2.4 nieuw - Geld moet rollen

2.4 - Geld moet rollen
2.4: Geld moet rollen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.4 - Geld moet rollen
2.4: Geld moet rollen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Na deze les weet je:
  • op welke manieren je geld gebruikt
  • hoe banken bemiddelen bij vraag naar en aanbod van geld
  • hoe de hoogte van de rente bepaald wordt
  • hoe banken geld verdienen

Slide 2 - Tekstslide

Functies van geld
  • Ruilmiddel: als je iets koopt
  • Spaarmiddel: als je geld opzij zet voor later
  • Rekenmiddel: als je de waarde vaststelt van iets

Soorten geld:
Giraal en Chartaal 


Slide 3 - Tekstslide

Wat is mijn saldo?
Creditsaldo: een positief saldo, ‘in de plus’
Debetsaldo: een negatief saldo, rood staan of ‘in de min’

Nieuw saldo berekenen door:
oud saldo + ontvangsten - uitgaven


Slide 4 - Tekstslide

De rol van de bank en de ECB
Banken bemiddelen tussen de vraag naar geld en het aanbod van geld.
Aanbod van geld: komt van spaarders, de bank betaalt hun rente als vergoeding.
Vraag naar geld: komt van gezinnen en bedrijven die geld willen lenen, zij betalen rente.
Rente = de prijs van geld.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Hoge of lage rente

Rente hoog → meer sparen, minder lenen
Rente laag → minder sparen, meer lenen

ECB (Europese Centrale Bank) = de centrale bank voor de eurozone.
De ECB bepaalt voor alle eurolanden de basisrente.


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Winst voor de bank
Maar ook 
  • Creditrente: rente over tegoeden, lager dan debetrente.
  • Debetrente: rente over tekorten, hoger dan creditrente.
  • Het verschil is (bruto)winst voor de bank.


Slide 9 - Tekstslide

Winst voor de bank
Banken verdienen geld met:
  • Lenen en sparen
  • Verzekeringen
  • Beheer van de bankrekeningen
.


Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
Maken opdrachten van 2.4 en plusopdrachten
Klaar? Nakijken

Slide 11 - Tekstslide

Lesdoelen
Na deze les weet je:
  • op welke manieren je geld gebruikt
  • hoe banken bemiddelen bij vraag naar en aanbod van geld
  • hoe de hoogte van de rente bepaald wordt
  • hoe banken geld verdienen

Slide 12 - Tekstslide

Gezamenlijk bespreken
Opdracht 4 en 8 over 15 minuten

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
Maken opdrachten van 2.4 en plusopdrachten
Klaar? Nakijken

Slide 14 - Tekstslide