Signaalwoorden, artikel aan de hand van

Uitsmijter en signaalwoorden
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Uitsmijter en signaalwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een uitsmijter
in een artikel?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Signaalwoorden

Slide 6 - Tekstslide

Noem de signaalwoorden die je kent

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Tekstslide

Waarom voeg je signaalwoorden
toe aan je tekst?

Slide 9 - Woordweb

..... de treinen niet rijden, kan ik niet naar school.
A
doordat
B
daarna
C
daarom
D
kortom

Slide 10 - Quizvraag

We verkopen veel sportartikelen, zoals schoenen, sokken en ballen.
'Zoals' is het verband...
A
reden
B
oorzaak-gevolg
C
toelichting of voorbeeld
D
samenvatting

Slide 11 - Quizvraag

Ik wil graag naar school, maar ik ben ziek. 'Maar' is signaalwoord voor het verband:
A
tegenstelling
B
oorzaak-gevolg
C
doel-middel
D
conclusie

Slide 12 - Quizvraag

Ik heb een pen om te schrijven.
'Om... te' is het verband...
A
tegenstelling
B
oorzaak-gevolg
C
doel-middel
D
conclusie

Slide 13 - Quizvraag

Aan de slag
  • Bedenk een uitsmijter voor je artikel
  • Voeg signaalwoorden toe aan je artikel
  • Rond je artikel af

Deadline in Class Notebook:  zondag 24 september a.s. 23:59

Slide 14 - Tekstslide