Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Quiz leestekens en samenstellingen
Welke zin is correct geschreven, lettend op leestekens en hoofdletters.
A
Mijn trainer zei jij mag meetrainen met de selectie.
B
Mijn trainer zei: 'Jij mag meetrainen met de selectie.'
C
Mijn trainer zei: 'jij mag meetrainen met de selectie.'
D
Mijn trainer zei: 'jij mag meetrainen met de selectie'
1 / 26
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welke zin is correct geschreven, lettend op leestekens en hoofdletters.
A
Mijn trainer zei jij mag meetrainen met de selectie.
B
Mijn trainer zei: 'Jij mag meetrainen met de selectie.'
C
Mijn trainer zei: 'jij mag meetrainen met de selectie.'
D
Mijn trainer zei: 'jij mag meetrainen met de selectie'
Slide 1 - Quizvraag
Welke zin is correct geschreven, lettend op leestekens en hoofdletters.
A
Jantje vroeg: 'Ga je mee?'
B
Jantje vroeg: 'Ga je mee'?
C
jantje vroeg: 'ga je mee'
D
Jantje vroeg: 'ga Je mee?'
Slide 2 - Quizvraag
Welke zin is correct geschreven,
lettend op leestekens en hoofdletters?
A
De bedrijfshulpverlener belde 112 want hij vertrouwde de situatie niet.
B
De bedrijfshulpverlener belde 112: 'Hij vertrouwde de situatie niet!'
C
De bedrijfshulpverlener belde 112, want hij vertrouwde de situatie niet.
D
De bedrijfshulpverlener belde 112: 'Hij vertrouwde de situatie niet.'
Slide 3 - Quizvraag
Welke zin is correct geschreven,
lettend op leestekens en hoofdletters?
A
Mijn buurvrouw janny schreeuwde tegen haar kleinkind, sta stil!
B
Mijn buurvrouw Janny schreeuwde tegen haar kleinkind, sta stil.
C
Mijn buurvrouw Janny schreeuwde tegen haar kleinkind: 'Sta stil!'
D
Mijn buurvrouw Janny schreeuwde tegen haar klein kind: 'Sta stil.'
Slide 4 - Quizvraag
Welke zin is correct geschreven,
lettend op leestekens en hoofdletters?
A
'S avonds ga ik laat naar bed, want ik kijk altijd eerst netflix.
B
'S avonds ga ik laat naar bed, want ik kijk altijd eerst Netflix.
C
's Avonds ga ik laat naar bed, want ik kijk altijd eerst netflix.
D
's Avonds ga ik laat naar bed, want ik kijk altijd eerst Netflix.
Slide 5 - Quizvraag
Welke zin is correct geschreven,
lettend op leestekens en hoofdletters?
A
Woon jij in Den helder of in Schagen?
B
Woon jij in Den Helder of in Schagen.
C
Woon jij in Den Helder of in Schagen?
D
Woon jij in Den helder of in Schagen.
Slide 6 - Quizvraag
ga je mee zei opa als we opschieten kunnen we nog in de achtbaan
Slide 7 - Open vraag
Elke dinsdag wordt het ___ opgehaald.
A
huis vuil
B
huisvuil
Slide 8 - Quizvraag
Het hele ___ van de wedstrijd.
A
team genoot
B
teamgenoot
Slide 9 - Quizvraag
Schrijf de samenstelling goed op:
niveau + indeling
Slide 10 - Open vraag
Schrijf de samenstelling goed op:
niveau + verschil
Slide 11 - Open vraag
Schrijf de samenstelling goed op:
chocolade + eitjes
Slide 12 - Open vraag
Schrijf de samenstelling goed op:
cosmetica + industrie
Slide 13 - Open vraag
Schrijf de samenstelling goed op:
karate + examen
Slide 14 - Open vraag
Schrijf de samenstelling goed op:
karate + trap
Slide 15 - Open vraag
Schrijf de samenstelling goed op:
opera + uitvoering
Slide 16 - Open vraag
Schrijf de samenstelling goed op:
stage + activiteit
Slide 17 - Open vraag
Schrijf de samenstelling goed op:
stage + instelling
Slide 18 - Open vraag
Schrijf de samenstelling goed op:
informatie + uitwisseling
Slide 19 - Open vraag
In het kraampje langs de weg worden streekproducten, zoals jam en ___, verkocht
A
bijen honing
B
bijenhoning
Slide 20 - Quizvraag
Van de nectar uit bloemkelken maken ____.
A
bijen honing
B
bijenhoning
Slide 21 - Quizvraag
De winkelier liet een ____ maken, nadat het oude was afgekeurd.
A
nieuw bouwplan
B
nieuwbouwplan
Slide 22 - Quizvraag
Het ____ voor het stationsgebied, gaat niet door.
A
nieuw bouwplan
B
nieuwbouwplan
Slide 23 - Quizvraag
Lativa begon te huilen als een ___, toen ze haar telefoon kwijt was.
A
klein kind
B
kleinkind
Slide 24 - Quizvraag
Goed gedaan
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Spelling: samenstellingen en tussen n en s
November 2020
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Spelling: herhaling stof
November 2020
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Oefening hoofdletters en leestekens
September 2022
- Les met
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2-4
Oefening hoofdletters en leestekens
November 2023
- Les met
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2-4
3V Spelling blok 3: koppelteken
April 2021
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Oefening hoofdletters en leestekens
19 dagen geleden
- Les met
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2-4
Oefening hoofdletters en leestekens
19 dagen geleden
- Les met
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2-4
M4 Voorbereiden SO3 - deel 3
September 2024
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 4