Quiz par 1.2-1.3 + vaardigheden

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Hoeveel jaar geleden zag je de eerste boeren in Nederland?
A
4.000
B
5.000
C
40.000
D
50.000

Slide 2 - Quizvraag

Is dit een oorzaak of een gevolg van de landbouw?

Ongeveer 10.000 jaar geleden eindigde een lange periode van gemiddeld lage temperaturen.
A
Oorzaak
B
Gevolg

Slide 3 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij deze definitie?

Geschiedenis, de tijd waarover we geschreven bronnen hebben

Slide 4 - Open vraag

Waar woonden de eerste boeren?
A
Egypte en Marokko
B
Egypte en Mesopotamië
C
Mesopotamië en Noord-Afrika
D
Noord-Afrika en het Midden-Oosten

Slide 5 - Quizvraag

Waar ontstonden de eerste beschavingen?
A
Egypte en Marokko
B
Egypte en Mesopotamië
C
Mesopotamië en Noord-Afrika
D
Noord-Afrika en het Midden-Oosten

Slide 6 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij deze definitie?

De manier waarop mensen in hun levensonderhoud voorzien, zoals landbouw en jagen en verzamelen

Slide 7 - Open vraag

Wanneer liep de Neanderthaler op aarde?
A
3 miljoen jaar geleden
B
1 miljoen jaar geleden
C
200.000 jaar geleden
D
30.000 jaar geleden

Slide 8 - Quizvraag

Wie ontdekte het vuur?
A
Neanderthaler
B
Homo Sapiens
C
De eerste rechtlopende aapmens
D
Homo Erectus

Slide 9 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij deze definitie?

Voorgeschiedenis, de tijd voordat er geschreven bronnen waren

Slide 10 - Open vraag

Is dit een oorzaak of gevolg?

Besmettelijke ziekten konden zich snel verspreiden
A
Oorzaak
B
Gevolg

Slide 11 - Quizvraag

Als je kijkt naar de mensen op de bron hiernaast, wat denk je dan dat de bestaansmiddelen waren van deze mensen?

Slide 12 - Open vraag

Welk begrip hoort bij deze definitie?

De manier waarop werkzaamheden zijn verdeeld

Slide 13 - Open vraag

Hoe lang geleden ontstond de mensensoort waar wij toe behoren?
A
100.000
B
150.000
C
200.000
D
250.000

Slide 14 - Quizvraag

Welk tijdvak was van 1500-1600?
A
Regenten en Vorsten
B
Monniken en Ridders
C
Steden en Staten
D
Ontdekkers en Hervormers

Slide 15 - Quizvraag

Welke tijdvakken lopen van 3000 v.Chr tot 1000 n.Chr
A
Grieken en Romeinen Monniken en Ridders
B
Monniken en Ridders Steden en Staten
C
Grieken en Romeinen Steden en Staten
D
Jagers en Boeren Grieken en Romeinen

Slide 16 - Quizvraag

Uit hoeveel personen bestond een groep van jagers en verzamelaars?
A
20-35
B
25-45
C
25-40
D
30-50

Slide 17 - Quizvraag

Welk tijdperk is van ... tot 3000 c. Chr.?
A
Oudheid
B
Historie
C
Prehistorie
D
Oude Tijd

Slide 18 - Quizvraag

In welke maatschappijvorm leefden de jagers en verzamelaars?
A
Pre-agrarisch
B
Agrarisch
C
Agrarisch-urbane
D
Post-agrarisch

Slide 19 - Quizvraag

Welk tijdvak was van 1800-1900?
A
Pruiken en Revoluties
B
Burgers en Stoommachines
C
Regenten en Vorsten
D
Wereldoorlogen

Slide 20 - Quizvraag

Is dit een oorzaak of gevolg van de landbouw?

De jacht was afgenomen

A
Oorzaak
B
Gevolg

Slide 21 - Quizvraag

Is dit een oorzaak of een gevolg van de landbouw?

Grotere groepen
A
Oorzaak
B
Gevolg

Slide 22 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij deze definitie?

Houden of fokken van beesten als bestaansmiddel om in het levensonderhoud te voorzien

Slide 23 - Open vraag

Hoeveel inwoners had een dorp?
A
100
B
125
C
150
D
175

Slide 24 - Quizvraag

Is dit een oorzaak of gevolg van de landbouw?

Hard werken
A
Oorzaak
B
Gevolg

Slide 25 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij deze definitie?

Verbouwen van gewassen, zoals graan

Slide 26 - Open vraag