“Subsidieslurpers”, “haathutten”, “heimweeschotels” en “kopvoddentaks”
En als hij het nodig vindt, aarzelt hij ook niet om een minister uit te maken voor “lafaard” of “bangerik”.
gebruikt veel superlatieven (“slechtste kabinet ooit”) en hyperbolen (overdrijvingen als “tsunami” of “ramp”).
We zijn bang voor oorlog, dus spreekt .... over “front”, “grondgebied” en “capituleren”. We zijn bang voor de economische crisis, dus begint .... over de “kosten van de immigratie”. We zijn bang voor milieurampen, dus spreekt .... van “tsunami’s” en “de vervuiling door de islam”.