M2: Unidad 3 Les 5 - Objeto Directo & Pretérito perfecto

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

START KLAAR

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Lesprogramma
A: Herhaling grammatica unidad 3
B: Woordenlijst unidad 3 oefenen
C: 

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
Lesdoelen voor vandaag:
Después de la clase... 
  • Kan je het lijdend voorwerp in een zin herkennen
  • Kan je correcte zinnen vormen met de pvnw van de Objeto Directo.
  • Kan je de juiste vorm van de Pretérito perfecto toepassen.

Slide 5 - Tekstslide

Lijdend voorwerp/ Objeto directo
Wat is een lijdend voorwerp? (objeto directo/ direct object)

"Het lijdend voorwerp is het deel van de zin dat antwoord geeft op de vraag: Wat? of Wie? na het werkwoord."

(The direct object is the part of the sentence that answers the question: What? or Who? after the verb.)

Ik eet een appel. → Wat eet ik? Een appel.
(I eat an apple. → What do I eat? An apple.)
Hij ziet mij. → Wie ziet hij? Mij.
(He sees me. → Who does he see? Me.)




Slide 6 - Tekstslide

Voornaamwoord als lijdend voorwerp (objeto directo)
Je kan het lijdend voorwerp vervangen door een persoonlijke voornaamwoord.

Julia koopt een nieuwe fiets.
Julia koopt het.

Julia compra una bici nueva.
Julia la compra.

Slide 7 - Tekstslide

Voornaamwoord als lijdend voorwerp (objeto directo)

Slide 8 - Tekstslide

Mi gramática

Slide 9 - Tekstslide

Pretérito perfecto (voltooid tegenwoordige tijd)
What is Pretérito Perfecto?

“Pretérito Perfecto” is used for actions or situations that have a connection to the present moment. For example, “He comido paella hoy” (I have eaten paella today). This tense is about recent actions or ongoing situations.

Slide 10 - Tekstslide

1. Hulp werkwoord HABER vervoegen volgens de persoon in de zin.
2. -AR = ADO
-ER of -IR = IDO

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Pretérito perfecto (voltooid tegenwoordige tijd)
1. Esta mañana (desayunar, yo) __________________ un café con tostadas.
2. Nunca (ir, él) ___________________ a París.
3. Este año (visitar, nosotros) _______________ a nuestra familia en el pueblo tres veces.
4. Siempre (querer, vosotros) ____________________ conocer a esa fantástica actriz.
5. Todavía no (probar, ellos) _________________ la berza de Jerez ¡está buenísima!
6. ¿Qué vino (pedir, tú) _____________________ al camarero? ¡Yo quiero uno 

Vul de volgende zinnen in met de pretérito perfecto.

Slide 13 - Tekstslide

Vocabulario
pagina 123

Slide 14 - Tekstslide



Wat: Betekenissen zoeken van 10 woorden uit het woordenlijst. 
Hoe: In groepjes van twee of individueel 
Waar: In je JDW-map
Hulpmiddel: Reporteros tekstboek

Klaar?
Kies 2 woorden en maak 2 zinnen.
Gebruik: mijnwoordenboek.nl 
¡A practicar! 
  1. el mensaje
  2. disfrutar
  3. el barco
  4. sin prisa
  5. la tarjeta
  6. nunca
  7. la bebida
  8. viajar
  9. el coche
  10. alguna vez

Slide 15 - Tekstslide

Vocabulario
  1. el mensaje - het bericht
  2. disfrutar - genieten
  3.  el barco - de boot
  4. sin prisa - zonder haast
  5.  la tarjeta - de kaart
  6. nunca - nooit
  7. la bebida - het drankje
  8. viajar - reizen
  9. el coche - de auto
  10. alguna vez - ooit, eens

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

What is the direct object in the sentence?
"María come pizza"

Slide 18 - Open vraag

What is the direct object in the sentence?
"Nosotros compramos un libro"

Slide 19 - Open vraag

What is the direct object in the sentence?
"Yo bebo cafe"

Slide 20 - Open vraag

What is the direct object in the sentence?
"Tú preparas la cena"

Slide 21 - Open vraag

When do you use the Pretérito perfecto?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Link

Lesdoelen
Lesdoelen voor vandaag:
Después de la clase... 
  • Kan je het lijdend voorwerp in een zin herkennen
  • Kan je correcte zinnen vormen met de pvnw van de Objeto Directo.
  • Kan je de juiste vorm van de Pretérito perfecto toepassen.
 

Slide 24 - Tekstslide


Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

¡Hasta la próxima clase!

Slide 26 - Tekstslide