Voortplanting: voorkennis

Voortplantingsstelsel
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieSecundair onderwijs

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Voortplantingsstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Waar worden de zaadcellen opgeslagen?
A
Teelbal
B
Bijbal
C
Prostaat
D
zaadblaasjes

Slide 2 - Quizvraag

Welke structuur is R?
A
Prostaat
B
zaadblaasjes
C
blaas
D
urinebuis

Slide 3 - Quizvraag

Welke cel bevat de meeste reserve voedingsstoffen?
A
Zaadcel
B
eicel

Slide 4 - Quizvraag

Bij de geboorte zijn alle eicellen die een vrouw ooit zal hebben al aanwezig
A
Juist
B
Fout

Slide 5 - Quizvraag

Na hoelang moet je een spiraaltje vervangen?
A
1 jaar
B
6 maanden
C
5 jaar
D
2 jaar

Slide 6 - Quizvraag

Wanneer er een bepaald virus door je bloed stroomt, wordt je seropositief genoemd. Welke soa veroorzaakt dit virus
A
Chlamydia
B
Gonorroe
C
Syfilis
D
HIV

Slide 7 - Quizvraag

Uit welk weefsel bestaat het weefsel van de placenta?
A
uit het weefsel van de moeder
B
uit het weefsel van de baby
C
uit het weefsel van beide

Slide 8 - Quizvraag

Hoelang blijft een eicel in leven?
A
12-24u
B
6-12u
C
12-36u
D
24-36u

Slide 9 - Quizvraag

Waar worden oestrogenen geproduceerd?
A
hypofyse
B
hypothalamus
C
eierstokken
D
baarmoeder

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen heeft een zaadcel?
A
46
B
23
C
92

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent: voor het zingen de kerk uit?
A
Voor het ejaculeren de penis uit de vagina halen
B
seks hebben zonder condoom
C
een condoom gebruiken

Slide 12 - Quizvraag

Hoelang kan een zaadcel in leven blijven na ejaculatie in een vrouwen lichaam?
A
1 dag
B
2 dagen
C
3 dagen
D
1u

Slide 13 - Quizvraag

Bevat dit anticonceptiemiddel hormonen?
A
nee
B
ja

Slide 14 - Quizvraag

Bij IVF worden er in het labo eicellen bevrucht. Uit bevruchte eicellen ontstaan embryo’s waarvan er één of twee in het voortplantingsstelsel van de vrouw gebracht worden.
Hoe heet het deel van het voortplantingsstelsel waar embryo’s dan ingebracht worden?
A
Eileider
B
Baarmoeder
C
Vagina
D
Eierstok

Slide 15 - Quizvraag

H21: voortplantingsstelsel
Cursus pg 81

Slide 16 - Tekstslide

Primaire geslachtskenmerken
Aanwezig vanaf geboorte:
Vrouw:
Eierstokken
Eileiders
Baarmoeder
Vagina
Uitwendige schaamdelen

Bijballen
Prostaat
Penis

Slide 17 - Tekstslide

Primaire geslachtskenmerken
Man:
Teelballen
Bijballen
Prostaat
Penis

Slide 18 - Tekstslide

Secundaire geslachtskenmerken
Typerende geslachtskenmerken onder invloed van geslachtshormonen:

Progesteron
Oestrogeen
Testosteron
Vanaf puberteit


Slide 19 - Tekstslide

Secundaire geslachtskenmerken?

Slide 20 - Woordweb

Vr Secundaire geslachtskenmerken
Volgroeien van ovaria, uterus, vagina en vulva
Menstruele cyclus
Borsten
Beharing oksel en schaamstreek
Verbreding bekken
Toename onderhuids vet op heupen en bovenbenen

Slide 21 - Tekstslide

ML Secundaire geslachtskenmerken
Volgroeien van penis en testes
Stemverlaging
Beharing oksel, schaamstreek, gezicht, borst en ledematen
Grotere bot- en spierontwikkeling

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Tertiaire geslachtskenmerken
Plaats en tijd gebonden
Verschillen als gevolg van:
Opvoeding
Gewoonten binnen bepaald cultuurpatroon
Haardracht
Make-up
Kleding
Houding
Verschil in emoties


Slide 24 - Tekstslide

Wrapping up? Wat heb je onthouden van deze les?

Slide 25 - Open vraag