Taal JK - College 3 - Beginnende geletterdheid - 2021 per 1

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Taal jonge kindHBOStudiejaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Boeken zonder tekst

Slide 3 - Tekstslide

1. Onder beginnende geletterdheid verstaan we...
A
de belangstelling voor het geschreven woord in de voorschoolse periode.
B
de spontane aandacht van kleuters voor boeken.
C
de beginfase van het leren lezen in groep 3.
D
de belangstelling voor het geschreven woord in de groepen 1 t/m 3.

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Taalbewustzijn stimuleren

Slide 7 - Woordweb

2. Wat is een foneem?
A
Een lettercombinatie die naar een klankgroep verwijst.
B
Een combinatie van twee of drie spraakklanken.
C
Een klank die wordt weergegeven door een letter of lettercombinatie.
D
Een klankencombinatie die betekenis heeft.

Slide 8 - Quizvraag

3. In het woord /radio/ onderscheiden we...
A
5 grafemen en 5 fonemen
B
6 grafemen en 6 fonemen
C
5 grafemen en 6 fonemen
D
6 grafemen en 5 fonemen

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

4. Wat is een voorbeeld van een klankzuiver woord?
A
hooi
B
boos
C
brood
D
leeuw

Slide 12 - Quizvraag

Voorbeeld stellen in groep 3

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Test je eigen kennis!


Twee vragen over woordenschat
Twee vragen over mondelinge taalvaardigheid

Slide 18 - Tekstslide

Wat verstaat men onder de productieve woordenschat van kinderen?
A
De woorden die de kinderen nog moeten leren.
B
De woorden die de kinderen begrijpen en gebruiken.
C
De woorden die gesemantiseerd zijn.
D
De woorden die de kinderen begrijpen.

Slide 19 - Quizvraag

Meester Peter laat een etui zien en vertelt dat het een 'etui' wordt genoemd. Van welk principe maakt hij gebruik?
A
labelen
B
categoriseren
C
netwerk opbouwen
D
uitbreiden

Slide 20 - Quizvraag

Mira is volop bezig taal te verwerven. Zij gebruikt sinds kort tweewoordzinnen. Van welke fase in de taalontwikkeling is hier sprake?
A
prelinguale fase
B
differentiatiefase
C
vroeglinguale fase
D
metalinguïstische fase

Slide 21 - Quizvraag

Achmed gaat op tweejarige leeftijd naar de peuterspeelzaal. Hier leert hij de Nederlandse taal naast het Turks dat hij thuis spreekt. Van welke ontwikkeling in de taalvaardigheid is er dan sprake?
A
Er is sprake van eerst successieve en vervolgens simultane taalvaardigheid.
B
Er is sprake van simultane taalvaardigheid.
C
Er is sprake van successieve taalvaardigheid.
D
Er is sprake van zowel simultane als successieve taalvaardigheid.

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide