Maak onderstaande zinnen af, kies uit:
Ampère , Volt , A , de hoeveelheid lading per seconde , een verschil in elektrische lading , weerstand , spanning , stroomsterkte , ohm
1. Spanning is ...
2. Stroomsterkte is ...
3. Als de ... groter wordt neemt de ... af
4. Volt is de eenheid van ...
5. De eenheid ... heeft als symbool ...
6. De eenheid van weerstand is ...