11.4 Je lijkt op ...

11.4 Je lijkt op ...
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

11.4 Je lijkt op ...

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jouw bouwbeschrijving

- Staat 'beschreven' in       je chromosomen.

- Chromosomen bestaan uit DNA.






Slide 2 - Tekstslide

Het genoom is als het ware de 'bouwbeschrijving' van je lichaam.
Chromosomen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar bevinden zich chromosomen?
A
Celmembraan
B
Celkern
C
Cytoplasma
D
Vacuole

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Menselijke cel

In een eicel zitten 23 chromosomen.
In een zaadcel zitten 23 chromosomen.

Eicel + zaadcel = een bevruchte cel met 46 chromosomen.

Die bevruchte cel deelt zichzelf op. 

Als de cel zich deelt, deelt hij ook de chromosomen. 
In al jouw cellen zitten daardoor 46 chromosomen, waarin dezelfde bouwbeschrijving' staat. 

(Alleen de zaadcellen en eicellen dus niet.)



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom lijk je dan op je ouders?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom lijk je dan op je ouders?

De helft van jouw 'bouwpakket' komt van de 
23 chromosomen die je van je vader kreeg.

De helft van jouw 'bouwpakket' komt van de 
23 chromosomen die je van je moeder kreeg.




Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel chromosomen heeft een huidcel van een mens
A
47
B
23
C
46
D
45

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke cellen hebben geen paren chromosomen maar enkele chromosomen in de celkern?
A
Geslachtscellen
B
Lichaamscellen
C
Hersencellen
D
Hypofyse cellen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Jongen of meisje
Hier zie je een mircoscoopfoto 
van de
chromosomen van een 
meisje en die van een jongen. 
Elk heeft 46 chromosomen. 
Die kun je in paren sorteren op lengte.





Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Jongen of meisje
Elk paar chromosomen is even lang;
 behalve het 23ste paar van een man.
Hij heeft een X- en een Y-chromosoom.


23ste paar chromosomen bij vrouw wél even lang.
Zij heeft twee X-chromosomen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer een eicel(X) bevrucht wordt door een zaadcel(Y), ontstaat een een bevruchte cel met
een X- en een Y-chromosoom: (XY).

Tot welk geslacht zal deze bevruchte cel uitgroeien?
A
Een meisje
B
Een jongen
C
Dat is niet te zeggen
D
Dat is allebei mogelijk

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

11.4 Leerdoelen
Chromosomen (bron 2 en 3)

  • Je kunt uitleggen wat chromosomen zijn.

  • Je kunt uitleggen dat chromosomen de informatie voor de 'bouwbeschrijving' van een organisme bevatten.

  • Je kunt benoemen hoeveel chromosomen een menselijke cel bevat
  • en dat een eicel en zaadcel de helft daarvan bevatten.

    •     Jullie weten dat een jongen een X- en een Y-chromosoom heeft.
    •    Jullie weten dat een meisje twee X-chromosomen heeft.
    •     Je kan uitleggen hoe een zaadcel het geslacht bepaalt.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies