11.3 Zwangerschap

11.3 Zwangerschap
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

11.3 Zwangerschap

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  1.  presentie en huiswerk-controle.
  2. Terugblik 11.1 en 11.2
  3. Uitleg 11.3 leerdoel 1 en 2
  4. Opdrachten maken 11.3 (1 t/m 10)

Slide 2 - Tekstslide

In figuur 4 zie je een schematische tekening van het voortplantingsstelsel van de vrouw. Welke geslachtsorganen worden er bedoeld met de onderstaande beschrijvingen? Sleep beschrijving naar de juiste nummers.

Vagina
Blaas
Eileider
Baarmoeder
Eierstok

Slide 3 - Sleepvraag

Hiernaast zie je een schematische afbeelding van het geslachtsorgaan van een man. 
Sleep de naam van het onderdeel naar de juiste plek.
Zaadleider
Zaadblaasje
Prostaat
Zwellichaam
Bijbal
Zaadbal
Urinebuis

Slide 4 - Sleepvraag

Waar vindt de bevruchting van een eicel plaats en waar nestelt de bevruchte eicel in?
Sleep de woorden naar de juiste plaats.
Bevruchting
Innesteling

Slide 5 - Sleepvraag

Leerdoel 3: Menstruatiecyclus
Menstruatie
Baarmoederslijmvlies verdikt
Ovulatie
Vruchtbare periode

Slide 6 - Sleepvraag

Maak de tekst kloppend.
Als een vrouw ................... zwanger wil worden, kan zij anticonceptiemiddelen gebruiken.  Anti betekent ....................... en conceptie betekent ..........................

Als er ............................ plaatsvindt, smelt de kern van de eicel samen met de kern van een .......................

De ....................... eicel die dan ontstaat, kan in de ..................... uitgroeien tot een kind.
 


wel
eicel
bevruchte
niet
voor
tegen
zaadcel
bevruchting
vagina
baarmoeder
bevruchting

Slide 7 - Sleepvraag

Leerdoelen les 1
  1. je kunt uitleggen hoe een zwangerschap verloopt.

  2. Je kunt uitleggen hoe een kind in de baarmoeder zuurstof en voedingstoffen krijgt. 

Slide 8 - Tekstslide

Nuva-ring
Periodieke onthouding
Anticonceptiepil
Spiraaltje
Condoom
Prikpil
Hormoonpleister
Vrouwencondoom

Slide 9 - Sleepvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

9 maanden zwanger
Embryo
Foetus

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Waar vindt de bevruchting plaats?
A
eierstok
B
eileider
C
baarmoeder
D
vagina

Slide 14 - Quizvraag

Hoe noemen we het nieuwe kindje in de eerste 12 weken?
A
foetus
B
embryo

Slide 15 - Quizvraag

Wat is WAAR over een foetus?
A
de bloedvaten moeten nog ontstaan
B
de botten moeten nog ontstaan
C
de zintuigen moeten nog ontstaan
D
alles is er al, hij/zij hoeft alleen nog maar te groeien

Slide 16 - Quizvraag

Hoeveel navelstrengslagaders en navelstrengaders zitten er in de navelstreng?
A
1 slagader en 1 ader
B
1 slagader en 2 aders
C
2 slagaders en 1 ader
D
2 slagaders en 2 aders

Slide 17 - Quizvraag

Welke orgaan of welke organen beschermen het kindje tegen schokken en stoten?
A
baarmoederwand met spierlaag
B
vruchtvliezen en vruchtwater
C
placenta
D
navelstrengader en navelstrengslagaders

Slide 18 - Quizvraag

Het bloed van de foetus en moeder is rechtstreeks met elkaar verbonden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Af en toe roken of alcohol drinken, kan tijdens de zwangerschap geen kwaad. Als je het maar niet veel doet.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Einde deel 1
Huiswerk:
Maken van 11.3 t/m opdracht 10

Slide 21 - Tekstslide

11.3 Zwangerschap

Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen les 2
  1. Je kunt uitleggen welk effect schadelijke stoffen hebben op het ongeboren kind.
  2. Je kunt uitleggen wat er gebeurt tijdens de bevalling.
  3. Je kunt uitleggen hoe een tweeling ontstaat 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Schadelijke stoffen
Bijvoorbeeld:
  • Nicotine
  • Alcohol
  • Drugs
  •  Bepaalde medicijnen

Schadelijke stoffen tijdens zwangerschap
Komen via het bloed bij de baby

Slide 25 - Tekstslide

Schadelijke stoffen
Bijvoorbeeld:
  • Nicotine
  • Alcohol
  • Drugs
  •  Bepaalde medicijnen

Schadelijke stoffen
Schadelijke stoffen tijdens de zwangerschap komen via het bloed bij de baby. De placenta werkt als filter, maar nicotine, drugs en alcohol gaan er wel doorheen. Dit is slecht voor de baby. 

Slide 26 - Tekstslide

Welke stoffen zijn schadelijk voor de baby?
  • Nicotine
  • Drugs
  • Alcohol 

Slide 27 - Tekstslide

1. Ontsluiting

Slide 28 - Tekstslide

2. Uitdrijving

Slide 29 - Tekstslide

3. Nageboorte

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Wat is de volgorde van de bevalling?
A
ontsluiting - uitdrijving - nageboorte
B
uitdrijving - ontsluiting - nageboorte
C
ontsluiting - nageboorte - uitdrijving
D
uitdrijving - nageboorte - ontsluiting

Slide 32 - Quizvraag

Hoeveel zaadcellen en eicellen zijn er betrokken bij het ontstaan van een eeneiige tweeling?
A
1 zaadcel en 1 eicel
B
1 zaadcel en 2 eicellen
C
2 zaadcellen en 1 eicel
D
2 zaadcellen en 2 eicellen

Slide 33 - Quizvraag

Hoeveel zaadcellen en eicellen zijn er betrokken bij het ontstaan van een twee-eiige tweeling?
A
1 zaadcel en 1 eicel
B
1 zaadcel en 2 eicellen
C
2 zaadcellen en 1 eicel
D
2 zaadcellen en 2 eicellen

Slide 34 - Quizvraag

Einde deel 2
Huiswerk:
Maken van 11.3: opdr 17 t/m 23

Slide 35 - Tekstslide