?
A
aller
B
pouvoir
C
avoir
D
jouer

Slide 5 - Quizvraag


  • Ex. 13d samen bespreken (pak een schrift om aantekeningen in te maken)

  • Begin zelf aan ex. 14, (15*)
  • Kijk bij de extra opdrachten in de LU van 5/2


Klaar? Dan ga je leren:
chapitre 2: helemaal
chapitre 3: vocabulaire AB 



< 6,5

> 6,5

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Faire ex. 13d - Vertaling
Onderstreep de imparfait
  • Ma mère est française, mais elle est d'origine anglaise. Vertaling (+ imparfait?) = 
  • Mijn moeder is Frans, maar zij is van origine Engels. 

  • Son père venait d'Angleterre. Vertaling (+ imparfait?) =
  • Haar vader kwam (1: venait) uit Engeland. 

  • En 2012, j'ai habité en Angleterre avec mes parents et mon frère. Vertaling (+ imparfait?) =
  • In 2012, heb ik in Engeland gewoond met mijn ouders en mijn broer.

  • J'aimais l'Angleterre. Vertaling (+ imparfait?) =
  • Ik hield (2: aimais) van Engeland.

Slide 9 - Tekstslide

Faire ex. 13d - Vertaling 
Onderstreep de imparfait
  • Les Anglais étaient très sympa. Vertaling ( + imparfait?) = 
  • De Engelsen waren (3: étaient) erg aardig.

  • J'avais un copain anglais. Vertaling ( + imparfait?) =
  • Ik had (4: avais) een Engelse vriend.

  • J'ai rencontré mon copain à l'école. Vertaling ( + imparfait?) =
  • Ik heb mijn vriend op school ontmoet.

  • Il parlait aussi français. Vertaling (+ imparfait?) =
  • Hij praatte (5: parlait) ook Frans.

Slide 10 - Tekstslide

Faire ex. 13d - Vertaling 
Onderstreep de imparfait
  • On écoutait souvent de la musique, surtout du rock français. Vertaling ( + imparfait?) = 
  • We luisterden (6: écoutait) vaak muziek, vooral Franse rock.

  • Nous allions à tous les concerts d'Indochine ensemble. Vertaling ( + imparfait?) =
  • Wij gingen (7: allions) samen naar alle concerten van Indochine.

Slide 11 - Tekstslide

Ik kan de imparfait herkennen in een Franse tekst
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

Ex. 14
  • = Les devoirs

  • (1) Quand j'étais petit, mes parents et moi, nous faisions beaucoup de choses ensemble.
  • Wat is het hele werkwoord? (van étais & faisions) + de vertaling?
  • étais --> être (zijn)
  • faisions --> faire (doen/maken)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link