les 10 - De wetenschappelijke revolutie (ka 26) en de Verlichting (ka 27)

De Vroegmoderne Tijd
periode 3
les 12: Verlichting (KA 27)
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 42 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

De Vroegmoderne Tijd
periode 3
les 12: Verlichting (KA 27)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

KA 27
Rationeel optimisme en ‘Verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bewering: het is waarschijnlijk dat wetenschappers uit Europa elkaars werk kenden. Deze bron is daar een goed voorbeeld van. 26.6 Ondersteun deze bewering met een verwijzing naar de bron.
De gerenommeerde wetenschappelijke instituten
van zowel Engeland als Frankrijk nemen Huygens
op in hun genootschap. Daarmee wordt duidelijk
dat zijn werk gelezen is en bewonderd wordt

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

16e eeuw
Drie ontwikkelingen in de 16de eeuw




Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

belang?



Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

belang?



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke tijd?



Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

16e eeuw
de Renaissance

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

16e eeuw

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

KA
De Verlichting
tijdvak 7

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

17de eeuw
wetenschappelijke doorbraken
Observeren, Experimenteren, Redeneren (OER)
Huygens (uurwerk), van Leeuwenhoek (microscoop)
Bloei in Republiek: geld en interesse (tolerantie)
Frankrijk en Engeland: centraal georganiseerd
laboratorium of werkplaats -> ontdekking natuurwetten

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De Verlichting
vanaf ca. 1700
  • Een periode waarin mensen hun kennis (willen) vergroten, door steeds meer uit te gaan van het verstand (rede, ratio)
  • Waarin logisch denken de belangrijkste stap wordt in de wetenschap. 
  • Door gebruik te maken van het verstand maken mensen een einde aan de 'duisternis' van domheid, bijgeloof en onverdraagzaamheid.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verlichting
Uitgangspunt
  • optimisme (alle problemen oplossen met logisch nadenken = beter leven)
  • verspreiden van kennis (verstand kun je alleen gebruiken als je kennis hebt)
  • beginsel vrijheid (vrijheid om te kunnen denken wat je wilt)
  • geloven in gelijkheid (alle mensen worden gelijk geboren, maar door achtergrond en opvoeding wordt status bepaald)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen
Maken KA 26: 
- 26.6

Vragen tijdvak 6:
- vraag 3 en 4

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bewering: het is waarschijnlijk dat wetenschappers uit Europa elkaars werk kenden. Deze bron is daar een goed voorbeeld van. 26.6 Ondersteun deze bewering met een verwijzing naar de bron.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bewering: het is waarschijnlijk dat wetenschappers uit Europa elkaars werk kenden. Deze bron is daar een goed voorbeeld van. 26.6 Ondersteun deze bewering met een verwijzing naar de bron.
De gerenommeerde wetenschappelijke instituten
van zowel Engeland als Frankrijk nemen Huygens
op in hun genootschap. Daarmee wordt duidelijk
dat zijn werk gelezen is en bewonderd wordt

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Deze bron past het best bij KA De (bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de) bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek. Je ziet een schilderij van
Rembrandt van Rijn geschilderd in opdracht van de artsen (i.p.v. door kerk of adel). Op het schilderij wordt onderzoek gedaan naar anatomie, passend bij de bloeiende wetenschap in die periode.


Het schilderij past ook bij KA  De
wetenschappelijke revolutie, wat blijkt uit het anatomisch les dat je op het schilderij ziet.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. 
- In Nederland hadden burgers ook een belangrijke rol, anders dan in Frankrijk waar alles draaide om de absolute vorst. In Nederland waren rijke burgers ook een belangrijke groep opdrachtgevers voor schilders.
- Gilden waren een belangrijk onderdeel van de Nederlandse economie, zij hadden het geld om ook dit soort schilderijen te bestellen. In Frankrijk was het de adel en de kerk die schilderijen liet maken maar dan aleen van zichzelf en van religiueze thema's.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klas delen
groep 1                                                         groep 2
klassikaal                                                    Zelfstudie (max. 10)

Krijgen een normale les met              Lezen zelf de tekst van KA 
uitleg, een opdracht                               27 en maken een vervangen-
 en begeleiding.                                        de opdracht.                                                                                              

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zou men in de loop van de geschiedenis zijn omgegaan met de vraag: hoe kunnen we de gevolgen van het Coronavirus voorkomen?

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Middeleeuwen: 
Renaissance: 
Wetenschappelijke Revolutie: 
WIJ: 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
  1. Inleiding (al gedaan)
  2. Hoofdvraag
  3. klas delen
  4. Uitleg
  5. Opdracht
  6. Nabespreking
  7. Afsluiting

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdvraag
Waarom kun je de Verlichting het kind van de Wetenschappelijke Revolutie noemen?

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
  • Middeleeuwen: geloven wat de gevestige orden / kerk zegt (tot ca 1500) 
  • Renaissance (ca 1500): kritische blik op oude teksten, waarnemingen zonnestelsel (Copernicus, Galileï)
  • Wetenschappelijke Revolutie (ca 1650) : ontdekking natuurwetten (Newton) en betere instrumenten (microscoop) leiden tot golf van ontdekkingen.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn we dan al bij onze manier van denken gekomen?


NEE!

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wetenschappers worden steeds mee denkers... in salons filosoferen zij over de waarheid, hoe de samenleving rechtvaardiger moet worden.  
(in plaats van in een laboratorium of werkplaats) 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verlichting
Uitgangspunt
  • optimisme (alle problemen oplossen met logisch nadenken = beter leven)
  • verspreiden van kennis (verstand kun je alleen gebruiken als je kennis hebt)
  • beginsel vrijheid (vrijheid om te kunnen denken wat je wilt)
  • geloven in gelijkheid (alle mensen worden gelijk geboren, maar door achtergrond en opvoeding wordt status bepaald)

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Als mensen overal over gaan nadenken, gaan ze ook nadenken over zaken waar eerder amper over nagedacht werd:
  • economie
  • godsdienst
  • politiek
  • sociale verhoudingen
Wat dachten de Verlichters daarover? Vul samen het placemat in. 

Slide 37 - Tekstslide

persoon 1: lezen tekst stukje voor zich - Vul in binnenste ring - Wat was de belangrijkste uitkomst van de Verlichters over dit onderwerp?
doordraaien
persoon 2: buitenste ring - bedenk waarom dit past bij 1 of meerdere uitgangspunten van de Verlichting
doordraaien
Opdracht
  1. Lees stukje van thema dat voor je ligt. 
  2. Vul in de binnenste ring in wat het belangrijkste uitgangspunt van de Verlichters werd op dat thema. 
  3. Draai door
  4. Vul de ander aan door in de buitenste ring te bedenken welke uitgangaspunten van de Verlichting hierin terugkomen. 

Doe dit nog een keer voor de overgebleven thema's. 

Slide 38 - Tekstslide

persoon 1: lezen tekst stukje voor zich - Vul in binnenste ring - Wat was de belangrijkste uitkomst van de Verlichters over dit onderwerp?
doordraaien
persoon 2: buitenste ring - bedenk waarom dit past bij 1 of meerdere uitgangspunten van de Verlichting
doordraaien

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreken
Welke uitgangspunt neemt de grootste deel op zich?

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdvraag
Waarom kun je de Verlichting het kind van de Wetenschappelijke Revolutie noemen?

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Huiswerk
Maken KA 26: 

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies