In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
6.3 Afval
Slide 1 - Tekstslide
Wat gebeurt er met afval?
1: Recycling: Hergebruik als nuttige toepassing.
2: Vuilverbrandingsinstalaties: verbranden van restafval
3: Vuilstort: storten op de vuilnisbelt
4: Zwerfafval: afval dat op de straat komt, schadelijk voor milieu
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Waar moet je je afval laten?
GFT
plastic
glas
papier
rest
herge-
bruik
Slide 4 - Sleepvraag
Hoe kom je aan schoon water?
97% is zout water.
3% is zoet water.
Grondwater en opppervlakte water worden gebruikt om drinkwater te maken in een waterleidingbedrijf (zie blz 177 bron 5)
Slide 5 - Tekstslide
Hoe kom je aan schoon water?
Oppervlaktewater is vervuild: chemische stoffen, niet oplosbare stoffen, ziekteverwekkende bacterien en virussen.
Vervuilingen zijn schadelijk voor natuur en gezondheid.
Rioolwater wordt gezuiverd in een rioolwaterzuiveringsinstalatie
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Welke afvalstoffen komen in de lucht?
1: fijnstof (verbranding van fossiele brandstoffen)
2: smog (fijnstof blijft hangen door geen wind)
3: verzuring (ammoniak uit mest)
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Welke van onderstaande brandstoffen is geen fossiele brandstof?
A
Aardolie
B
Bio-ethanol
C
Steenkool
D
Gas
Slide 10 - Quizvraag
Verzuring van het milieu wordt vooral veroorzaakt door gassen zoals ammoniak, stikstofoxide en zwaveldioxide. Welk van deze afvalgassen is voornamelijk afkomstig uit de veeteelt?
A
Ammoniak
B
Stikstofoxide
C
Zwaveldioxide
Slide 11 - Quizvraag
Waarom is koolstofdioxide een probleem?
Koolstofdioxide (CO2) komt steeds meer in de atmosfeer.
Wat betekent dat?
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Slide 14 - Video
Bij verbranding van bijvoorbeeld benzine in een auto ontstaat koolstofdioxide. Welk nadeel levert de uitstoot van te veel koolstofdioxide op langere termijn op?
A
Een toename van de hoeveelheid koolstofdioxide veroorzaakt accumulatie in de voedselketen.
B
Een toename van de hoeveelheid koolstofdioxide veroorzaakt overbemesting van de bodem.
C
Een toename van de hoeveelheid koolstofdioxide versterkt het broeikaseffect.