Taalplus les 5 - Uitdrukkingen

Welkom bij Taalplus!

Wat heb je nodig?
- lijntjesschrift
- etui
- laptop en oplader
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom bij Taalplus!

Wat heb je nodig?
- lijntjesschrift
- etui
- laptop en oplader

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moeilijke woorden mee

Jullie hebben allemaal een moeilijk woord meegenomen. Noteer op de volgende pagina: 
1. Wat het moeilijke woord is; 
2. Wat de betekenis van dat woord is; 
3. Waar je het moeilijke woord hebt gevonden;
4. Waar je dit woord kan tegenkomen.

Slide 2 - Tekstslide

Tekst: 'Waarom spijbelt een spijbelaar?'

Zie onze (nieuwe) studiewijzer voor alle teksten ;)
Vul het woord + betekenis in

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke woordraadstrategieën ken jij nog?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Woordraadstrategieën

► Context
► Synoniemen
► Tegenstelling
►  Samenstelling
► Uit een andere taal
► (Online) woordenboek



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is letterlijk taalgebruik?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is figuurlijk taalgebruik?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Letterlijk en figuurlijk taalgebruik
- Letterlijk taalgebruik = Wat er staat, is wat je bedoelt.
Toen Jan gegeten had, legde hij zijn handen op zijn buik.

-Figuurlijk taalgebruik = Er staat iets anders dan wat je bedoelt.
Mijn ouders zijn twee handen op één buik.

Uit de rest van de tekst kun je opmaken of een zin letterlijk of figuurlijk bedoeld is.


Slide 8 - Tekstslide

Tekst: 'Waarom spijbelt een spijbelaar?'

Zie onze (nieuwe) studiewijzer voor alle teksten ;)
Toen ik 's avonds thuiskwam, lag mijn hond in zijn mand.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Toen ik 's avonds thuiskwam, vond ik de hond in de pot.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De iPhone is de Rolls-Royce onder de mobieltjes.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mijn Rolls-Royce staat tussen de andere auto´s geparkeerd.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitdrukkingen
Een uitdrukking is een vast groepje woorden dat altijd figuurlijk bedoeld is.

Slide 13 - Tekstslide

Tekst: 'Waarom spijbelt een spijbelaar?'

Zie onze (nieuwe) studiewijzer voor alle teksten ;)
Welke uitdrukkingen kennen jullie al?

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Mark wilde zijn rijbewijs gaan halen, maar hij zag veel beren op de weg.
A
Mark kwam tijdens zijn rijles beren op de weg tegen.
B
Mark zag veel moeilijkheden bij het halen van zijn rijbewijs.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De boze student had nog een appeltje met zijn docent te schillen.
A
De student moest voor zijn docent een appel gaan schillen.
B
De student moest nog een vervelende zaak afhandelen.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het wordt groen en geel voor de ogen.
Uit de doppen kijken
Het oog is groter dan de maag.
Een sloddervos zijn
Iemand de oren afzagen
Duizelig of misselijk worden
Goed opletten
Meer op je bord scheppen dan je op kunt eten
Een slordig iemand zijn
Steeds blijven aandringen

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Schrijf de volgende uitdrukkingen op en zoek online naar de betekenis.

Maak daarna met iedere uitdrukking een zin waaruit blijkt dat jij weet wat deze uitdrukking betekent! 

Slide 18 - Tekstslide

Tekst: 'Waarom spijbelt een spijbelaar?'

Zie onze (nieuwe) studiewijzer voor alle teksten ;)
Opdracht
1) Met vuur spelen -> ...
2) Er komt licht in de duisternis. -> ...
3) In hart en nieren -> ...
4) De kat uit de boom kijken -> ...
5) Iemand de hand boven het hoofd houden -> ...
6) Een speld in een hooiberg zoeken -> ...
7) Brood op de plank hebben -> ...
8) Iemand een oor aannaaien -> ...
9) Achter de wolken schijnt de zon. -> ...

Slide 19 - Tekstslide

Tekst: 'Waarom spijbelt een spijbelaar?'

Zie onze (nieuwe) studiewijzer voor alle teksten ;)
Opdracht
1) Met vuur spelen -> Gevaarlijk te werk gaan
2) Er komt licht in de duisternis. -> Er komt een oplossing.
3) In hart en nieren -> Vanuit volle overtuiging
4) De kat uit de boom kijken -> Een afwachtende houding aannemen
5) Iemand de hand boven het hoofd houden -> Iemand beschermen
6) Een speld in een hooiberg zoeken -> Iets onmogelijks proberen
7) Brood op de plank hebben -> Voldoende inkomen hebben
8) Iemand een oor aannaaien -> Iemand oplichten
9) Achter de wolken schijnt de zon. -> Er komt altijd weer een betere tijd.

Slide 20 - Tekstslide

Tekst: 'Waarom spijbelt een spijbelaar?'

Zie onze (nieuwe) studiewijzer voor alle teksten ;)
Zinnen bespreken

Slide 21 - Tekstslide

Tekst: 'Waarom spijbelt een spijbelaar?'

Zie onze (nieuwe) studiewijzer voor alle teksten ;)

Slide 22 - Tekstslide

Werkvorm:
Klassikaal: laat een leerling een stukje van de tekening omschrijven. Wat zie je? Wie weet het spreekwoord dat er daarbij hoort? Opzoeken wel spreekwoord er dan bij hoort.

Individueel: noteer zoveel mogelijk spreekwoorden in 10 minuten.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies