Recensie H2

Welkom bij Nederlands!
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!

Slide 1 - Tekstslide

Recensie schrijven

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
  • Info
  • Boekopdracht: recensie
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag
  • Info
  • Uitleg feedback
  • Feedbackronde
  • Verder werken aan recensie
  • Afsluiting

Slide 4 - Tekstslide



Info
Vergeet niet je filmpje in te leveren :-)

Als het goed is, heb je je leesboek erbij.


Vandaag
  • Info
  • Grammatica uitleg
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 5 - Tekstslide



Recensie
Hier staat een recensie van een film.

Schrijf de kenmerken op waarvan je denkt dat die bij een recensie horen.

Vandaag
  • Info
  • Grammatica uitleg
  • Werken
  • Afsluiting

Slide 6 - Tekstslide

Kenmerken recensie?

Slide 7 - Woordweb

Je hebt een boek gelezen.
Nu ga je schrijven wat je van het boek vond.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Hoe schrijf je een recensie
Je schrijft een recensie als je anderen wilt laten weten wat je van iets vindt.
De lezer dan een betere keus maken. 
Wij gaan schrijven over een boek wat we hebben gelezen. 
Als je voorbeelden zoekt kun je kijken op:

Slide 10 - Tekstslide

Drie onderdelen

  1. Inleiding
  2. Middenstuk
  3. Slot

Slide 11 - Tekstslide

Inleiding

  • Titel & auteur noemen.
  • Je maakt de lezer nieuwsgierig door fragment uit boek.

Slide 12 - Tekstslide

Wat komt er in het middenstuk van je recensie?

Slide 13 - Woordweb

Middenstuk

  • Chronologische, korte samenvatting.
  • Realistisch of onrealistisch?
  • Hoofdpersoon: beschrijf uiterlijk en innerlijk.
  • Gedrag hoofdpersoon.
  • Belangrijkste bijpersonen.
  • Publiek: voor wie is het boek bedoeld? Waar zie je dat aan? 
  • Mening: geef bij elk onderdeel van de recensie je eigen mening en onderbouw deze met minimaal twee argumenten.
  • Gebruik voor je mening beoordelingswoorden (zie verderop in deze les).

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
Huiswerk was: twee beoordelingswoorden.
Ik maak kleine groepjes.
Je bespreekt:
- Wat zijn je beoordelingswoorden?
- Leg uit WAAROM je dit vindt.
Is je uitleg niet duidelijk? Vul het aan!

Slide 15 - Tekstslide

Vertel in je eigen woorden je mening over het boek

Slide 16 - Tekstslide

Waarom?
Het werkt goed om eerst eens te praten over wat je wilt schrijven.
Voor veel mensen helpt dit het begin makkelijker te maken.
:-)

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag
Huiswerk was: twee beoordelingswoorden.
Ik maak kleine groepjes.
Je bespreekt:
- Wat zijn je beoordelingswoorden?
- Leg uit WAAROM je dit vindt.
Is je uitleg niet duidelijk? Vul het aan!

Slide 18 - Tekstslide

Slot

  • Definitief oordeel geven: wel of niet aan te raden?
  • Leg dit uit met drie beoordelingswoorden.
  • Herhaal NIET je eerdere argumenten.
  • Naam & klas eronder.

Slide 19 - Tekstslide

Voorbereiding
Goede voorbereiding is bij schrijven HEEL belangrijk!

Daarom eerst: de opdracht goed lezen. 10 minuten.
Kijk in Magister bij vandaag.
Lees de opdracht en kijk vooral naar de punten onderaan!
Zo meteen een paar vragen hierover.

Slide 20 - Tekstslide

Welke onderdelen heb ik nog niet genoemd maar staan wel in de opdracht?

Slide 21 - Open vraag

Beoordelingswoorden
Om een oordeel te geven over je boek, moet je daar beoordelingswoorden aan geven. 
Dus wat vind je ervan?
Op de volgende twee pagina's krijg je wat woorden om te gebruiken.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag
Voor je het hele verhaal schrijft, maak je eerst een klein opzetje. 
Je schrijft woorden op die je belangrijk vindt, beoordelingswoorden. 
Dit doe je even op een apart blaadje.
Daarna maak je een kladversie met de eerste opzet. 

Slide 26 - Tekstslide

Middenstuk

  • Chronologische, korte samenvatting.
  • Realistisch of onrealistisch?
  • Hoofdpersoon: beschrijf uiterlijk en innerlijk.
  • Gedrag hoofdpersoon.
  • Belangrijkste bijpersonen.
  • Publiek: voor wie is het boek bedoeld? Waar zie je dat aan? 
  • Mening: geef bij elk onderdeel van de recensie je eigen mening en onderbouw deze met minimaal twee argumenten.
  • Gebruik voor je mening beoordelingswoorden (zie verderop in deze les).

Slide 27 - Tekstslide

Wat weet je van de personen in het boek?

Nu gaan we de personen beschrijven in het boek. Om te beginnen met de hoofdpersoon:
Wat weet je van hem?
  • Uiterlijk, hoe ziet de hoofdpersoon er uit? Denk aan lichaam, haar, kleding.
  • Karaktereigenschappen: aardig/gemeen; actief/ wacht af; agressief/ beheerst; angstig/ dapper.
  • Belangrijke kenmerken: leeftijd, gezondheid, arm of rijk.
Wat voor personen spelen nog meer een rol? Meestal weet je van hen minder, maar schrijf op wat je weet en wat de relatie is tot de hoofdpersoon.

Slide 28 - Tekstslide

Aan de slag
Beschrijf de hoofdpersonen en belangrijke bijpersonen.
Zet het in je bestand.

Succes!

Slide 29 - Tekstslide

Eindconclusie
Vertel in een paar zinnen of je het boek aan iemand zou aanraden of niet. 
Je mag hierbij je eigen mening geven.
Ook beschrijf je kort voor wie je het boek geschikt acht.
Bijv. een boek over het leven van een popster, zal niet door iedereen gelezen worden maar wel door een fan van die popster. 
Gebruik max. een A4. 
Let op de spelling (spellingscontrole) en de hoofdletters van eigen namen. 

Heel veel succes


Slide 30 - Tekstslide

Hoe lever je het werk in?
  • Schrijf je verhaal in Word.
  • Sla het op in je eigen Onedrive.
  • Geef je werk de naam van het boek wat je hebt gelezen.
  • Ga naar de Teams site en maak een persoonlijke chat met mij. 
  • Voeg je document toe, door onderaan op de paperclip te klikken.

Slide 31 - Tekstslide

Voorbeelden
Ik heb twee voorbeelden van recensies. Deze kloppen niet helemaal met wat jullie moeten doen. Toch heb je er wat aan.

We kijken er samen naar.

Slide 32 - Tekstslide

Voorbeelden
Vragen voor bij de voorbeelden:
1. Wat hebben ze hetzelfde als jullie opdracht?
2. Welke zinnen zou je zelf ook kunnen gebruiken?

Slide 33 - Tekstslide

1. Wat hebben ze hetzelfde?
2. Welke zinnen zou je zelf kunnen gebruiken?

Slide 34 - Open vraag

Feedback
Wat je tot nu toe hebt van je recensie, ga je delen.
Je krijgt er van anderen feedback op. 
Je plaatst straks je tekst op een padlet, en dan gaan anderen daar feedback op geven.
Daarvoor heb ik een aantal vragen.

Slide 35 - Tekstslide

Middenstuk

  • Chronologische, korte samenvatting.
  • Realistisch of onrealistisch?
  • Hoofdpersoon: beschrijf uiterlijk en innerlijk.
  • Gedrag hoofdpersoon.
  • Belangrijkste bijpersonen.
  • Publiek: voor wie is het boek bedoeld? Waar zie je dat aan? 
  • Mening: geef bij elk onderdeel van de recensie je eigen mening en onderbouw deze met minimaal twee argumenten.
  • Gebruik voor je mening beoordelingswoorden (zie verderop in deze les).

Slide 36 - Tekstslide

Feedback
Wat je tot nu toe hebt van je recensie, ga je delen.
Je krijgt er van anderen feedback op. 
Je plaatst straks je tekst op een padlet, en dan gaan anderen daar feedback op geven.
Daarvoor heb ik een aantal vragen.

Slide 37 - Tekstslide

Feedback
1. Vind je het duidelijk uitgelegd waarom iemand dit vindt?
2. Weet je genoeg van de hoofdpersoon? Denk aan: leeftijd, geslacht, naam, uiterlijk, karakterbeschrijving.
3. Hoeveel bijpersonen zijn genoemd?
4. Wat vind je goed aan dit stuk?
5. Wat kan er beter? Je mag één ding noemen.

Slide 38 - Tekstslide

Feedback
Iedereen krijgt en geeft feedback. Als je geen stuk inlevert, dan heb je je huiswerk niet gemaakt!

Tot nu toe heb je:
- Je mening en uitleg
- Beschrijving hoofdpersoon en bijpersonen.

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Link

Aan de slag
Je kunt nu verder werken aan je recensie.  
1. Zoek een fragment uit je boek voor de inleiding.
2. Is het boek realistisch? Waarom wel of niet?
3. Voor welk publiek is het boek bedoeld?

Slide 41 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je weet wat de kenmerken van een goede recensie zijn (herhaling)
  • Je kunt zowel hogere als lagere orde feedback geven.
  • Je weet wat je nog kunt verbeteren aan je recensie.

Slide 42 - Tekstslide

Opfrissen voorkennis: wat waren ook al weer de kenmerken van een recensie?

Slide 43 - Woordweb

We weten: herschrijven van je tekst is nuttig! 
Maar: eigen schrijfwerk verbeteren is lastig...
--> peer feedback! 

Uit onderzoek blijkt dat leerlingen vaak niet kritisch zijn op elkaar. Leerlingen hebben liever docentenfeedback.
Maar: door zelf feedback te geven, kijk je door een andere bril (van beoordelaar) en zie je dingen die je zelf wellicht ook fout doet! 




Feedback geven en krijgen

Slide 44 - Tekstslide

Feedback geven en ontvangen




Belangrijk: de hamburgermethode

Slide 45 - Tekstslide

Aan de slag
Je gaat feedback op elkaar geven (zie volgende slide). 
1. Wissel werk uit in je groepje. 
2. Markeer digitaal alles waar je feedback op hebt.
3. Wissel werk terug uit.
4. Bespreek de markeringen. 
20 minuten: 5 minuten voor markeren & 15 minuten voor bespreken.


timer
20:00

Slide 46 - Tekstslide

Belangrijk!
Houd het beoordelingsformulier ernaast!
Deze staat op Magister bij de opdracht (ELO --> Opdrachten --> recensie)

Slide 47 - Tekstslide

Aan de slag
Je gaat feedback op elkaar geven (zie volgende slide). 
1. Wissel werk uit in je groepje. 
2. Markeer digitaal alles waar je feedback op hebt.
3. Wissel werk terug uit.
4. Bespreek de markeringen. 
20 minuten: 5 minuten voor markeren & 15 minuten voor bespreken.

Eerder klaar? Gezellig doen :-)


timer
20:00

Slide 48 - Tekstslide

Bespreking opdracht
  • Wat voor feedback kreeg je?
  • Wat was nuttig? Wat was niet nuttig? 
  • Begreep je alle feedback? 

Slide 49 - Tekstslide

Verschillende soorten feedback
Met name inhouds- en stijlgericht commentaar wordt gegeven bij peer feedback, weinig over opbouw van de tekst. 

Begrijpelijk, want lastig te zien + lastig te herschrijven als je het als ontvanger niet goed begrijpt.


Slide 50 - Tekstslide

Aan de slag
Daarom: tweede feedbackronde! 
  1. Wissel straks weer je werk uit. 
  2. Probeer nu gericht te kijken naar de structuur: Is de opbouw helder? Is de vaste tekststructuur terug te vinden? Worden er signaalwoorden gebruikt?
  3. Maak aantekeningen van je feedback. 
  4. Wissel werk terug uit. 
  5. Bespreek de aantekeningen zodat je elkaar begrijpt.

timer
10:00

Slide 51 - Tekstslide

Afronding: noem 1 compliment en 1 verbeterpunt dat je onthoudt van vandaag!

Slide 52 - Open vraag

Afronding
  • Je weet wat de kenmerken van een goede beschouwing zijn (herhaling)
  • Je kunt zowel hogere- als lagereordefeedback geven.
  • Je weet wat je nog kunt verbeteren aan je beschouwing.





Slide 53 - Tekstslide