Fictie Blok 4 1KT

Blok 4 Fictie
Hoofdpersonen en bijfiguren
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Blok 4 Fictie
Hoofdpersonen en bijfiguren

Slide 1 - Tekstslide

Alles wat je weet
over de hoofdpersoon
van een verhaal

Slide 2 - Woordweb

Theorie (hoofdpersoon en bijfiguren) 
De hoofdpersoon...
  • ...is de belangrijkste persoon in een verhaal
  • ...heeft meestal een probleem / opdracht. Lost hij het probleem op? Slaagt hij in de opdracht?
  • ...leer je heel goed kennen. Je leest over zijn buitenkant (hoe hij eruit ziet) en over zijn binnenkant (wat hij denkt en voelt)
  • Je kijkt vaak mee door de ogen van de hoofdpersoon. Hierdoor kun je je beter inleven in de hoofdpersoon.

Over de bijfiguren krijg je minder informatie. Je krijgt meestal geen gedachten of gevoelens te lezen. Ze zijn minder belangrijk.

Slide 3 - Tekstslide

Over de trailer in de volgende dia
Titel: 127 hours
Verhaal: Een avontuurlijke, Amerikaanse man gaat op een dag door een natuurgebied fietsen en lopen. Hij vertelt niemand dat hij daar op die dag is. Niet slim, want hij zakt in een spleet en komt vast te zitten. 127 uur. Intussen probeert hij te overleven en filmt hij zichzelf. 
Vraag: Wat kunnen je na deze trailer vertellen over de binnenkant van deze hoofdpersoon? 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Wat kunnen je na deze trailer vertellen over de binnenkant van deze hoofdpersoon?

Slide 6 - Open vraag

Een bijpersoon speelt een minder belangrijke rol in een verhaal.
Bovenstaande uitspraak is
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

In een verhaal krijg je veel informatie van de hoofdpersoon.
Bovenstaande uitspraak is
A
niet waar
B
waar

Slide 8 - Quizvraag

Wat krijg je allemaal van de hoofdpersoon van verhalen te weten? Houd de theorie in gedachte.

Slide 9 - Open vraag

Hoofdpersoon
Bijfiguur
Leer je vooral van een afstand kennen
Leer je vooral kennen door wat hij doet en zegt
Leer je vooral kennen door wat hij denkt, doet en zegt
Leer je het beste kennen
Weet je het meeste van
Lees je gevoelens en gedachtes van

Slide 10 - Sleepvraag

En nu werken jullie!
Blok 4 Fictie

Slide 11 - Tekstslide