In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
3.1 Macro- en microniveau
Slide 1 - Tekstslide
Mengsel op macro-niveau
Mengsel op micro-niveau
Slide 2 - Tekstslide
3.1 Macro- en microniveau
Slide 3 - Tekstslide
1.3 Macro- en microniveau
Beschrijvingen van waarnemingen worden het macroniveau genoemd. (dus de dingen die je kunt zien / horen / ruiken)
Beschrijving of verklaring met behulp van deeltjes wordt microniveau genoemd. (dus de dingen die je niet kunt waarnemen)
Slide 4 - Tekstslide
1.3 Macro- en microniveau
Beschrijvingen van waarnemingen worden het macroniveau genoemd. (dus de dingen die je kunt zien / horen / ruiken)
Beschrijving of verklaring met behulp van deeltjes wordt microniveau genoemd. (dus de dingen die je niet kunt waarnemen)
Slide 5 - Tekstslide
Modellen en simulaties
Model: een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid, bijvoorbeeld de vergroting van moleculen in een tekening.
Simulatie: een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid met bewegende beelden. Bijvoorbeeld de verandering van de vaste fase naar de vloeibare fase.
Slide 6 - Tekstslide
Als je de formule van water opschrijft, beschrijf je de stof dan op macro - of op micro-niveau?
A
macro
B
micro
Slide 7 - Quizvraag
Macro en micro: De stofeigenschap kleur is een stofeigenschap op macro niveau.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Koperdraad is buigzaam Is dit een voorbeeld van micro of macro niveau?
A
Macro
B
Micro
Slide 9 - Quizvraag
Is de blauwkleuring van het zout een waarneming op micro of macro niveau?
A
micro, want je kunt de kleur zien met het blote oog
B
macro, want je kunt de kleur zien met het blote oog
C
micro, want zout is heel klein
D
macro, want zoutkorrels kun je voelen
Slide 10 - Quizvraag
Micro of macro-niveau:
Liza maakt een suspensie en ziet dat de vaste deeltjes naar beneden zakken.
A
Micro
B
Macro
Slide 11 - Quizvraag
Water deeltjes gaan uit elkaar bij het verdampen.
A
Macro niveau
B
Micro niveau
Slide 12 - Quizvraag
Micro of macro-niveau:
De deeltjes van water liggen stil tegen elkaar aan.
A
Micro
B
Macro
Slide 13 - Quizvraag
Als we kijken naar de eigenschappen van een stof die je met het blote oog kunt waarnemen dan...
A
Kijken we naar de stof op microniveau
B
Kijken we naar de stof op macroniveau
C
Gaat het over natuurkunde in plaats van over scheikunde
D
Zowel macro als micro niveau.
Slide 14 - Quizvraag
Hiernaast zie je de 3 fasen van water (vast, gas, vloeibaar) welke voorstelling is micro- en welke is macro-niveau?
A
Boven= microniveau
onder = macroniveau
B
Boven = macroniveau
onder = microniveau
Slide 15 - Quizvraag
Water bevriest.
A
Macro niveau
B
Micro niveau
Slide 16 - Quizvraag
Aan de slag!
Maak 3.1 opdr. 1 t/m 9 (p. 76)
Huiswerk:Afmaken 3.1 opdr. 1 t/m 9 (p. 76)
Slide 17 - Tekstslide
H2: Bouwstenen van stoffen
Bespreken huiswerk
Instructie Par. 2.2
Opdrachten
Slide 18 - Tekstslide
Vraag 7
In cola zitten verschillende stoffen met hun eigen specifieke molecuulsoort. Daarom is cola een mengsel en geen zuivere stof. Dus kun je niet spreken van 'colamoleculen'.
Slide 19 - Tekstslide
Vraag 9
a. het kan gaan om verdampen of condenseren
b. Alcohol is een vloeistof bij kamertemperatuur, kan dus gaan verdampen bij genoemde temperatuur. Stikstof is al gas bij kamertemperatuur en suiker is vast.
Slide 20 - Tekstslide
Vraag 12
a. b.
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
Vraag 13
a. Het is een beschrijving op macro niveau. Je neemt waar met je oog dat er twee lagen vloeistoffen zijn.