Cultuur in Nederland

Culturen in Nederland
Je leert deze les:
  • Wat een multiculturele samenleving is
  • De oorzaken voor een multiculturele samenleving
  • Wat push- en pullfactoren zijn
  • Welke religies in Nederland het meest voorkomen

Schrijf mee! 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Culturen in Nederland
Je leert deze les:
  • Wat een multiculturele samenleving is
  • De oorzaken voor een multiculturele samenleving
  • Wat push- en pullfactoren zijn
  • Welke religies in Nederland het meest voorkomen

Schrijf mee! 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Multi = veel. Dus letterlijk veel culturen.
   Denk maar aan:
- verschillende geloven 
- verschillende talen
- verschillende gerechten 
- verschillende herkomstlanden 
- verschillende kleding / muziek
In Nederland leven mensen met verschillende culturen samen, dat noem je multicultureel 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Emigratie en Immigratie 
Immigratie  Mensen komen naar Nederland (in)
Emigratie 
Mensen vertrekken uit Nederland (Exit) 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken multiculturele samenleving
Er zijn verschillende oorzaken (redenen) waarom er zoveel culturen in Nederland zijn, bijvoorbeeld:

1. Mensen komen uit voormalige Nederlandse koloniën - Koloniën
2. Mensen zoeken werk in een ander land - Gastarbeiders
3. Mensen vluchten naar een ander land- Vluchtelingen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oud Koloniën 
Wie?
Mensen uit Suriname, Indonesië en Aruba /Bonaire/Curaçao  . Deze landen waren vroeger koloniën van Nederland!
Wanneer? 
Na onafhankelijkheid (eind 20ste eeuw) kwamen veel mensen uit deze gebieden naar Nederland
Waarom? 

Familie in Nl, beter onderwijs, spraken de taal al 


Wat is een kolonie
Gebied/ land dat veroverd werd door Europees land.
Europees land ging dit gebied besturen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gastarbeiders 
Wie:
Gastarbeiders
Uit landen als Turkije, Marokko en Spanje

Wanneer:
Tussen 1960-1970

Waarom:
In Nederland was véél werk in fabrieken te vinden
In eigen land was er juist weinig werk 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vluchtelingen 
Wie?
Syrië,, Oekraïne
Wanneer? 
Van alle tijden! 
Syrië vanaf 2012, Oekraïne 2022
Waarom? 
landen waar het onveilig is door oorlog, armoede, discriminatie 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pushfactoren en Pullfactoren


Pushfactor: de reden om te emigreren is negatief 
Pullfactor: de reden om te emigreren is positief

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zie je op de
afbeelding een
pushfactor of een pullfactor?
A
Pushfactor
B
Pullfactor

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zie je op de afbeelding een pushfactor of een pullfactor?
A
Pushfactor
B
Pullfactor

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zie je op de
afbeelding
een pushfactor of een pullfactor?
A
Pushfactor
B
Pullfactor

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Marloes is drie jaar geleden vanuit
België naar NL verhuisd.
Voor Nederland is Marloes een............
A
Emigrant
B
Immigrant

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mo vertrok 5 jaar geleden van Nederland
naar Spanje om daar een restaurant
te openen. Voor Nederland is Mo een.....
A
Emigrant
B
Immigrant

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Redenen voor migratie 
Noteer tijdens het kijken minimaal drie redenen waarom de mensen willen verhuizen. 


Klik hier voor de video 
timer
12:00

Slide 14 - Tekstslide

https://schooltv.nl/video/metropolis-in-de-klas-migratie/#q=migratie 
Gevolgen multiculturele samenleving
Iedereen neemt zijn/haar eigen cultuur mee naar Nederland. Zo  komen er bijvoorbeeld verschillende godsdiensten/religies in Nederland.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Atheïsme
  • Je gelooft NIET in een bestaan van een GOD.
  • Volgens een atheist is er onvoldoende bewijs dat er iets bovennatuurlijks bestaat.
  • Je gelooft dan meestal in de wetenschappelijke verklaring voor het ontstaan van de wereld.
  • Geen eigen religieuze boek.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rooms-Katholiek

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen.... 
Wat heb je allemaal onthouden van deze les?

Hiernaast staan alle begrippen die je vandaag voorbij hebt zien komen :)
Op de volgende dia staat de opdracht

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We gaan spelletjes spelen!  
  • Elk spelletje duurt 8 minuten
  • Maak een groepje van 4 personen
  • De spelletjes: 
    - Teken het maar
    - Galgje
    - 30 Seconds

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiding
  • Knip met zijn vieren alle begrippen uit

  • Leg alle begrippen op de kop op één stapel op tafel

  • Niet spieken! 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spel 1: Teken het maar!
Zorg dat je allemaal een potlood/pen + papier hebt

  • Eén iemand pakt het bovenste kaartje van de stapel en hij/zij tekent dat begrip
  • De anderen moeten raden welk begrip het is
  • Als het is geraden dan mag diegene tekenen 
  • Wie heeft de meeste kaartjes?! 
timer
8:00

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spel 2: Galgje 
Zorg dat je allemaal een potlood/pen + papier hebt
  • Pak blz. 123 voor je neus
  • Eén iemand pakt het bovenste kaartje van de stapel en
    zet voor elke letter een puntje op papier
  • De anderen raden steeds een letter. 
    Als de letter er niet in zit, komt er een streepje bij
    het galgje (zie hiernaast) 
  • Degene die het woord als eerst raadt, mag
    daarna een woord kiezen
timer
8:00

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spel 3: 30 seconds! 

  • Eén iemand pakt het bovenste kaartje van de stapel en
    hij/zij moet dat begrip omschrijven zonder het
    begrip te noemen
  • De anderen moeten raden om welk begrip het gaat
  • Is het woord geraden? Dan mag degene die het wist
    een woord omschrijven
  • Je hebt 30 seconden per begrip! 
timer
8:00

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronden...

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies