2021_week 49_2ha_les 1_herhaling 1te&4de naamval + Starke Verben

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Du hast 2 min für:


  • dich zu setzen
  • Jacke aus
  • Köpfhörer sind weg
  • Handys in die Taschen
  • Laptop liegt auf dem Tisch(und ist zu) 
  • Schulsachen sind auf dem Tisch (Buch, Laptop, Heft, Stift usw.)!
timer
2:00

Slide 3 - Tekstslide

Was machen wir heute?


  • Hausaufgaben Kontrolle
  • herhaling uitleg 1te en 4de naamval
  • + voorzetsel en persoonlijk & bezittelijk voornaamwoord
  • starke Verben

  • Aufgaben machen: 
  • 1. 
  • 2. Versterk Jezelf - sterke werkwoorden

  • Abschluss/Hausaufgaben


Slide 4 - Tekstslide

Am Ende der Stunde........
kannst du benennen warum ein Verb schwach oder stark ist dadurch, dass du Aufgaben machst, und kannst du ein Beispiel geben für du + ein starkes Verb.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Hausaufgaben nachschauen
werkboek Seite 36, 37, 38 & 39 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Erklärung starke Verben
Hoe herken ik een sterk werkwoord?
  • Sterke werkwoorden zijn onregelmatig en er treed een klinkerverandering op in de verleden tijd. 
  • Als een werkwoord in het Nederlands sterk is dan is dit in het Duits meestal ook het geval.
  • Klinkerverandering in de tegenwoordige tijd bij du, er, sie, es
  • Bij sterke werkwoorden met een -a in de stam verandert die -a in een -ä.
  • Bij veel sterke werkwoorden met een -e in de stam verandert die -e in een -i of -ie.
  • Dit gebeurt niet bij stehen en gehen!

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Was hast du heute gelernt?
  • Je kent lidwoorden, en bezittelijke voornaamwoorden in de erste en vierde naamval.
  • Je weet hoe je sterke werkwoorden met klinkerverandering moet vervoegen 
  • Geef een voorbeeld van du + de vorm van een sterk werkwoord.

Slide 17 - Tekstslide

Hausaufgaben
  • Hören Onlinemethode: 
  • Kapitel 4=> Lektion 5=> Aufgabe 5&6 (Seite 40)

Slide 18 - Tekstslide

Abschluss
Niet inpakken - luisteren
  • na startsignaal: inpakken
  • wel blijven zitten - stil
  • dan sluit ik de les af!
  • dan: klaar :)
timer
1:00

Slide 19 - Tekstslide

Tschüss, bis nächste Stunde

Slide 20 - Tekstslide