4. Krachten in evenwicht

Krachten in evenwicht
SysNat h4/v4 3.4
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Krachten in evenwicht
SysNat h4/v4 3.4

Slide 1 - Tekstslide

Teken een resultante kracht van 3,5 cm lang, op een hoek van 40 graden met de horizontaal. Hoe groot zijn de verticale en horizontale componenten?

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Video

Schommel in evenwicht
Vlak voordat de schommel was losgelaten hingen de mensen even stil. Ze waren in evenwicht. Als er een evenwicht is, is er ook een krachtenevenwicht.  

De schommel in de afbeelding rechts
is ook in evenwicht (de schommel wordt
vast gehouden). 

Slide 4 - Tekstslide

Welke drie krachten werken op de
schommel?

Slide 5 - Open vraag

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan je:
  1. in situaties met evenwicht van drie krachten bij twee gegeven krachten de derde kracht construeren
  2. in situaties met evenwicht van drie krachten bij één gegeven kracht de andere twee krachten construeren als de werklijnen bekend zijn
LD2
in situaties met evenwicht van drie krachten bij één gegeven kracht de andere twee krachten construeren als de werklijnen bekend zijn

Slide 6 - Tekstslide

Krachten in evenwicht
Er wordt even hard aan het touw getrokken. Er is hier sprake van een krachtenevenwicht

Slide 7 - Tekstslide

Uitgelaten honden
Stel je laat twee honden uit. Ze trekken allebei een andere kant uit aan hun riem, maar jij trekt ook aan de riem, zodat je stil blijft staan.

Hier is ook sprake van een krachtenevenwicht

Slide 8 - Tekstslide

Drie-krachtenevenwicht
Als er een drie-krachtenevenwicht is met één of meerdere onbekenden, zijn er twee mogelijkheden tot oplossen:
1. Twee krachten zijn bekend, de derde kan bepaald worden
2. Er is één kracht en de werklijnen van de andere twee. De groottes van de andere twee kunnen bepaald worden. 
LD1
in situaties met evenwicht van drie krachten bij twee gegeven krachten de derde kracht construeren
LD2
in situaties met evenwicht van drie krachten bij één gegeven kracht de andere twee krachten construeren als de werklijnen bekend zijn

Slide 9 - Tekstslide

1. Twee bekende krachten
De grootte van de gele kracht kan je berekenen als je de grootte en richting van de andere twee krachten weet. 
LD1
in situaties met evenwicht van drie krachten bij twee gegeven krachten de derde kracht construeren

Slide 10 - Tekstslide

De trekkracht construeren
  1. Maak een krachtentekening. 
  2. Teken de resultante kracht met de parallellogrammethode
  3. Teken de trekkracht tegenovergesteld aan en even groot als de resultante kracht.  
Fa
Fb

Slide 11 - Tekstslide

De trekkracht construeren
  1. Maak een krachtentekening. 
  2. Teken de resultante kracht met de parallellogrammethode
  3. Teken de trekkracht tegenovergesteld aan en even groot als de resultante kracht.  
Fa
Fb
Fres

Slide 12 - Tekstslide

De trekkracht construeren
  1. Maak een krachtentekening. 
  2. Teken de resultante kracht met de parallellogrammethode
  3. Teken de trekkracht tegenovergesteld aan en even groot als de resultante kracht.  
Fa
Fb
Fres
Ftrek

Slide 13 - Tekstslide

Melina laat haar twee honden uit. Ze trekken beide aan de riem een andere kant uit, ze maken een hoek van 105 graden. De ene hond trekt met 50 N, de andere met 40 N. Bepaal de grootte van de trekkracht om in evenwicht te blijven.

Slide 14 - Open vraag

2. Eén bekende kracht en twee werklijnen

De grootte van de krachten langs de hondenriemen kan je berekenen als je de werklijnen weet.  
LD2
in situaties met evenwicht van drie krachten bij één gegeven kracht de andere twee krachten construeren als de werklijnen bekend zijn

Slide 15 - Tekstslide

De trekkracht construeren
  1. Teken de werklijnen van de twee onbekende krachten. 
  2. Teken de resultante kracht even groot en tegenovergesteld aan de trekkracht. 
  3. Ontbind de resultante kracht met behulp van de omgekeerde parallellogrammmethode. 
Ftrek

Slide 16 - Tekstslide

De trekkracht construeren
  1. Teken de werklijnen van de twee onbekende krachten. 
  2. Teken de resultante kracht even groot en tegenovergesteld aan de trekkracht. 
  3. Ontbind de resultante kracht met behulp van de omgekeerde parallellogrammmethode. 
Fres
Ftrek

Slide 17 - Tekstslide

De trekkracht construeren
  1. Teken de werklijnen van de twee onbekende krachten. 
  2. Teken de resultante kracht even groot en tegenovergesteld aan de trekkracht. 
  3. Ontbind de resultante kracht met behulp van de omgekeerde parallellogrammmethode. 
Fres
Ftrek
Fa
Fb

Slide 18 - Tekstslide

Maak opdracht 23 uit je boek. Geef hier je antwoord.

Slide 19 - Open vraag

Schommel in evenwicht
Teken de drie krachten die werken op de schommel.
De persoon op de schommel heeft een massa van 50 kg. In je tekening staat 1 cm gelijk aan 200 N.  
Neem deze mee naar de les. 

Slide 20 - Tekstslide