de rode auto | rijdt | een rondje | over de nieuwe weg.
Slide 9 - Tekstslide
Over taal
10
resultaat
diverse
verband
ontwikkeling
11 wanbeleid = geen / slecht
12 onmogelijk = niet
13 hergebruiken = opnieuw / nog een keer
14 caloriearm = weinig
Slide 10 - Tekstslide
Over taal (verwijswoorden)
15 Hier verwijst naar 'Op Calvijn'.
16Ze verwijst naar 'De leerlingen'.
17Daar verwijst naar 'in het lesuur Nederlands'.
Slide 11 - Tekstslide
18 de geredde hond
19 het verbrede pad
20 de verzette afspraak
21 het gebarsten vaasje
22 de verplichte toets
18 de hond is gered
19 het pad is verbreed
20 de afspraak is verzet
21 de vaas is gebarsten
22de toets is verplicht
- Schrijf een bijvoeglijk naamwoord zo kort mogelijk op, behalve als het moet voor de uitspraak of het volt. deelw. eindigt op -en.
Slide 12 - Tekstslide
Spelling
In Nederland vinden volgende week de verkiezingen plaats.
Geert Wilders wil graag president van ons land worden, maar veel Nederlanders uit Zuid-Holland zijn het niet eens met zijn standpunten.
Zo ook mevrouw Rousse- van Djke uit Den Haag: ‘Ik wil gewoon een potje humus van het merk Abracadabra kunnen kopen bij de Albert Heijn of met Nieuwjaar een broodje kebab kunnen eten.’
We zullen zien wat het resultaat zal zijn op 15 maart.
Slide 13 - Tekstslide
Lezen
24 Welk tekstdoel hoort bij een instructie?
Uitleg geven
25 Noem drie kenmerken van een instructie.
Uitleg geven in stappen (met opsommingstekens)
Volgordewoorden
Elke stap begint met een werkwoord
Afbeeldingen die de stap duidelijk maken
26 Leg uit wat het verschil is tussen een hoofd- en bijzaak.